Het verzaken(1937)–Maurice Roelants– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 26] [p. 26] XIII En zouden wij elkaar niet wederzien wij, uit één schoot en ééne liefde ontvangen, o zuster, die in wachten en verlangen uw wimpers vochtig voelt als ik, misschien? En zoudt gij, die me een milde moeder waart, mij, die het beeld van onze moeder lijke, alleen door tranen wederzien in lijke, als de avond uit mijn donkere oogen staart? O zuster, die vergeefs de dagen telt welke ons nog van de blijde ontmoeting scheiden, is 't nooit genoeg van dagelijks te lijden, dat elken nacht ook onze liefde ons kwelt? Vorige Volgende