Sonnetten en verzen in terzinen geschreven(1983)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 11] [p. 11] Over onderlinge vervreemding en verlatenheid. Soms zitten menschen met een glad gezicht bij tweeën of bij drieën: hun gedragen is flauwtjes, en de harten die ze dragen in 't bekennen van hun oogen, zijn dicht. En de vlammen van hun stem die bij vlagen uitbreke' en make' ondere donkers licht en de gebaren die, - als kand'laars schragen brandende kaarsen, dragen 't stemme-licht - zijn weg, Hun woorden valle' in holen van mij dropsgewijze en maken geen geruisch nemen niets mee en brengen ook niets aan als dieven rondgaan in een leeg, leeg huis: een groote leegte wast in mij bestendig en wil, en weet niet wat, hongert ellendig. Vorige Volgende