Eglentiers poëtens borst-weringh
(1619)–Theodoor Rodenburg– AuteursrechtvrijQui me alit, me extinguit.DE labber-windens kracht de tortse kan ontsteken,
En weer uyt blussen, als de winde hogher rijst,
VVaer over dat de wint twee krachten hier bewijst,
Vermits hy gheeft de vlam en kan de vlam weer breken.
De liefde by de tortse recht is vergheleken,
VVant g'lijck mijn keur de liefde op het hooghste prijst,
Desg'lijckx my door heur doente anghstelijcken yst:
Van dees g'lijck-aerdicheydt zach ick het waere teken.
Liefd scherpten mijn vernuft, en ziften het verstant,
Onstack mijn neyghinghs-tocht, en doet my droevich klaghen,
Mits zy heeft in mijn hert en ziel de overhandt,
En boert noch met de quellen die zy my ziet draghen.
Dus door't gheen ick ghevoel, de liefd my sweren doet,
Dat zy die 't vier ontstack 't vier weer uyt blussen moet,
|
|