Eglentiers poëtens borst-weringh
(1619)–Theodoor Rodenburg– Auteursrechtvrij
[pagina 427]
| |
Varium & mutabile semper.K'Gheloofden eertydts inde stantvast van een Vrouwe,
Zo eed'len schepzel als men inde wereld vond,
Ick swoer dat in een vrouw de trouwe zelfs bestondt,
En datmen Tabernak'len op heur mochte bouwen,
Ia voor een Euangelie all' heur woorden houwen,
Noch datter niet een valsch woordt quam uyt heure mondt,
En niets vast-bonder was als 't geen een vrouwe bond,
Maer dat gheloof, helacy, is my nu berouwen:
Want eeden die bevesticht waeren door heur hand,
En woorden die beschreven waeren door heur penne,
Zijn in verghet'lheyts vier nu t'eenemael verbrandt,
Hoewel zy heur beloft' en eed niet kost ontkennen,
Zo dat ick dat geloof uytbanne met voorzicht,
Want onstantvast zy zyn, ontrouwe, valsch, en licht.
|
|