Het verzaken(1937)–Maurice Roelants– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Een vader Ik woonde vreedzaam op een heuvel voor het veld en leefde als heer en boer onder mannen; ik droeg de versche melk in koele, aarden kannen en gaf niet om den tijd, die naar verre uren snelt. Maar eens beklemde mij 't eind van die tijdloosheid, mijn voet schoot van de blauw en geel bloeiende weien. Toen hoorde ik in mijn hart mijn beide kindren schreien. Sinds bidt mijn vaderangst: ‘Genâ, genade, o Tijd!’ Vorige Volgende