Het verzaken(1937)–Maurice Roelants– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] XII Zij kwam en wijlde bij mijn bed en lachte licht: ‘Gij krijgt weer kleur!’ Ik hoorde na haar doffen tred de stilte voor mijn deur. Zij sprak alsof de lelie laait en of haar kelk van vlammen bloost. Zoo heeft zij dubblen angst gezaaid met dezen armen troost. Nu lig ik, de oogen diep gedoofd, in laatste, tranenlooze smart, haar wreede woorden in het hoofd, een wreeden dood in 't hart. Vorige Volgende