Het verzaken(1937)–Maurice Roelants– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 36] [p. 36] Hooitijd De moeder en het kind, zij speelden in de weide... Als zij het op haar rug door 't hooi der schelven droeg, galmde hun beider lach zoo overluid en blijde, dat gansch 't omringend veld hem zindrend wederloech. En na het wild gestoei lagen zij zijde aan zijde: hij gichelde onvermoeid en beet haar door haar kleed, maar zij bleef lui en klaar gelijk een warm getijde en rilde van geluk onder zijn kleinen beet. Maar toen zij hem nadien in toornende' angst kastijdde, omdat hij binst haar droom zich schalksch in 't hooi verdook, rees plots haar hart vol pijn, daar hij verwonderd schreide, en schreide ze ook. Vorige Volgende