Verzamelde werken. Deel 1. Verzamelde gedichten. Deel 1. Verzen. De belijdenis van de stilte. Voorbij de wegen

[p. 116]

Najaarsmorgen I

Mijn droom, ontwaakt aan de uitgang van den nacht,
neeg, en zij zag 't geluidloos binnenvloeien
van 't koele en ijle licht en 't zacht ontgloeien
der lange neevlen in de diepte, en dacht
hoe nooit de bloem der schoonheid onverwacht
verscheen ter ziel; hoe voor het openbloeien
lichtende luchten uit den geest aanwoeien,
opdat bewustzijn schoonheid tegenlacht.

En mijn ontwaakte droom, de liefde voelend
der ruimten, neeg zich in verzaligd hopen
nog verder over 't jonge licht, en zag
eindelijk de Aarde, zich uit neevlen woelend,
ingaan gelijk een groot juweel tot de open
heldere diepten van den nieuwen dag.