Gedichten. Deel 1
(1930)–Albrecht Rodenbach– Auteursrecht onbekend
[pagina 89]
| |
In Vlaanderen.Der Rousselaersche Dichtersgilde aangeboden.Ga naar voetnoot1) Eh! jeunes gens, chantez plus bas
pourqu'on ne vous entende pas.
Que chantez-vous des temps de gloire?
Il n'en reste que la mémoire!
Eh, jeunes gens, chantez plus bas.
Waar was men vrij toen alles boog?
In Vlaanderen!
Waar leefde 't volk ‘dat niet en loog?’
In Vlaanderen!
Waar was men vrij toen alles boog?
Waar leefde 't volk ‘dat niet en loog?’
In Vlaanderen, ons Vaderland.
Waar leefde 't vrije kerelsdiet?
Waar klonk des klauwaarts zegelied?
Waar leeft een volk nu zonder taal?
Waar leeft een volk van apen kaal?
Waar woont verbastering en smaad?
Waar 't volk dat hem vertrappelen laat?
Waar is het dat de Vlaming zwicht?
Waar spuigt men in zijn aangezicht?
Waar zucht een volk zijn zwanelied?
Waar sterft een groot en edel diet?
Febr. 1876. |
|