Het verzaken(1937)–Maurice Roelants– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] XVII Verberg uw mond en 't fonklen van uw tanden, een tulp gelijk met druppels melk bevloeid, verberg uw witte, goudgeringde handen, gij vrouw, die vreugdig langs dees paden stoeit. Bedwing uw lach en 't listig oogenlokken, den welvenswellust van uw naakte borst, bedwing het wuiven van uw wijde rokken en 't zenuwachtig gaan in liefde-dorst. Want ik, ik, de van pijn en dood doorbrande, ik mocht soms u benijden nu ik lijd, en om uw lach uw onbeschaamde schande, u, die een zonde en toch een vreugde zijt! Vorige Volgende