Het verzaken(1937)–Maurice Roelants– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] VII Eens, als de rustige eenzaamheid die troostvol schemert om ons leden, - verzadigd aan den tragen tijd en onze woordelooze beden, - vernevelt in een witten dood, zullen wij zwijgend om haar henen, de blikken keerend in den schoot, te zamen met de stilte weenen. Wij zullen beven in ons hart, wij, die eens scheidden, weer gebonden door éénen band van rijke smart in 't persen onzer strakke monden; en huivrend in de schemering, die doezelt om ons donkre haren, zullen we op 't heil dat zoo verging als radelooze vreemden staren. Vorige Volgende