Jeugdwerk 1884-1892
(1969)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 20]
| |
Bij 't Scheiden.aant.'k Staar somber in het ronde,
O, dat 't een droom slechts waar'
De bange, bange stonde
Het scheidensuur is daar.
O diepe, diepe smarte
O wreede, wreede pijn
Het snijdt mij door het harte:
Ik kan niet moedig zijn.
O vraag, zoo snijdend teeder,
Antwoord, vol zielsverdriet,
Wanneer zien wij ons weder
Helaas! ik weet het niet.
Vaartwel dan, mijn geliefde
Gij, die zoo zacht van aard
Mij nimmer krenkte' of griefde
Mijn goede geest steeds waart.
Had een fee mij geschonken
Een wensch vervuld te zien
'k Zou wenschen, vreugdedronken
W' ons spoedig wederzien.
Doch bij ons arme menschen
Is 't altijd 't oude lied
Wij hopen wel en wenschen
Maar ach! wij weten niet.
| |
[pagina 21]
| |
De stonde heeft geslagen
Die 't hart mij krimpen doet
Wat helpt het om te klagen,
Vriendin houd moed, houd moed.
Mogen in vreugd en smarte
Geluk en bittre pijn,
O mogen onze harten
Toch steeds dezelfde zijn!
O moge 't immer heeten
Als nu zoo trouw en teer:
Ik heb U niet vergeten,
En doe het nimmermeer.
Nacht van 27-28 Oktober
Noordwijk 84
|
|