Het verzaken(1937)–Maurice Roelants– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] De blijde tuin De rozen, leliën en anjelieren hebben den tuin met geurge lucht gevuld, waarin op zachten adem gras en bloemen tieren, die gij vol vreemd gepeins vertreden zult. Want licht bedronken van die milde aromen, ligt aan uw borst 't verlangen als een pijn: waarheen gaan in den nacht uw jonge droomen? van welke verre ster zoekt gij den schijn? Hier geurt de thijm; gij ziet de lamp ontsteken; de wind wordt koel; de zomer eindigt vroeg; een vogel zwijgt; - waarom, hart, wilt gij breken en is die blijde tuin u niet genoeg? Vorige Volgende