Het leed der mensheid laat mij vaak niet slapen
(1984)–Henriette Roland Holst-van der Schalk–
[pagina 214]
| |
Open brief aan Maksim GorkiMaksim Gorki was het pseudoniem van de Russische schrijver Peškov (1868-1936), die de Russische bolsjewiki moreel en financieel steunde. Van 1906 tot 1913 verkeerde hij in ballingschap; hij onderhield met o.a. Lenin contacten. Na de februari-revolutie van 1917 gaf hij in Rusland een eigen krant uit, die al snel vanwege een te non-conformistische houding werd opgeheven. In oktober 1917 kritiseerde hij de revolutionaire terreur en het beleid van Lenin; toch werkte hij samen met de bolsjewiki, die hem in staat stelden zijn educatieve en culturele werkzaamheden voort te zetten. Hij trad op als beschermer van kunstenaars en geleerden en verdediger van culturele waarden. Vanaf 1921 verbleef Gorki opnieuw in het buitenland. Teruggekeerd in Rusland fungeerde hij vanaf 1931 als bemiddelaar tussen Stalin en het culturele leven in Rusland. Zijn werk is sociaal-realistisch van aard. Hij schreef verhalen, romans, een autobiografie en literaire portretten (o.a. van Tolstoi). In de Open brief aan Maksim Gorki (Roland Holst 1918a) leeft Henr. Roland Holst mee met Gorki, die als kunstenaar zijn houding tegenover het regime in Rusland moest bepalen. Tevens laat zij hier zien hoe zij zelf de positie van socialistisch kunstenaar ervoer. De tweespalt tussen droom en realiteit, die zij in dit verband noemt, heeft zij dikwijls in haar poëzie beschreven. Enkele jaren na depublikatie van deze Open brief in De nieuwe tijd zal zij Gorki ontmoeten. Het wordt voor haar een enorme teleurstelling omdat Gorki geen vertrouwen meer blijkt te stellen in de Russische revolutie (Roland Holst 1922c:51-54).
In het laatste tijdvak vóór de wereldoorlog, toen het socialisme in West-Europa al tam en zacht was geworden, zich thuis voelde in de salons en aan de hoven verkeerde, toen noemden vele grote geleerden, vele beroemde kunstenaars en letterkundigen zich ‘socialisten’. Evenals in de jaren '40 der 19de eeuw, was het socialisme mode geworden. Het boezemde niet langer vrees in aan regeerders en heersende klassen. Het te belijden was volmaakt ongevaarlijk en bood geen enkele belemmering voor een eervolle maatschappelijke loopbaan, voor het opklimmen tot hoge ambten en de benoeming tot officiële waardigheden. Integendeel: als onderdeel van een parlementaire meerderheid of een kabinet beschikte de sociaal-demokratie vaak zelf, | |
[pagina 215]
| |
in de personen van haar leiders, over het vergeven van posten, waardigheden en dekoraties. Zij stond niet langer onverzoenlijk tegenover het kapitalisme, zij had zich aangepast aan de burgerlijke maatschappij. In de katastrofe van de wereldoorlog werd het socialisme der officiële sociaal-demokratische partijen gewogen en te licht bevonden; en niet anders verging het dat van de beroemde letterkundigen die in min of meer innige verstandhouding tot deze partijen hadden gestaan. Allen bezweken voor de nationalistische en imperialistische zwijmel. Anatole France,* Verhaeren,* Wells,* Bernard Shaw,* nog anderen, al de wereldberoemde schrijvers die het progressieve, humanitaire, ordelievende en reformistische socialisme sedert het begin der 20ste eeuw hadden opgeluisterd door hun grote vermaardheid, - zij werden door de ontzaglijke vloed van hartstochtelijke gevoelens die de oorlog opwekte, teruggeworpen op de kusten der burgerlijk-kapitalistische levensbeschouwing. Zij werden verheerlijkers en apostelen van de nationalistisch-imperialistische idee. Nu bleek, hoe vast al deze nog verbonden waren aan de burgerlijke klasse, hoe diep doortrokken van haar ideologie, hoe zij zich de toekomst der mensheid niet anders konden voorstellen dan in de politieke en sociale vormen der burgerlijke samenleving. Van de beroemde Westeuropese letterkundigen bleef enkel Romain Rolland* trouw aan zijn kosmopolitische beginselen, aan zijn idealen van verzoening tussen Frankrijk en Duitsland, zonder te beseffen, hoe de grond voor zulk een verzoening in de burgerlijke maatschappij ontbrak. Een tragische figuur, door zijn zedelijke moed, zijn volstrekte vereenzaming, zijn wanhopige strijd om de internationale gedachte en de demokratische vrijheid te redden in de imperialistische fase van het kapitalisme, zijn aanvankelijke onmacht om te begrijpen dat deze enkel gered konden worden door het strijdbare communisme, de massale aktie van het wereldproletariaat voor een nieuwe maatschappij.
Zoals Romain Roland in het burgerlijke westen, zo hield gij, Maksim Gorki, alléén onder de beroemde dichters en schrijvers, in het absolutistische oosten van Europa stand tegen de nationalistische vloed. Maar terwijl hij stand hield in naam van een ideologie die geen wortels had in de sociale bodem, in naam van een beginsel dat slechts enkelen ontroeren kon, hield gij stand in naam van het revolutionaire internationalistische socialisme, de ideologie die de proletarische voorhoede in Rusland bezielde en aandreef tot heldhaftige strijd. En wij, revolutionair-socialistische kunstenaars in het kleine neutrale Holland, waar de politieke en sociale gedachte de sociale strijd vèr vooruit is, waar de revolutionair zich bijna uitsluitend voeden moet met de ideële weerglans van de strijd die buiten de landsgrenzen laait, wij zagen met trots en liefde en warme | |
[pagina 216]
| |
kameraadschap naar u, die in die algemene verloochening, die algemene ondergang trouw was gebleven aan het revolutionaire internationalistische ideaal. Niet dat wij van u iets minder hadden verwacht. Wij kenden uw werken en wij wisten, dat ge u voelde een zoon en een broeder van het naar vrijheid dorstende volk. Wij wisten dat gij een vijand was niet enkel van het Russische absolutisme maar ook van de Russische bourgeoisie en het klein-burgerlijke leven in Rusland. Had gij dit laatste niet telkens gegeseld in zijn erbarmelijke bekrompenheid, zijn laffe angsten, zijn dodelijke sleur? Waren uw werken niet één lofzang op verzet en opstandigheid, op de bevrijding van het leven uit de kluisters der oude gedachten en zeden, van de oude vormen en vooroordelen, die het beklemmen? Zolang in Rusland de sociale krachten ontbroken hadden, in staat de massale strijd tegen dwang en onderdrukking te voeren, zocht ge uw helden onder de individuele en individualistische rebellen: onder de zigeuners en vagebonden, de minnaars en enige genieters in Rusland van het vrije leven zocht ge ze. Nimmer verheerlijkte ge, zoals de generatie van grote schrijvers vóór u, de duldzaamheid, de lijdzaamheid van de mužik* als hoogste deugd, nimmer was uw sociaal ideaal de berusting. Ge verheerlijkte altijd de rebellie, de aktieve opstandigheid tegen de mensonwaardige toestanden waarin uw volk verkeerde, tegen domheid, traditie, vooroordeel. En zodra de arbeidersbeweging haar kracht manifesteerde, hebt ge haar tot uw held gemaakt. In De moeder (1907) poogde ge iets van de grootheid der eerste half-proletarische revolutie, de Russische van 1905, te beelden, iets van de grootheid der lijdende en strijdende massa, die voor de eerste maal zelfstandig het wereldtoneel beschrijdt. Ge scheen met de idee van deze strijd, van de worsteling der proletarische en boerenmassa's, vereenzelvigd. Gij bleef getrouw na de nederlaag, onder de reaktie van 1907 en de volgende jaren; ge bleef het proletariaat getrouw toen zoveel kleinere kunstenaars afvielen, toen bijna het gehele intellekt in obscurantisme en sensualisme verzonk. En die jaren, zowel vóór als gedurende de wereldoorlog, stond gij in nauwe verhouding tot de Russische sociaal-demokratie, de partij die wij in West-Europa nog in haar geheel beschouwden als revolutionair. Maar toen in februari 1917 het tsarisme bezweek onder de stoot die de arbeiders- en soldatenmassa's het toebrachten, toen bleek dat wij ons in dit opzicht hadden vergist: een deel der Russische sociaal-demokratie was even verburgerlijkt, even afkerig van revolutionaire strijd, als de officiële partijen van West-Europa. In plaats van in te stemmen met de leus der bolsjewiki: ‘Alle macht aan de Sovjets’, ging het samen met de zwakke, huichelachtige, politiek-verdorven Russische bourgeoisie, zelf een marionet wier bewegingen bestuurd werden door de grote kapitalisten te Londen en New York. En toen in oktober de Sovjets, aangedrongen tussen de keuze, Rusland over te leveren aan reaktionaire avonturiers of te beproeven zich meester te maken van | |
[pagina 217]
| |
de macht, dit laatste besloten, toen vonden zij, van de eerste dag van hun machtsverheffing af, de mensjewiki en rechtse sociaalrevolutionairen tegenover zich. Wat betekende, dat een groot deel van het gespecialiseerde intellect en van de kleine burgerij partij koos tegen de poging om in Rusland de socialistische idee te verwezenlijken, voor zover de ekonomisch-sociale ontwikkeling haar verwezenlijking mogelijk maakte. De splitsing in de sociaal-demokratie verzwakte de revolutie, versmalde haar basis, verminderde haar moreel en politiek overwicht. Reeds door die splitsing ontbraken de voorwaarden die het de arbeidersmassa's eens, naar wij vertrouwen, mogelijk zullen maken, te overwinnen en zich te handhaven zonder of bijna zonder uiterlijk geweld. Reeds de betrekkelijke zwakte der revolutie door het gebrek aan eensgezindheid der massa's had tot gevolg dat de proletarische diktatuur onvermijdelijk harde, vaak wrede, vormen moest aannemen. Immers, dit gebrek aan eensgezindheid gaf de onttroonde verdrukkers en uitbuiters moed tot telkens herhaalde intriges en komplotten tegen de sovjet-regering. Meer nog: de mensjewiki en rechtse sociaalrevolutionairen leverden de manschappen voor de pogingen der reaktie om de massa's opnieuw in het oude juk te spannen. Nog verveelvoudigden de omstandigheden waaruit de revolutie voortkwam haar verschrikkingen in het oneindige. ‘Een revolutie uit de oorlog geboren,’ zegt Lenin in zijn brief aan de Amerikaanse arbeiders,* ‘kan niet anders dan ontzettende moeilijkheden en smarten doormaken. Zij zijn het erfdeel, haar door de reaktionaire en uitputtende slachting van de vier oorlogsjaren achtergelaten.’ De revolutie vond Rusland, ekonomisch en sociaal gesproken, in één geweldige bouwval verkeerd. Zij vond hongersnood en massale werkloosheid, zij vond de voorraden opgeteerd, de arbeidsmiddelen vernietigd, verkeer en vervoer ontwricht. Zij vond in de massa's der verdrukten de oude banden van onderdanigheid en vrees verscheurd, die hun elementaire instinkten in toom hadden gehouden, zij vond hun zielen verruwd en verwilderd door de verschrikkingen die zij hadden doorleefd en de wreedheden die hun meesters hun hadden geleerd te bedrijven. Zij zelf wekte in deze massa's voor de eerste maal de menselijke persoonlijkheid, - en zij kon niet verhoeden, dat dit ontwaken aanvankelijk ruwe, woeste, grof-egoïstische vormen aannam.Ga naar eindnoot1 Dit alles maakt het wilde chaotische karakter der eerste fase van de proletarische revolutie in Rusland begrijpelijk, de tomeloze uitbarstingen van begeerlijkheid die haar vergezellen, de anarchistische stromingen, die telkens in haar opduiken, de kolken van wreedheid en wraak, die haar onstuimige wateren vaak vertroebelen. Het maakt ze begrijpelijk voor ons inzicht, maar daarom niet minder verschrikkend voor onze verbeelding en ons gemoed. En toen gij, Maksim Gorki, al deze verschrikkingen lichamelijk doorproefde, toen de revolutie in haar woeste vaart vaak alles ondersteboven rende wat u waard en heilig was en haar, naar ge vast vertrouwde, waard en heilig zou wezen: | |
[pagina 218]
| |
vrijheid van het gesproken en geschreven woord, rechtvaardigheid en mildheid, menselijkheid en gemeenschapszin - toen bezweek een spanne tijds uw hart en ge wankelde, ge wankelde in uw trouw aan de revolutie. Er zijn er misschien onder ons, revolutionaire intellectuelen in West-Europa, die u hebben gesmaad om uw wankeling en hoogmoedig neerzien op uw tweestrijd. Schrijftafel-helden, mensen arm aan verbeeldingskracht zijn zij die zich niet vermogen voor te stellen, wat het lichamelijk doorleven der sociale omwenteling betekent. Mensen zonder het wijde en diepe meegevoel dat uw deel is, in hun eigen bekrompen afgunst en hun dor haatgevoel gevleid door de ruwe, instinktmatige daden der eeuwenlang onderdrukte massa's. Laat tegenover deze mijn stem dan de tolk zijn van hen die revolutionair van gedachte en gemoed als gij, Maksim Gorki, mèt u hebben gewankeld, mèt u geworsteld in zichzelf, omdat zij mèt u - voor zover dit in de verbeelding mogelijk is - de schokkende ervaringen der proletarische revolutie hebben doorleefd, haar bitterheden doorproefd, haar ontgoochelingen doorleden, van hen die haar rauwe werkelijkheid zagen botsen tegen hun droom en dreigen die te verbrijzelen. Wij revolutionaire dichters en kunstenaars kunnen niet anders - en hierin ligt onze kracht - dan in ons en buiten ons een schoon Beeld oprichten van het proletariaat, zoals het staat in zijn wereldbevrijdende worsteling. Dat beeld bewonderen wij, dat hebben wij lief. Het is droom en toch diepste, innigste, want verheerlijkende waarheid. Zijn trekken terug te vinden ook in de daden van blinde zelfzucht, van woeste haat en dierlijke losbandigheid die de revolutie begeleiden en somtijds schijnen de revolutie zelf te zijn, is zwaar en moeilijk. Worstelen en telkens opnieuw worstelen moeten wij om het te kunnen. Wij revolutionaire kunstenaars hebben allen in ons opgenomen de burgerlijke kultuur, ons gelaafd aan haar oneindige rijkdom. Wij groeiden van haar, zij was een deel van ons leven. In de proletarische revolutie zien wij, hoe ruwe handen haar vermorzelen. De arbeidende massa's voelen niet de minste piëteit voor de burgerlijke kultuur. Hoe zouden zij het voelen? Zij hebben immers nooit deel aan haar gehad! Zij verwoesten met wellust, wat wij gehoopt hadden dat zacht ter rust zou worden gebed. Dat doet ons pijn, - en die pijn te overwinnen is zwaar en moeilijk. Gestadig worstelen moeten wij, om het te kunnen. Wij allen, dichters en kunstenaars, hebben ons medegevoel tot het uiterste verfijnd en zijn voelhorens uitgestrekt naar alle grenzen van het leven. Het te vermogen is het heerlijke voorrecht, dat ons met alle levenden voelen, in al wat leeft doordringen doet. Het lijden der massa's was de sleutel, die hun 't eerst de toegang tot onze ziel ontsloot. In de revolutie treft ons het lijden en de ondergang van talloze beledigden en vernederden, die, omdat zij uit domheid of sleur of fanatisme hun lot verbonden aan dat der heersers, worden gekweld, mishandeld of gedood. Onze rechtvaardigheidszin, onze menselijkheid gaat uit naar deze slachtoffers van zonden van anderen. Wij kunnen gemakkelijk rechtvaardig zijn: | |
[pagina 219]
| |
onze haat is niet, gelijk die der massa, onder de opgestapelde druk der eeuwenlange knechtschap vast en hard geworden als steen. Wij kunnen gemakkelijk menselijk zijn, wij die alle gelegenheid hadden ons in menselijkheid te oefenen, alle ruimte om de nieuwe heilige waarheden van het socialisme te proeven op onze tong, wij die in het socialisme boven alles liefhebben zijn uiteindelijke verschijning, zijn verste doeleinden: de verwezenlijking van de Eenheid der Mensheid. Maar de massa's, zij gaan in dit stadium van de strijd bijna uitsluitend op in het werk, nodig om die Eenheid tot stand te brengen: het terugdringen en overweldigen der bourgeoisie. En dit werk van terugdringen en overweldigen kunnen zij vaak niet volbrengen zonder handelingen te begaan die ons rechtvaardigheidsgevoel kwetsen en waar onze menselijkheid van gruwt. Zo brengt de revolutie, waarnaar wij zo vurig verlangden, ontelbare verschijnselen voort die ons verwarren, bedroeven, vertoornen, ontstellen en verbijsteren. Het is de oude, oude tweespalt tussen realiteit en droom. Onvermoeid moeten wij worstelen, om die tweespalt in ons op te lossen. Ontzettend zwaar is die worsteling. In vele van uw uitlatingen over de revolutie die ons bereikten, Maksim Gorki, vonden wij de blijken van die innerlijke worsteling terug. Uw verwarring, uw droefheid, uw toorn, uw ontsteltenis, uw verbijstering, uw afgrijzen somtijds, wij hebben ze verstaan en begrepen. Wij voelden hoe ze werd gemarteld in uw gemoed en in uw geweten geslingerd, wanneer de revolutie, zegevierende en toch tot het uiterste benard, in haar titanische pogingen om zich haar vijanden van het lijf te houden, greep naar methoden en middelen in praktijk bracht, die het socialisme ons in de heersers had leren verfoeien. Wij voelden ons verscheurd door diezelfde martelingen, wij leden als gij leed. Wij leden met u om de breuk, de wrede tweespalt tussen realiteit en droom. Maar wij leden ook nog anders om u, om u naar wie wij hadden gezien met zo diep en vast vertrouwen. Wij waren beducht dat uw afkeer voor de ruwe, harde en soms waarlijk afstotende vormen der revolutie u blind ging maken voor haar gouden kern, haar diepste wezen, haar heerlijke, bevrijdende kracht. Wij vreesden dat uw kritiek, uw weifelingen en aanklachten u aan de zijde zouden brengen van de vijanden van het volk. Wij wisten dat, hoe feller de klassetegenstellingen botsen, hoe smaller de scheidingslijn wordt tussen vriend en vijand, hoe ondoenlijker het innemen van een positie tussen beide legers. Wij wisten dat wie in het tijdperk van felle worsteling, voor Rusland reeds begonnen en dat geheel de kapitalistische wereld tegemoet snelt, niet onwrikbaar blijft verbonden aan de revolutionaire massa, ondanks de tekortkomingen, fouten en misslagen die zij in de strijd bewijst en begaat, onherroepelijk te land komt bij de vijanden der massa, bij hen die de imperialistische heerschappij willen handhaven of herstellen. Uit afschuw voor de betreurenswaardige maar historisch onvermijdelijke | |
[pagina 220]
| |
uitspattingen der sociale revolutie zullen de weifelaars zich verbinden met hen die in één onafgebroken gruwelijke uitspatting de beschaving en de mensheid willen opofferen aan hun demonische heerszucht en hebzucht. Uit verontwaardiging voor sommige betreurenswaardige, maar op zich zelf staande en feitelijk accidentele schendingen van menselijkheid en recht door de revolutie, zullen zij hand in hand gaan met de sociale wolven voor wie de mensheid eindigt bij de kliek der grote bezitters en de rechtvaardigheid bestaat in het onderlinge verdelen van de buit. Hoevele der grote Russische denkers, strijders en martelaars die wij vereerden, zijn reeds bij de vijanden der revolutie, de vijanden der mensheid te land gekomen: Kropotkin*, Plechanov*, Breskovskaja*, Spiridonova*. Zouden wij ook u moeten verliezen? Vrees daarvoor verontrustte onze harten zéér. Maar sedert wij weten, dat ge uw beste krachten en gaven in dienst hebt gesteld van de Sovjet-regering, zijn wij gerust en verheugen wij ons. Ge zag het gevaar, ge besefte waarheen het schommelen tussen de partijen u moest voeren, ge begreep de ideale inhoud, de hoogste mogelijkheden der revolutie; ge overwon uw aarzelingen, groothartig zette ge u heen over de wrevel, door menig grievend en krenkend woord in u gewekt. Ge zag waar ge behoorde te staan en ge nam uw plaats in onder de aanvoerders der scharen, strijdend voor het menselijke heil.
De sociale revolutie is oneindig in haar doeleinden, het ganse menselijke leven omvat zij, talloos zijn haar facetten. Naast het facet van de felle politieke strijd tegen de vijandelijke klassen schittert die der ekonomische en sociale rekonstruktie, en daarnaast het facet der zedelijke, verstandelijke en artistieke verheffing van het gehele arbeidende volk. Gij, Maksim Gorki, zijt thans uitverkoren, om het heerlijke werk, de geestelijke verheffing der brede massa's in de Sovjetrepubliek te bevorderen, hun elementaire drang naar schoonheid en beschaving te stillen, hun het leven der mensheid te ontsluiten, hen rond te leiden in haar hoogste en diepste domeinen, hun begerige handen te vullen met de stilglanzende paarlen en het fonkelend gesteente, in de werkplaatsen van het menselijke genie gerijpt. Wat niets dan een waan, een leugen was en is in alle kapitalistische landen: de massa te maken tot deelgenoot aan de schoonste schatten die de mensheid in de eeuwen verzamelde, in Rusland wordt het nu waarheid en gij, gelukkige, gaat in dat grote beschavingswerk als leider voor. Hoe verheugen wij ons hierin, èn om uwent- èn om onzentwille, èn om de zegenrijke vruchten die wij verwachten van uw werkzaamheid. Zeer verblijd zijn wij, dat de politieke leiders der Sovjet-republiek u riepen tot een zo belangrijke post. En zoals het Russiche proletariaat onze leermeester is geweest in het gebruik der massale staking en der massale dienstweigering, zoals | |
[pagina 221]
| |
het thans onze leermeester is in de socialistische rekonstruktie der maatschappij, zo hopen wij ook van u te leren op welke wijze, door welke methoden de geestelijke verheffing der massa's het best wordt gediend. Wij verheugen ons van harte voor de Russische volksmassa's, dat de zon van uw fijne, vurige en sterke menselijkheid vrijelijk zal kunnen doordringen in het plastische wezen van hun schoonheidsbegeerte, hun drang naar verheffing. Maar niet minder verheugen wij ons voor u, Maksim Gorki, dat gij dapper en groothartig uw lot aan het lot der revolutie verbond op het ogenblik dat haar vijanden, de kapitalistische klassen van alle landen, hun pogingen verdubbelen om haar in een ijzeren ring te worgen, dat zij de hand van fanatieke sluipmoordenaars wapenen om haar te treffen in haar meest geliefde leiders. We verheugen ons voor u, dat uw naam als revolutionaire kunstenaar ongerept in de toekomst zal stralen, dat ge zó zult voortleven in de heugenis der komende geslachten. We verheugen ons dat ge veilig zijt voor de schande der afvalligheid aan de heilige zaak der menselijke bevrijding. Wij zenden u, Maksim Gorki, de betuiging van onze liefde en warme sympathie, en wij leggen voor u de gelofte af in uw sporen te treden, als gij onze tweespalt en aarzeling te overwinnen, onze plicht te vervullen in de grote worsteling die zich ongetwijfeld zal uitbreiden, tot zij alle landen omvat. Moge het velen van ons gegeven zijn, eenmaal als gij onze krachten te wijden aan de geestelijke verheffing van de bevrijde, door eigen strijd bevrijde volken.
Laren, september '18. |
|