Sonnetten en verzen in terzinen geschreven(1983)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] Hoe de ziel haar geluk diepst voelt bij beschouwing van wat haar lot kon wezen. Zooals wanneer, over 't geliefd gelaat eve' een trek glijdt die, tragisch meer dan stroef, zijn schoonheid maakt nog treffender maar droef om aan te zien, wijl hij de ziel verraadt die zich zou vorme', als leed die lijnen groef, zooals door 't hart, dat luidst voor dit hart slaat dàn 't innigst voelen van de erkenning gaat: ‘Wèl mij, wèl mij, dat ik 't was die begroef, die diep en goed begroef den trek van leed onder vreugden, die 'k ophoopte met handen’ en 't nooit de zachtheid van dat uur vergeet -, zoo voelt de ziel haar volle rijkheid meest als denke' een tip oplicht en in de landen zien doet, waar jeugd te wonen heeft gevreesd. Vorige Volgende