Sonnetten en verzen in terzinen geschreven(1983)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Over onzichtbaar voortschrijdenden groei. Tooi als vlinders, die ze zoo wit deed schijnen hebben afgeschud al de bloesem-boomen, verlust' gende oogestoeten niet meer komen tot hen, 't egale groen doet roem verkleinen. Bloesems, geborene om te verdwijnen, liggen verstrooid, verlaagd paden omzoomen, maar waar de blikke' in 't dichte groene schroomen lacht al, leeft heimelijk sterk, 't-eens-te-zijne: de vrucht, levende droom van rood en goud. - Zóó, als bloesem van jeugd gevallen is gaat schoonheid onder en blijft 't leege achter voor 't oog, dat erbarmelijk toezicht houdt; maar rijpend al, weet geduldige wachter de nieuwe, blijvende gestaltenis. Vorige Volgende