't Boek aen d'Erentfeste in deughd-uytmuntende Iohan Betsen Rodenbvrg.
E gheschiedenisse van verleden tijden leeren ons, hoe verburgentlik de voorzichten des Hemels werken door zeltzame middelen, om de heylige besluytings noodzakelikheid, t' onzer goede, en t' zijnder eere te volbrenghen. De menschen waenen vaeken dat hun rampen en verdrietige ongenuchten ongelukken zijn, vermits de menschelike vermomde blindheid onmogelik is te doorgronden de heylige verburge
n voorsichticheide
n Godes: ongetwijfelt behoortmen dan rekkelik te gevoelen datter niets by ghevalle, maer alles door die goeden, al-mogenden, al-wetende, en al-beheerschende God werdt geschikt en gestuurt, en geen gelaeten redelik vernuft zich behoort te laten verdrieten zijn wereldsche ongenuchten, maer alles te duyden een toebestemtheid te wezen zijns zorg-drager God. Om va
n deeze materie godzalichlik te handelen, behoeftmen geen nieuwe voorbeelden, vermits de Schriftuurens heylighe letteren ons zulkx overvloedich genoech voorstellen: waer wy zien hoe Godvreezentlik de God-lievende herten zich gelaeten kunnen stellen na de heylige wille huns Scheppers; (ghelijk V.E. noch onlangs verleden stichtelik in t' zamenspraek hielt met myn Rymert, leesende de willige buygzaemheid van
Abraham in de gebode-offerhande zijns lieve Zoons
Izak: zeer kunstelik en onberispelik wel gerijmt door die waerden God-vreesende, en stichtelik-kunst-lievende
Ioost van de Vondel, wiens werken by alle gezonde oordelaers lof waerdich gheacht moeten werden, vermids hy zijn rymerijen besteed in godzalighe stoffen,