Eglentiers poëtens borst-weringh
(1619)–Theodoor Rodenburg– AuteursrechtvrijPerseverante dabitur.T'Beginnen is seer licht, doch voor men komt ten ende
Het werck zomtijts verveelt, doch my verveeldent niet,
Vermits myn Musa op de deughdens stichting ziet,
En glory die de Negen-Susters zullen zenden.
Stantvasticheyt en kan heur voorneem nimmer wenden,
VVaer over ick in d'arbeydt vonde gheen verdriet,
Dus wie stantvastich is Laurieren krans geniet.
Hoe wel ick my die glory gantsch onwaerdich kenden,
'k Ghenoegh dat ghy aenvaerd de arbeyd die ick deed,
En door uw gunste wilt de missinghen verschonen,
VVaer door ghy maken zult my Musa zeer gereed,
Om u de danckbaerheyt myns herte te betonen.
En zo 'k u door Poëtens Borst-weer niet verveel,
Verwacht dan van my Musa eerst-daegs 'tweede deel.
EYNDE. |
|