Eglentiers poëtens borst-weringh
(1619)–Theodoor Rodenburg– Auteursrechtvrij
[pagina 386]
| |
Viribus jungenda sapientia.ALs macht en kracht niet denkt hoe dat de kracht en machte
Onvruchtbaer is all' wat de macht en krachte de'en,
Zo macht en kracht niet is geteugelt door de re'en:
Want redelooze machten noyt yets nutbaers wrachten:
De mach van kracht noch macht geen goet vervolg verwachten
Door woestich dom gheweldt verdwaeldtmen in't gemeen:
De machts-vrucht die bestaet dan in't verstandt alleen,
Mits goed-verstant en wysheyt goe gelucken brachten.
Vernuftens-werckingh, en de redelycke list,
Bedaerde voorzicht, en het vroedich onderwinden,
Die treffen wis het doel, als woeste machte mist,
Vermits onwyze machten zich bedroghen vinden.
In wysheyts-stuur alleen bestaet de mannens kracht,
En loos ghelyck 't Serpent, dat maeckt de machte macht.
|
|