Verzamelde werken. Deel 1. Verzamelde gedichten. Deel 1. Verzen. De belijdenis van de stilte. Voorbij de wegen(1948)–A. Roland Holst– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 144] [p. 144] II Maar 't hart, sterker dan leed, dat breken kan in tranen, van zichzelf niet, maar doorstraald van de vervoeringen der zee, waarvan het niet is dan een golf die rijst en daalt, stort brekende terug naar de aard, waar 't loom sluimert in 't lichaam, tot het daarmee wordt gewekt, en weet die hoogste droom zijn droom, zijn droom de rots waarvoor het is gestort. En hij slechts, die op breedste vleuglen streeft op, tot hij stort uit de ijlten van zijn doel, zal spreken dit hoog woord: de hemel leeft in mij, daar ik mij kind van de aarde voel. En Gij, die van mijn stem de moeder zijt, o, Gij, wier ziel zee van mijn golven is en hemel van mijn wolken - ik belijd u, en mijn zang is mijn belijdenis. En zingend zwerf ik over de aarde, die uw woning is, en zing haar schoon bestaan, droomend tot in de heemlen, die ik zie terwijl mijn voeten in haar bloemen gaan. Vorige Volgende