Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] IV Boven de wolk van smart-en-vreugde uit koninklijk wiekte omhoog een groot geluid. ‘Christus is verschene’ in tijden, die waren vervreten gelijk de onze door kwaad; als in de onze was in hen het leven gehuld in omnachting, de mensch den mensch een voorwerp van verachting, troebel de drank, bevuild het glas. Millioenen harten klopten luider, toen zijn stem sprak: ‘Komt, ik zal u geleiden naar wat in u aan zaligheden wacht. In u wil zich manifesteeren de Vader die boven de sterren lacht en over stofbeperking triumfeeren. Hebt Hem in elkanderen lief, mijn kind'ren: Zijn Koninkrijk zal tusschen u ontbloeien; niets kan in menschheid Godes Geest uitroeien.' Men hoorde d' ijzeren afgoden loeien van vreugde, om de prooi hun toegeworpen, maar in wereldsteden en stille dorpen begonnen dra de gemeenten te groeien, die zich noemden naar Hem. Tusschen die vroege geloov' gen was bezit van alle dingen gemeen; ‘broeder’, ‘zuster’ zoo noemden zij elkaar; groeiden aaneen, als steenen in de voege. In de vervolging lang en wreed en zwaar verwortelden de christelijke zeden: duistere crypten herbergen broederschaar. Zijn de tijden vervuld? Heeft Christus uitgeleden? Een Caesar ziet in hachlijk uur het kruis blank aan den hemelkoepel zweven, bekeert zich, neemt de leeren aan. [pagina 75] [p. 75] Alles verandert: de vervolgden staan rondom den troon. Diep geworteld, krachtig heft het beeld des Gekruisigden omhoog de kerk; de volken schuile' onder de milde toog van haar Godsvrede; in het hoogste eendrachtig stroomen uw dagen, Christenheid. 't Graf van den Heiland wordt bevrijd. Kruisvaan wappert boven Jeruzalem, in de moskeeën zwijgt de morgenstem van het gebed; Gregoriaansche zang stijgt door kathedralen, eeuwenlang. Flonkerglas brengt op aarde hemelsch vuur: grootsch bloeit ge en heerlijk, Gotische cultuur. Maar er is beroering ook in 't ingewand des volks. Priesters brandschatten stad en land; de kerk verdrukt, de kerk perst uit, de kerk heult met de slechte heeren, vergeet Hem, Wiens vaan zij draagt, de maning van Zijn stem, Zijn heilig werk. - Vorige Volgende