| |
| |
| |
Annotaties
36 | de agrarische kwestie: Gorter viel in 1901 de ‘agrarische paragraaf’ aan; deze was in 1897 in het verkiezingsprogram van de s.d.a.p. opgenomen. In 1901 felle discussie over de vraag of de marxistische concentratietheorie ook voor de landbouw gold. In dat geval zou het steunen van kleine bedrijfjes zinloos zijn; dit standpunt was in Duitsland door Kautsky verdedigd. |
36 | het toenemen van de invloed: in 1901 verkreeg de s.d.a.p. zeven kamerzetels. |
42 | Lassalle: Ferdinand Lassalle, 1825-1864, Duits socialist; sloot zich in 1848 bij de groep van Marx aan, werkte mee aan diens Neue Rheinische Zeitung. Verschilde op een aantal punten van mening met Marx. |
42 | Anseele: Edward Anseele, 1856-1938, Belgisch staatsman, deed op sociaal gebied veel voor de arbeiders. |
42 | Bebel: Ferdinand August Bebel, 1840-1913, aanvankelijk door Lassalle, later door Liebknecht beïnvloed. Bebel en Liebknecht streefden naar samengaan van de marxisten en de Lassalleanen. Bebel was de leider der Sozialdemokratische Arbeiterpartei, in 1869 door Bebel en Liebknecht opgericht. |
42 | Recht voor allen: F. Domela Nieuwenhuis gaf dit blad vanaf 1879 uit. Vanaf 1882 het orgaan van de Sociaal-Democratische Bond. |
42 | De Sociaal-democraat: orgaan der s.d.a.p., 1896-1900, jg. 1-5. |
42 | Het Volk: het dagblad van de s.d.a.p. |
42 | Kommunistenbond: Kommunisten-Bond in Nederland, opgericht 1-2-1902; streefde naar gemeenschappelijk eigendom van de produktiemiddelen, zag als taak ‘beginselpropaganda’, bestrijding van militarisme en ‘dogmatiek kerkgeloof’, etc. |
42 | Vrije Socialisten: de eerste jaargang van de Vrije Socialist verscheen in 1898 onder redactie van F. Domela Nieuwenhuis; doel: anarchistisch gezinden samenbrengen; op verschillende plaatsen ontstonden groepen Vrije Socialisten; gedurende korte tijd was er een Federatie van Vrije Socialisten. |
42 | Hugenholtz: F.W.N. Hugenholtz, 1868-1924, predikant, later reclasserings-ambtenaar, vertegenwoordigde de s.d.a.p. in gemeenteraad Haarlem resp. Den Haag en in Tweede Kamer. |
42 | Ter Laan: K. ter Laan, 1871-1963, vanaf 1901 in Tweede Kamer, militair specialist van s.d.a.p.; werd in 1914 eerste socialistische burgemeester van Nederland (Zaandam); tevens taalkundige en folkloristische studies. |
| |
| |
42 | Schaper: J.H.A. Schaper, 1868-1934, s.d.a.p.-propagandisten -leider; vanaf 1899 in Tweede Kamer, vanaf 1901 als fractievoorzitter. |
42 | Spiekman: H. Spiekman, 1874-1917, zeer actief s.d.a.p.-leider; kwam in 1901 in gemeenteraad Rotterdam; o.a. lid partijbestuur; in 1913 in Tweede Kamer gekozen. H. Roland Holst schreef in De nieuwe tijd, jg. 12 (1907), 628vv, een ‘Antwoord aan Spiekman’. |
42 | Gerhard: A.H. Gerhard, 1858-1948, een der twaalf ondertekenaars van oprichtingsmanifest s.d.a.p.; trad vanaf 1913 in partij op voorgrond, o.a. in parlement. |
42 | Mendels: M. Mendels, 1868-1944, vestigde zich in 1902 als s.d.a.p.-propagandist in Zaandam; later lid van o.a. Tweede en Eerste Kamer; behoorde tot de ‘Nieuwe Tijd-groep’. |
42 | Petter: F.H. Petter, 1866-?, machinist van beroep, leider van machinistenbond en lid hoofdbestuur der Federatie van spoorwegorganisaties, waarbij de machinisten zich in 1901 hadden aangesloten. |
42 | Oudegeest: Jan Oudegeest, 1870-1951, belangrijk vakbondsleider; speelde als leider van de Ned. Vereniging van Spoor- en Tramwegpersoneel grote rol bij de spoorwegstaking; o.a. kamerlid voor en voorzitter van s.d.a.p. |
43 | Treub: M.W.F. Treub, 1858-1931, Nederlandse staatsman, aanvankelijk voorstander van een radicale politiek; hoogleraar economie te Amsterdam (1896-1904). Als vrijzinnig democraat in Tweede Kamer. |
44 | H.IJ.S.M.: Hollandsch IJzeren Spoorweg-Maatschappij. |
44 | A.N.D.B.: Algemene Nederlandse Diamantbewerkers Bond, opgericht in 1894. H. Roland Holst kritiseerde later de leiders ervan (vgl. De tribune, 12-8-1916, De nieuwe tijd 1919: 690 vv). |
47 | campagne in Amsterdam IX, verkiezing in III: In 1902 werd kamerzetel voor kiesdistrict Amsterdam IX vacant, zodat tussentijdse verkiezing nodig was. Na intensieve s.d.a.p.-campagne won s.d.a.p.-kandidaat Troelstra. Voor herstemming werd felle tegencampägne gevoerd door katholieken en protestanten, wat leidde tot uiteindelijke overwinning van anti-revolutionaire kandidaat. Later in 1902 ook in district Amsterdam III tussentijdse verkiezing; Troelstra won ditmaal en kwam zo in Tweede Kamer; bovendien kreeg s.d.a.p. nu ook zetel in Amsterdamse gemeenteraad. |
47 | Ongevallenwet: de eerste sociale verzekeringswet (uit 1901), uitsluitend gericht op de werknemers. Betrof ongevallen tijdens beroepsuitoefening. |
52 | Van der Goes: Frank van der Goes, 1859-1939, socialistisch letterkundige en publicist; mede-oprichter van De nieuwe gids; vooraanstaand marxistisch theoreticus van s.d.a.p.; in redactie van De nieuwe tijd. |
56 | Thesen over Feuerbach: Marx' Thesen über Feuerbach, waarschijnlijk geschreven in 1845-1846, werden in 1886 door Engels gepubliceerd. |
59 | Anti-Dühring: Engels' geschrift Herrn Eugen Dührings Umwälzung der Wissenschaft, 1878. |
| |
| |
60 | Holbach: P.H.D. Holbach, 1723-1789, overtuigd materialist, voorstander van een materialistisch monisme; ontkende het bestaan van een zelfstandig geestelijk beginsel naast of achter de materie. |
67 | gezellig verkeer: sociaal contact. |
68 | Charlotte Perkins Gilman: 1860-1935, rond de eeuwwisseling bekend om haar maatschappijkritiek. Vooral haar analyse van de vrouw in de geschiedenis, politiek en economie, Women and Economics (1898), bracht haar internationale erkenning. |
68 | Lyer-Müller: Franz Müller-Lyer, 1857-1916, socioloog en psychiater, auteur van Die Entwicklungsstufen der Menschheit, 7 delen, 1910-1924; deel 4: Die Familie, 1912. |
69 | Bebel: zie de annotatie bij p. 42. |
76 | Zimmerwald: zie p. 154vv. |
76 | Clara Zetkin: 1857-1934, Duits communiste, al vóór Eerste Wereldoorlog actief in vrouwenbeweging; lid van het dagelijks bestuur van de Komintern. Schreef vanuit radicaal marxistisch standpunt in het blad van de sociaal-democratische vrouwenorganisaties, Die Gleichheit (zie Roland Holst, Tijd en taak 1932, no. 39). |
86 | Taboristen: radicale religieuze beweging uit 15de eeuw (Duitsland). |
86 | Lollarden: sociaal-religieuze beweging tijdens late middeleeuwen. Predikte volstrekte armoede en apostolische eenvoud; vooral in Engeland veel aanhangers. |
86 | Het rijk der Noodwendigheid etc.: Engels sprak in 1882 van ‘de sprong der mensheid uit het rijk van de noodzakelijkheid in het rijk der vrijheid.’ Deze begrippen komen ook voor in deel III van Das Kapital (1894). H. Roland Holst gebruikte deze formulering herhaaldelijk. |
90 | Dietzgen: zie hier p. 54 vv. |
96 | Branting: Karl Branting, 1860-1925, Zweeds staatsman, speelde in 1889 grote rol bij oprichting sociaal-democratische partij, werd daarvan de leider; streefde naar geleidelijke invoering van socialisme d.m.v. wetgeving. Premier in 1920, 1921 en 1924. |
96 | Stauning: Thorvald Stauning, 1873-1942, Deens politicus, begon zijn carrière in vakbeweging. Was partijvoorzitter, minister (1916-1920) en minister-president (1924-1926, 1929-1942). |
97 | het Rijk der Vrijheid: zie de annotatie bij p. 86. |
101 | tsjeka: čeka, Algemeen-Russische Buitengewone Commissie voor de bestrijding van de contra-revolutie en sabotage; van dec. 1917 tot febr. 1922. |
103 | sovjet-mamzels: mamzel', juffrouw. |
104 | propuski: doorlaatpasjes. |
106 | vrouwenconferentie: zie de annotatie bij p. 112. |
106 | John Reed: 1887-1920, Amerikaans schrijver, voorstander van de Russische revolutie; bevriend met Lenin. Schreef propaganda voor de bolsjewiki, werd
|
| |
| |
| in Amerika herhaaldelijk gevangen gezet. Richtte in 1919 de Amerikaanse communistische partij op. Stierf te Moskou. |
107 | Lunačarskij: A.V. Lunačarskij, 1875-1933, Russisch geleerde en politicus; keerde in 1917 terug uit ballingschap, was tot 1929 volkscommissaris onderwijs. |
107 | Bucharin: N.J. Bucharin, 1888-1938, een der belangrijkste theoretici van het sovjet-marxisme; in 1928 door Stalin als revisionist bestempeld; verzette zich in 1930 tegen het te hoge tempo van collectivisering en industrialisatie, werd gearresteerd (1937) en ter dood veroordeeld. |
108 | Smeral: dr. B. Smeral, 1880-1941, Tsjechisch communistisch politicus, voorzitter (1914-1918) van de Tsjechische Sociaaldemocratische Partij en van de Communistische Partij van Tsjecho-Sl. (1921-1924). |
108 | Zinov'ev: G.J. Zinov'ev, 1883-1936, sloot zich in 1902 aan bij de bolsjewiki, was een van Lenins naaste medewerkers, ook na de revolutie van 1917. Voorzitter (1919-1926) van de Derde Internationale. Later in conflict met de partij. In 1936 geliquideerd. |
108 | Eugen Varga: Evgenij Samojlovič Varga, 1879-1964, econoom; in Hongarije geboren, in 1920 naar u.s.s.r geëmigreerd; werkte voor de Comintern. |
109 | Zimmerwald: zie p. 154vv. |
109 | domme streek...: Zij heeft het vertrek van de trein vertraagd door te laat te komen bij een grensstation (Roland Holst 1922c: 12vv). |
112 | vrouwenconferentie: de tweede Internationale Communistische Vrouwenconferentie, juni 1921; in het presidium werd o.a. H. Roland Holst gekozen. Laatste dag van de conferentie: 17 juni (De tribune, 25-6-21). |
113 | Proletkult: het streven naar een proletarische massacultuur en culturele zelfstandigheid der arbeiders; de organisatie Proletkult werd kort voor de oktoberrevolutie opgericht. |
120 | gens, sibbe: kleinste economische eenheid, gebaseerd op verwantschap, in het oude Rome resp. de Oudgermaanse maatschappij. |
121 | Bucharin: N.J. Bucharin, Theorie des historischen Materialismus (1922); Bucharin wordt in Communisme en moraal herhaaldelijk genoemd, o.a. op p. 59. Zie ook de annotatie bij p. 107. |
126 | Boddisatwa: persoon die bestemd is Boeddha te worden, in zijn huidige of volgende leven. |
127 | Lao Tse: Chinees filosoof, ± 600 v. Chr. geboren, hield zich bezig met Tao en de deugd; zette zijn inzichten uiteen in het tweedelige Tao-te-King. |
127 | Bhagavadgita: episode van 700 verzen uit een Oudindisch epos, wellicht uit derde eeuw voor Chr.; een der heiligste teksten van het hindoeïsme. |
127 | Flûte de Jade: La flûte de jade. Poésies chinoises, Franz Toussaint, Parijs 1920. In 1922 al de 34ste druk. |
127 | Nó-spelen: klassiek-Japanse toneelspelen. Roland Holst schreef daar uitvoerig over (1928a: 93-113). |
| |
| |
128 | Dhan Gopal Mukerji: 1890-1936; Roland Holst las twee romans van hem in najaar 1927. |
130 | Amritsar: zie voetnoot p. 149. |
130 | Romain Rolland: Mahatma Gandhi, Nederlandse uitgave in 1924. Zie over Rolland de annotatie bij p. 215; zie ook Roland Holst 1948b. |
133 | citaten uit Marx' werk: berusten vermoedelijk op een passage uit Der Bürgerkrieg in Frankreich, namelijk: De arbeidersklasse ‘hat keine Ideale zu verwirklichen; sie hat nur die Elemente der neuen Gesellschaft in Freiheit zu setzen, die sich bereits im Schoss der zusammenbrechenden Bourgeoisgesellschaft entwickelt haben.’ (Werke, Berlin 1964 etc., dl. 17, 343). |
137 | De ziel weigerde enkel materie te zijn: waarschijnlijk een (vrije) vertaling van ‘Die Seele lässt sich nicht restlos aus der Mechanik herleiten (...)’, Hans Henning, Psychologie der Gegenwart, Berlin, 1925, p. 51. |
143 | Jongeren Vredes Actie (J.V.A.): pacifistische jeugdbeweging, in 1924 opgericht; vooral contacten met linkervleugel s.d.a.p.; radicaliseerde later. Omstreeks 1930 begon H. Roland Holst contacten te onderhouden met de j.v.a.; zij hield febr. 1930 een lezing tijdens een j.v.a.-bijeenkomst, verzorgde een j.v.a.-brochure: Vlag en lading. Het wereldstrijdkongres tegen den oorlog en de ongewelddadige anti-oorlogsbeweging (Oldebroek, 1932). |
147 | Aleksandra Kollontaj: 1872-1952, Russisch diplomate, dochter van tsaristische generaal; was na 1915 bolsjewiste. Was o.a. gezante en leider van de zgn. arbeidersoppositie (1921-'26). Voorstandster van het vrije huwelijk en een nieuwe seksuele moraal. H. Roland Holst ontmoette haar in Rusland (Roland Holst 1922c: 58 vv.). |
147 | Kerenski: A.F. Kerenski, 1881-1970, Russisch politicus, aanvankelijk advocaat; na het uitbreken van de revolutie febr.-maart 1917 als enige socialist in het Voorlopig Bewind, dat in mei een coalitie met de socialisten aanging; hierin werd Kerenski minister van defensie, vanaf juli minister-president, nadat er al verwijdering tussen hem en de burgerlijke richtingen was ontstaan. Hij hield het bolsjewisme nog enige maanden in bedwang; toen de oktoberrevolutie was uitgebroken, probeerde hij nog - tevergeefs - Petrograd te heroveren; vluchtte daarop naar Engeland. |
147 | Maria Spiridonova: 1884-1941, pleegde in 1906 aanslag op hooggeplaatst persoon, werd tot dwangarbeid veroordeeld; kwam in 1917 in vrijheid, koos partij voor de linkse sociaal-revolutionairen; meningsverschillen met de bolsjewiki, in 1918 kreeg ze gevangenisstraf, maar kreeg gratie en keerde de politiek de rug toe. H. Roland Holst bezong haar in Het feest der gedachtenis (1915); zie ook Bevrijding (1930, no. 12, 188 v.). |
148 | het bloedbad der Armeniërs: tijdens de Eerste Wereldoorlog werden de Armeniërs, onder Turks bestuur, massaal gedeporteerd, wat met moordpartijen gepaard ging. In 1920 werd Armenië voor een groot deel door het rode leger bezet. Ook in 1895 waren er, door de sultan, massa's Armeniërs vermoord. |
| |
| |
149 | I.L.P.: Independent Labour Party, een socialistische stroming binnen de vakbeweging. De I-L-P- was het meest politiek gericht. In 1900 verenigden vakbonden en socialistische organisaties zich, wat uiteindelijk zou uitmonden in de Labour Party. |
150 | Adama van Scheltema: C.S. Adama van Scheltema, 1877-1924, schreef De grondslagen eener nieuwe poëzie (1907; vgl. hier noot 5 op p. 274), een werk dat toegankelijker en oppervlakkiger was dan de esthetische geschriften van Gorter en Roland Holst. Zijn socialistische liederen vonden weerklank bij de massa's. In zijn latere gedichten werden eenvoudige gevoelens in een eenvoudige vorm beschreven. |
151 | Het eeuwige vuur: zinspeelt op I. van der Velde, Het eeuwige vuur. Met een inleiding van Henriëtte Roland Holst-van der Schalk, Amsterdam 1933, een bloemlezing van revolutionaire poëzie. |
155 | Radek: Karl Radek, 1885-1939, Russisch communist, werkte mee aan verschillende Poolse en Duitse partij-organen, analyseerde scherp het imperialisme; kritiseerde in 1921 de ‘Hollandse utopie’ van Pannekoek en Gorter. Zie ook p. 158v. |
158 | Zinov'ev: zie de annotatie bij p. 108. |
159 | Naše Slovo; voortzetting (van jan. tot juli 1918) van het burgerlijk-liberaal nieuwsdagblad Russkoe Slovo, dat in 1917 door de revolutionaire leiders werd opgeheven. |
159 | Pannekoek: A. Pannekoek, 1873-1960, Nederlands astronoom; behoorde tot de linkervleugel van de s.d.a.p., sloot zich aan bij de s.d.p., behoorde met Rosa Luxemburg tot de belangrijkste theoretici van de Sozialdemokratische Partei Deutschlands, was van 1916-1921 mede-redacteur van De nieuwe tijd; redigeerde samen met H. Roland Holst Der Vorbote, het orgaan van de beweging van Zimmerwald. Werd in 1920 met Gorter leider van de zeer linkse k.a.p., Kommunistische Arbeiter Partei, een splinterpartij die zich had afgescheiden van de k.p.d., Kommunistische Partei Deutschlands. |
159 | Rakovskij: C.G. Rakovskij, 1873-1941, politicus en diplomaat uit Bulgarije, genaturaliseerd tot Roemeen; als trotskist verbannen; in 1936 opnieuw gevangen gezet. |
160 | Vie Ouvrière: syndicalistisch orgaan, in 1907 door Pierre Monatte opgericht als antwoord op de crisis in de toen syndicalistische Confédération Générale du Travail. |
160 | Grimm: Robert Grimm, 1881-1956, Zwitsers socialist, een der leiders van de Zwitserse Democratische Partij en van de Tweede Internationale, directeur van de Berner Tagwacht; organisator en voorzitter van de Zimmerwald-conferentie. |
161 | Martov: L. Martov, 1873-1923, pseudoniem van J.O. Cederbaum, politicus, actief voor de mensjewiki, bestreed de oktoberrevolutie van 1917, in 1921 uit Rusland verbannen. |
| |
| |
163 | herdrukt artikel: Het socialisme is opgestaan, Fundament jg. 2 (1935), nr. 7, 30 vv. Overdruk uit De internationale, aug. 1915. |
165 | citaat: wellicht een citaat uit het werk van Meister Eckhart, al heb ik dit citaat tot nog toe niet kunnen vinden. Roland Holst was in Eckhart geïnteresseerd: zij herlas zijn Buch der Göttlichen Tröstung in 1935 en citeerde Eckhart in Roland Holst 1935c: 210. |
165 | Tsjernov: Viktor Černov, 1873-1952, een der eerste sociaal-revolutionaire leiders in Rusland, werd in 1917 minister van landbouw, emigreerde in 1920. |
165 | Wijnkoop: David Wijnkoop, 1876-1941, s.d.a.p.-propagandist, behoorde tot de fel-marxistische linkervleugel van deze partij; richtte De tribune op, behoorde in 1909 tot de oprichters der s.d.p. |
174 | Shelley: de naam Shelley duikt veelvuldig op in de geschriften van H. Roland Holst; zij had grote bewondering voor zijn dichtwerk. Vgl. Roland Holst 1922b. |
176 | Portia: (Porcia), dochter van Cato de Jongere, gehuwd met Marcus Bibulus, na zijn dood met Brutus, Caesars latere moordenaar; pleegde zelfmoord na Brutus' dood. |
176 | The Blessed Damozel: gepubliceerd in het tweede nummer van The Germ, het tijdschrift van de Pre-Raphaelite Brotherhood (jan. 1850; het blad bracht het niet verder dan vier nummers). |
176 | William Morris: 1834-1896, kunstenaar, nam deel aan de Pre-Raphaelite Brotherhood, legde zich later toe op kunstnijverheid, had veel invloed met zijn ideeën, ontwerpen en kunstnijverheidsprodukten. Het echt paar Roland Holst kwam mede onder invloed van zijn ideeën tot het socialisme. Zie ook: Roland Holst 1898b. |
177 | Jenny: aan dit gedicht begon Rossetti in 1848, maar hij schreef het grotendeels in 1858-1869. |
179 | Maeterlinck: over hem schreef Roland Holst een opstel in De nieuwe tijd, jg. 3, later opgenomen in Roland Holst 1925b. |
180 | Chartisme: volksbeweging in Engeland, voornamelijk in de periode 1837-1848; economisch-sociale beweging, die ook politieke eisen stelde. In het prozawerk van H. Roland Holst komt het Chartisme herhaaldelijk ter sprake. |
181 | omging: ontweek (germanisme). |
182 | The House of Life: autobiografische sonnettenreeks, verscheen in volledige vorm in Ballads and Sonnets (1881). |
186 | verzen in 1870: onder de titel Poems. |
187 | The King's Tragedy: vroeg in 1881 voltooide Rossetti dit werk, dat hij toen Kate Barlass noemde, om het in Ballads and Sonnets (1881) te kunnen publiceren. |
189 | Marx-citaat: een niet geheel volledig citaat uit Marx' Zur Kritik der politischen Ökonomie (1859). |
| |
| |
196 | Van der Goes: zie de annotatie bij p. 52. |
196 | Groot Nederland: dit tijdschrift werd in 1903 opgericht door Couperus, Cyriel Buysse en W.G. van Nouhuys; later hebben o.a. A. Roland Holst en M. Nijhoff erin gepubliceerd. |
203 | Dietzgen: zie hier p. 54vv. |
207 | Les Charmettes: buitenhuis van madame de Warens, waar Rousseau verbleef van 1732-1740; het waren voor hem gelukkige jaren; madame de Warens fungeerde voor hem als minnares en moederfiguur. |
210 | de ervaring van Bossey: in Bossey, waar Rousseau verbleef (1722-1724) bij dominee Lambercier, werd hij ten onrechte gestraft voor de beschadiging van een kam. Hij beschouwde dit voorval als symptoom van de ondoorzichtigheid van de menselijke verhoudingen. |
210 | Vicaire Savoyard: Het vierde boek van Emile bevat de Profession de foi du Vicaire Savoyard; een priester brengt Emile op een berg bij Turijn en laat hem d.m.v. de natuur God ontdekken. |
211 | Lamartine: Alphonse de Lamartine, 1790-1869, schreef in 1830 Harmonies poétiques et religieuses. Nam na een bezoek aan Palestina en de dood van zijn dochter afstand van de godsdienstige praktijk, al bleef hij geloven in een ontoegankelijke God en de verlossende kracht van het lijden dat deze aan de mens oplegt. Stelde in Histoire des Girondins deze revolutionairen als voorbeeld. Speelde in het revolutiejaar 1848 een grote rol. |
211 | Alfred de Musset: 1810-1857, auteur van wrange toneelstukken, deed in zijn mislukte liefdesverhouding met George Sand (1833-1834) inspiratie op voor vier grote gedichten (1835). |
212 | Saint-Marc Girardin: Jean Jacques Rousseau, sa vie et ses ouvrages avec une introduction par M. Ernest Benot, Paris 1875 (2 delen). Onder dezelfde titel verscheen een reeks artikelen in Revue des Deux-Mondes (1852-1856). |
215 | Anatole France: 1844-1924, communist, teleurgesteld in zijn sociale en pacifistische idealen door o.a. de Franse regeringspolitiek t.o. de vakbonden en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. |
215 | Verhaeren: Emile Verhaeren, 1855-1916, Belgisch dichter, bezong omstreeks 1894 de angst voor de vernietiging van de mens door de techniek. In latere bundels klinkt een sociaal optimisme door. |
215 | Wells: H.G. Wells, 1866-1946, ontwikkelde zich van marxist tot gematigd socialist en pacifist; schreef in zijn eerste periode science-fictionverhalen, verder stonden in veel romans sociale problemen centraal. |
215 | Bernard Shaw: 1856-1950, socialist, zijn toneelwerk is ironisch, drukt zijn socialistische ideeën over de hervorming van cultuur en samenleving uit; evenals H.G. Wells lid van de Fabian Society, vereniging van socialistisch gezinde Engelse intellectuelen. |
215 | Romain Rolland: 1866-1944, schrijver van talrijke heroïsch-optimistische werken met humanitaire strekking; was pacifist, schreef o.a. boek over Gandhi. Zie ook Roland Holst 1948b. |
| |
| |
216 | mužik: lijfeigen-boer. |
217 | brief van Lenin: A letter to American workers (1918). |
220 | Kropotkin: Pëtr Kropotkin, 1842-1921, een prins die afkeer kreeg van het autocratische regime en anarchistisch communist werd; diende zich onder de bolsjewiki van politieke activiteiten te onthouden. |
220 | Plechanov: Georgij Plechanov, 1857-1918, gezaghebbend marxistisch theoreticus, fel bestrijder van het revisionisme; mensjewist, tegenstander van de bolsjewistische revolutie in Rusland; stierf, na de oktoberrevolutie gearresteerd, in gevangenis. |
220 | Breškovskaja: Ekaterina Bresko-Breškovskaja, 1844-1934, Russisch revolutionaire die de bijnaam ‘moeder der revolutie’ kreeg; moest door haar anti-bolsjewistische houding na de revolutie van 1917 vluchten. |
220 | Spiridonova: zie de annotatie bij p. 147. |
232 | Von Hartmann: Eduard von Hartmann, 1842-1906, filosoof, lange tijd vooral bekend om zijn metafysisch werk Philosophie des Unbewussten (1869). |
237 | dat zij enkel... periferie: dat zij enkel vanuit een periferie en vaak in hun eigen periferie leven. |
238 | Casoja: in een volkshogeschool te Casoja nabij de Lenzerheidesee hielden twee Zwitserse religieus-socialistische groeperingen van 6-13 oktober 1929 een vakantiecursus. Naar aanleiding van deze cursus schreef H. Roland Holst dit artikel. |
242 | in de Kaukasus: in 1851 ging Tolstoi als aspirant-officier naar de Kaukasus, waar hij twee jaar verbleef. Het was voor hem een periode van zelfbezinning (Roland Holst 1930c: 22vv). |
242 | Cholstomer: het plan voor dit verhaal ontstond in 1856; Tolstoi schreef het in lente 1863; gepubliceerd in 1886. |
247 | Geknakte hoop: Geknickte Hoffnungen, Neue Zeit, 1902-1903, Band I, 33-39. |
247 | Bebel: zie de annotatie bij p. 42. |
248 | Kautsky: Karl Kautsky, 1854-1938, Duits socialist, na Engels' dood (1895) tot in Rusland toe gezien als zeer belangrijk partijtheoreticus; keerde zich vanaf de Russische revolutie van 1905-1906 tegen Rosa Luxemburgs propaganda voor de revolutionaire massastaking, maar eveneens tegen Bernsteins revisionisme. |
248 | Plechanov: zie de annotatie bij p. 220. |
248 | Sen Katayama: in Amerika socialist geworden; het enige lid van de Japanse delegatie op het congres Amsterdam 1904. |
248 | Guesde: Jules Guesde, 1845-1922, Frans socialist; eerst Bakoenist, later marxist, stelde met Marx en Lafargue het programma van de Parti Ouvrier Français op, was vóór een gecentraliseerde partij; was in de Tweede Internationale, met Bebel, tegen Jaurès. |
248 | Adler: Viktor Adler, 1852-1918, leider der Oostenrijkse sociaal-democratie,
|
| |
| |
| stond onder invloed van Engels; zijn betekenis lag vooral in de verbreiding van het marxisme in Oostenrijk en het samenbrengen van stromingen tot één partij. |
248 | Vandervelde: Emile Vandervelde, 1866-1938, Belgisch socialistisch staatsman en partijleider, werd in 1900 voorzitter van de Tweede Internationale, was enige malen minister, had voorkeur voor revisionistisch marxisme. |
248 | Ferri: E. Ferri, 1856-1929, een belangrijk theoreticus van het marxisme in Italië; benadrukte de darwinistische kant van de marxistische theorie. |
248 | Hyndman: Henri Hyndman, 1842-1921, Engels socialistisch leider, maakte in 1866 de tocht van Garibaldi mee als journalist; richtte de Soc. Dem. Federatie op, waarvoor hij met Morris de uitgangspunten formuleerde. |
248 | Branting: zie de annotatie bij p. 96. |
249 | Daszyński: Ignacy Daszyński, 1866-1936, leider van de p.p.s., Poolse Socialistische Partij; hij werd voortdurend tegengewerkt door Rosa Luxemburg. |
249 | Jaurès: Jean Jaurès, 1859-1914, Frans socialistisch leider, ontwikkelde zich in marxistische richting, maar verwierp het idee dat de economisch-sociale toestand van het proletariaat op onafwendbare wijze zou verslechteren, evenals het idee dat de kapitalistische produktiewijze noodzakelijk moest vastlopen; gaf de voorkeur aan de weg der hervormingen, waarbij de arbeidersklasse wel zou moeten samenwerken met andere groepen, maar zich toch onafhankelijk zou moeten groeperen; was een der voormannen op het congres der Tweede Internationale in Amsterdam (1904), waar zijn standpunt vóór samenwerking op ministerieel niveau met andersdenkenden werd verworpen. Werd in 1914 vermoord. |
256 | Papini: Giovanni Papini, Dante vivo, Florence 1933. |
261 | Cuvier: Georges Cuvier, 1769-1832, groot geleerde op het gebied van zoölogie, paleontologie en geschiedenis van wetenschappen. |
264 | zuivering, Griekse tragici: zie ook Roland Holst 1928a: 92-93 (vgl. 269-270). |
268 | Kenteringssonnetten: 32 sonnetten van Gorter, in De nieuwe gids van augustus 1891; door H. Roland Holst ‘kenteringssonnetten’ genoemd en onder die naam bekend gebleven. |
268 | Romain Rolland: zie de annotatie bij p. 215. |
269 | Liedjes: Liedjes aan de Geest der Muziek der Nieuwe Menschheid I, II, III (1930). |
|
|