Jeugdwerk 1884-1892
(1969)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 71]
| |
Sonnet. (Naar Baudelaire.)aant.Zij is de troostens 'dood - de ware leven'sbieder,
Ze' is 't eenig oogendoel; de laatste hoop van 't zijn;
Zij stijgt ons naar het hoofd als nieuw-ge cider
En sterkt ons kranke hart als goede medecijn!
Door sneeuwgevlaag en storm en ijs, is zij den vlieder
't Van verre flakk'rend licht aan 't donkre luchtgelijn.
Z'is de taveerne wel van ouds bekend bij ieder,
Waar men een bed zal vinde', en voedzaam brood en wijn.
Zij is de goede geest; z' is de mystieke vase,
Waaruit vergetelheid en droomen van extase
Als zachte peluw stijgt voor 't arme volk van d' aard,
Z' is Goden-lieveling, mysterie van erbarmen,
Z' is 't oude vaderland - de voorraad-schuur van d' armen
Z' is de' ope Poort, waardoor men 't Paradijs ontwaart.
92.
|
|