Wordingen. Een cyclus van liefde en vertrouwen(1949)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] VII Toen moederlijkheid het eerst heeft vertoond haar mild-bewogen gezicht, doordrong zulk een glans het binnenlicht, als leven nog nooit had bewoond. Wreedheid en ruwheid roken tegenkracht niet te weerstaan; duizend kleine bloemen ontloken onder de voeten in 't gaan. Moederlijkheid strijdt. ‘Mijn kind zal niet lijden wat ik lijd. Mijn kind zal leve' in een wereld die is niet zoo vol wreedheid en droefenis. Zoo lang ik leef kan ik niet rusten; strijden moet ik voor mijn kind.’ Geritsel begint in 't onbewuste: ‘en d' andren?’... Luwer dan luw waait een wind, wijder dan wijd omvat leven uw ring, moederlijkheid. Moederlijkheid lacht... In sterlooze aarde-nacht is zilver een ster verschenen, nog eene en nog eene: violenpracht van zorgende handen bloeit in kinderlanden, stilt de schreiende klacht. Moederlijkheid lacht. Vorige Volgende