Gedichten. Deel 1
(1930)–Albrecht Rodenbach– Auteursrecht onbekend
[pagina 119]
| |
NieuwjaargroetO broeders van heel Vlaanderland,
ons bindt een trouwe Gildeband,
die, eenderGa naar voetnoot1) van gedacht en streven,
voor Gode en Tale en Lande leven:
U roepen wij als nieuwjaargroet
't begeestrend woord van sterkte en moed
dat, wen de wilde legerbenden
al strijden door elkander wenden,
te midden 't woelen wordt gehoord
het bondig maar almachtig woord
Vooruit!
Vooruit de jonge vlaamsche schaar,
vooruit door het beginnend jaar,
vooruit! eenieder hoû' zich sterk!
Vooruit met ons misprezen werk,
vooruit tot spijt van die 't benijdt,
vooruit spijts laster en verwijt,
vooruit spijts onverschilligheid
en lafheid en kwaadwilligheid,
spijts ontrouw en spijts misverstand,
spijts vijand en spijts dwingeland,
Vooruit!
1875. |
|