Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 96] [p. 96] II O Christus, toen is er een kloof gevallen tusschen de kerken, pronkend met uw naam, en die goren-van-vel, grauwe vasallen van kommer, nood, gebrek, van allen saam; een klove die niet weer gedempt zou worden o langen tijd, oneindig langen tijd: de kerken steunden schijnheilige orde, die uwen naam beleed en nog belijdt met lippen van gouddorst verdroogd, een hart in welks plooien Mammon en Moloch loerden. Christus, die zich uw dienaars noemde', omkoerden de nieuwe heere' als tortels; God werd zwart voor d' oogen van de zwoegers; niet voor allen, er waren er, die hielden vast aan 't woord, dat in de wieg hun krijten had gesmoord: berusting, - hoeveel grauwe duizendtallen hielden het lang gedrukt tegen hun borst, eenige troost in leven en in sterven; maar ook waren er andren, gouden erven van onleschbaren vrijheidsdorst en onverzadigbaren honger naar gerechtigheid, den mensch diep ingeplant; zij waren d' edelste vrucht van het land, het zout der aarde; zij brachten in haar stinkenden poel een reinen ademtocht; offervaardigheid, trouw aan idealen welde uit hen, als uit rots kristallen vocht, men voelde in hun longen Christus ademhalen, maar zij wisten het zelven niet; zij haatten den God der kerken, kenden geen andren God, [pagina 97] [p. 97] zij wisten dat de rijkaards baden tot hem, aanriepen bij hun onheilge werken zijn heilgen naam, en in zijn naam den knecht verdrukten. Dat was alles wat zij wisten van God: daarom noemden zij atheïsten zich fier, en zonder hem eischten z' hun recht. En toch had door den tijd een klank geklonken, die was geboren, Christus, uit uw geest: het Communisme had uit u gedronken zijn idealen, 't was uw kind geweest. Vorige Volgende