Het verzaken(1937)–Maurice Roelants– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] XVI Maar weet, melieve, weet, mijn Moeder is gestorven eer nog mijn klaar begrip tot bloesem openging, gelijk een jonge linde in haren groei gekorven, eer nog de volle geur om hare bloemen hing. Nu zie 'k haar, om haar zoon de pijnen tot een zegen, als nooit een moederliefde om zulk een armoe rijk; ik voel haar, wie ik woog, in al mijn leden wegen en 'k voed den trotschen trots dat ik mijn Moeder lijk. Ik lijk haar in de ziel en 't schemeren der oogen, in den gepersten mond die mild was als haar schoot, maar 'k bid dat ik haar niet in 't minst gelijken moge in haren al te vroege' en al te droeven dood. Vorige Volgende