Eglentiers poëtens borst-weringh
(1619)–Theodoor Rodenburg– AuteursrechtvrijDeterius Formido.WEl eer was ick in vrijheyt zijnde onghebonden,
Nu leef ick vast gheboeydt, my zelven ick verloor,
En deze slaverny ick willichlijck verkoor,
Mijn herte is ghequetst met doodelijcke wonden,
Geen grooter quellen yemant oyt ghevoelen konde,
Noch van geen grooter plaghen hoorden noyt 't ghehoor,
En zo ick door dees quellen my te zeer verstoor,
Vermits de lieve liefde my die heeft ghezonden,
Vertwyffel ick, want wensch ick om weer vry te zijn,
Zo meerdert mijn verdriet: en blijf ick in verdrieten,
Zo quin ick, laçy, in een schrickelijcke pijn:
Dus 't zy hoe 't zy, geen ruste kan ick oyt ghenieten,
Blijf ick in liefd gheboeyd, mijn quellinghe vergroot,
En stelt de liefd my vry zo gh'raeck ick aen mijn doot.
|
|