Het verzaken(1937)–Maurice Roelants– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] XI Mijn huis verduistert en verkilt; uw hart van angst en liefde waakt. Een ademtocht heeft mij geraakt, - geen zoen, die nog dit kommren stilt Het vuur hier smeult, mijn voorhoofd brandt gelijk een pas-gedoofde toorts, maar gij legt om die heete koorts het koele bloemblad van uw hand. Doch of ge sust dees laatste pijn, hij waakt met u, hij waakt, de dood, en bidt ge om 't einde van mijn nood, gij zelf zult ziek en koortsig zijn. Vorige Volgende