Verzamelde werken. Deel 1. Verzamelde gedichten. Deel 1. Verzen. De belijdenis van de stilte. Voorbij de wegen(1948)–A. Roland Holst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 210] [p. 210] De Ploeger Ik vraag geen oogst; ik heb geen schuren, ik sta in uwen dienst zonder bezit. Maar ik ben rijk in dit: dat ik den ploeg van uw woord mag besturen, en dat gij mij hebt toegewezen dit afgelegen land en deze hooge landouwen, waar - als in het uur der schafte bij de paarden van mijn wil ik leun vermoeid en stil - de zee mij zichtbaar is zoover ik tuur. Ik vraag maar een ding: kracht te dulden dit besef, dat ik geboren ben in 't najaar van een wereld en daarin sterven moet. Gij weet hoe, als de ritselende klacht van die voorbije schoonheid mij omdwerelt, weemoed mij talmen doet tot ik welhaast voor u verloren ben. Ik zal de halmen niet meer zien noch binden ooit de volle schoven, maar doe mij in den oogst gelooven waarvoor ik dien... Opdat, nog in de laatste voor, ik weten mag dat mij uw doel verkoor te zijn een ernstig ploeger op de landen van een te worden schoonheid; eenzaam tegen der eigen liefde dalend avondrood - die ziet beneden aan den sprong der wegen de hoeve van zijn deemoed, en het branden der zachte lamp van een gelaten dood. Vorige Volgende