Sonnetten en verzen in terzinen geschreven(1983)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Over de zekerheid van ongestoorde vreugde. Nu heeft de morgen voor goed afgedaan zijn vrees-aanjagende stroeve gezicht, en als een hooge grotzaal die met licht blank gemaakt wordt, komt hij feestelijk aan. En ik sta, rechtlachend zie ik hem gaan en komen en gedenk hoe 'k een gewicht hem achtte en klaagde dat ik opgericht hem niet kon drage' en kromp voor zijn kille aan- raking en weende, dat ik weder sliep. En hoe hij nu geworde' is als een vriend die niet verschrikken kan schoon hij ook riep en wekte in nachtdiept' wijl hij zoo veel maal bode van vreugd was dan zijn stem verdient te heeten fanfare van zegepraal. Vorige Volgende