Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 73] [p. 73] III Niet de groote cosmische lach, de wijde, die slechts enkelen lachten in de hallen van 't Westen, rijzend boven namen en getallen - daarvoor moeten wij gaan tot andere profeten - maar Christus’ lach, die honing heeft gegeten van Boeddha's lip, - lach die niet tot de starren draaft maar met ons in nedrigheid wil eten het goede dagelijksche brood: hij heft ons boven smart in schuld en dood. Vorige Volgende