Sonnetten en verzen in terzinen geschreven(1983)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] Over de grenzen van mijn wezen. Niet mijn de makkelijke en onbenepen wellende sprakingen, niet de ongestoorde gebaren die glijen gelinde door de ruime atmosfeer: lustig zeilende schepen. Niet mijn van joelende en brood-dronken woorden frazig gepraal, als wapperende reepen feestelijk doek - en niet mijn de gegrepen handen, de heftige oogen, de verstoorde gedragingen, alle die on-bereik'lijk. Maar mijn de magistrale en als kalmatie werkende aandacht, mijn het heusch bejegene' en volge' in willige overgang - en rijk'lijk mijn 't straffe tegenstribb'le' en stugge tegen- houden van 't ongewilde in serieuse statie. Vorige Volgende