| |
Seste Hooft-stuk.
Van d'alleraansienlijkste Bêsigheden van d'Uytheemsche Bewoonderen der Voor-eylanden: van hare Slaven, en der selver Bestiering.
D'Uytheemsche Bevolkingen die de Voor-eylanden bewoonen, bestaan niet alleen uyt lieden die swervende en laagh van staat zijn, gelijk eenige haar in-beelden; maar ook uyt verscheyde edele personen, en aansienlijke Huys-gesinnen. In-voegen dat de Bêsigheden die wy terstont beschreven hebben, niet zijn als voor de minst-aanmerkelijke Inwoonders, en voor die de nootdruft hares levens moeten winnen door het werk haar'er handen. Maar d'andere, die mannen in haren dienst houden, dewelke hare knechten en hare slaven bestieren in alle hare werken, leyden, wat belangt hare persoonen, een geweldigh soet en aangenaam leven. Hare bêsigheden en hare verlustigingen, na de besoeken die sy daaghlijkx elkander doen en ontfangen met groote beleeftheyt, zijn de Jacht, de Visscherye, en andere eerlijke oeffeningen. En na het voorbeeld van mijnen Heere den Generaal, die onvergelijkelijk is om met beleeftheyt t'ontfangen, en met deftigheyt t'onthalen alle die hem besoeken, het zy Francoyschen, het zy Vreemdelingen: soo houden het die van onse Nacye van sijn Eyland, de welke van den staat zijn die wy terstont hebben vertoont, voor gunste als men met haar gemeenschap houd, en aanvaard de getuygenissen van haren goeden wille en hare beleeftheyt, die sy soo openhertigh bewijsen, en soo blymoedigh, datmen'er sich dubbeld door verplicht bevind. Sy zijn onspaarsaam en heerlijk in de maaltijden die sy aan hare vrienden geven, waar in, den Os, den Hamel, en het Verken; het Gevogelte, het Wild-braad van alle soorten; den Visch, de Pasteye, en d'uytstêkende konfitueren, niet minder worden gespaart, als aan de beste tafelen van Vrankrijk.Voornamentlijk munten alle de Bevel-hebberen in dese beleeftheden uyt. En in navolging van haar souden de minste Inwoonderen gelooven dat sy eene onbeleeftheyt hadden begaan, indien sy yemant uyt haar huys veroorloft hadden, sonder hem te hebben aangeboden so wel t'eten als te drinken.
De wijn, het bier, en de brandewijn ontbreken selden in d'Eylanden; en by ontbering van alle dese dingen, maaktmen daar eerstelijk eene soorte van wel- | |
| |
lustigen drank, met die soete vochtigheyt diemen uyt de Suyker-rieten drukt, dewelke eenige dagen bewaart zijnde, soo veel kracht heeft als de Spaansche wijn; men maakt'er ook uytnemende brandewijn van, die den genen die uyt Vrankrijk komt geweldigh nadert; maar die hem overtolligh gebruyken, zijn'er gevaarlijk siek af.Vorders maken sy verscheyde andere soorten van dranken met het sap van Oranje-appelen, van Vijgen, van Bananes, en van Ananas, die alle seer lekker zijn, en diemen in plaatse van wijn magh stellen. Sy brouwen ook bier met Cassave, en met wortelen van Pataten, dat alsoo lieffelijk, voedsaam, en verfrissende is, als datmen haar uyt Holland derwaarts voert.
Wat belangt d'ansienlijke en te gelijk noodsakelijke bêsigheden tot de behouding van de Bewoonderen der Eylanden, sy doen alle d'oeffening van den wapen-handel, en de Hoofden des Huysgesins gaan selden sonder dêgen. Yder quartier staat onder sekere Opper-hoofden en Hooft-mannen die'er gebieden. Sy zijn alle wel gewapent, en somtijds doetmen haar monsteren, en d'oeffeningen van den oorlogh doen, self in d'allervaste vrede; alsoo dat sy ten allen tijde gereed zijn, op den eersten trommel-slagh, om haar te begeven op hare loop-plaatsen, die haar van hare Hooft-mannen zijn aan-gewesen. In het Eyland van St. Christoffel, boven twaalf Vendelen Voet-volk, zijn'er ook Vendelen van Ruyterye, gelijk wy hier boven daar gewach af hebben gemaakt.
En om dat alle de personen van aansienlijke gelegentheyt, die in tamelijk groot getal in dese Eylanden zijn, knechten en slaven hebben, die arbeyden aan alle de werken die wy hebben uyt-gesondert, en datmen in Vrankrijk geene Slaven heeft, en niemant in gantsch Europa die hebbende als de Spanjaarden en de Portugeesen, die haar gaan koopen aan de plaatsen van hare geboorte, gelijk in Angola, of Caap de Vert, en Guinnee: soo sal het goed zijn dat wy'er hier yets af seggen. Maar eerstelijk sullen wy spreken van de huer-knechten en die maar voor eenen tijd dienen.
De Francoyschen, diemen uyt Vrankrijk in Amerika voerd om te dienen, maken dikwils verbind-schriften met hare Meesteren, voor Notarissen: door de welke schriften sy haar verbinden drie jaren te dienen, op voorwaarde van eenige ponden Tabak die haar geduerende dien tijd worden toe-gestaan. Ter oorsake van dese drie-jaren dienst waar in sy gewikkelt zijn, noemtmen haar gemeenlijk ses-en-dertigh maandige, na de tale der Eylanden. Daar zijn'er die haar in-beelden, dat, om dat sy van Vrankrijk af niet aan hare Meesteren door geschrifte zijn verbonden, sy minder verplicht zijn als sy in d' Eylanden zijn aangekomen. Maar sy bedriegen haar daar in geweldigh. Want wanneer sy voor eenen Gouverneur komen, om te klagen datmen haar met geweld heeft gescheept, of om te vertoonen dat sy door geschrifte niet zijn verbonden, soo | |
| |
vonnistmen haar drie jaren te dienen aan de genen die hare vrachten hebben betaalt, of soodanigh eenen als het haren Meester sal believen. Indien de Meester geenen loon aan sijnen Dienaar heeft belooft als den gewoonlijken der Eylanden, is hy niet verbonden aan hem te geven geduerende dese drie jaren, als drie hondert ponden Tabak; het welke niet veel is om sich t'onderhouden van lijnwaat, en van kleederen. Want dese Meester verschaft hem niet met alle tot sijn onderhoud, als het eenigh voedsel. Maar die van Vrankrijk af belooft drie hondert ponden meer te geven, aan hem die in sijnen dienst treed, is verbonden omse hem tot een toe te verschaffen, schoon hy'er hem duysend hadde belooft. Daarom is het voordeeligh aan die arme verbondene, niet aan d'Eylanden te gaan, sonder wel haren koop te maken eer sy te schepe gaan.
Wat belangt de Slaven of eeuwigh-dienende knechten diemen in de Voor-eylanden gebruykt, sy zijn oorspronkelijk uyt Afrika; en men heeft haar gebrachtvan Caap de vert, uyt het Coningrijk van Angola, en andere Zee-havenen die aan de kuste van dat gedeelte der werelt zijn. Daar is het datmen haar koopt even alsmen beesten koopt tot sijnen dienst.
Eenige zijn gedwongen haar te verkoopen, en haar tot eene euwigh-duerende dienstbaarheyt te begeven, sy en hare kinderen, om den honger te vermijden. Want in de jaren van d'onvruchtbaarheyt, het welke dikwils gebeurt als de Spring-hanen, die gelijk wolken het land over-vloeyen, alle de vruchten des aardrijks hebben af-geknaaght, dan dringt de nood haar soo geweldigh, dat'er geene soorte van strengheyt is die sy haar niet gewilligh onderwerpen, aangesien dat sy hebben waar door sy haar konnen verhinderen te sterven. In dese beklaaghlijke gelegentheden,verkoopt de Vader sijne kinderen om brood, en de kinderen verlaten Vader en Moeder sonder leetwesen.
Andere worden verkoft na dat sy oorloghs-gevangenen zijn gemaakt door eenigh Koninkje; want dat is de gewoonte van de Vorsten van die gewesten dikwils in-vallen te doen in de Rijken van hare gebueren, om gevangenen te nemen, die sy verkoopen aan de Portugeesen en andere Nacyen, die met haar desen vremden en Barbarischen handel gaan drijven. Men geeft haar in verwisseling yser, dat sy soo veel achten als het goud; wijn,brandewijn,of eenige kleyne snuysteringen. Sy nemen alsoo wel de vrouwen als de mannen gevangen, en verkoopen haar door elkander, op hooger of lager prijs, na sy jong of oud, kloek of swak, wel of qualijk gemaakt van lichaam zijn. De genen die haar weder aan d'Eylanden brengen, verkoopen haar weder voor vijftien of sestien hondert ponden Tabak yeder voor sijn hooft.
| |
| |
Indien dese arme Slaven vallen in de handen van eenen goeden Meester, die haar niet al te streng handelt, soo stellen sy hare dienstbaarheyt voor hare eerste vryheyt: en als sy gehuwlijkt zijn, vermenighvuldigen sy verwonderlijk in de warme landen.
Sy zijn geheel swart, en wiens verwe van een blinkend swart is, worden de schoonste geacht. De meeste hebben de neuse een weynigh plat, en dikke lippen: het welke onder haar ook voor schoonheyt door-gaat. Men houd self dat in haar land de Vroed-vrouwen haar met voordacht de neuse in hare geboorte aldus plat drukken. Alle hun hayr is soo gekroest gekrult, dat sy ter naauwer nood kammen konnen gebruyken: maar sy bêsighen den oly van dat Boontje datmen Palma Christi noemt, om het ongedierte te verhinderen. Sy zijn soo sterk en kloek als mogelijk is; maar soo bloode en soo plomp om de wapenen te handelen, datmen haar gemakkelijk overwint.
Haar natuurlijk is ontfankelijk voor alle in-drukselen; en de in-prentingen die haar gegeven worden onder de Christenen, na dat sy alle hare by-geloovigheden en alle hare Afgoderyen hebben af-geleght, bewaren sy stantvastelijk. Waar in sy verschillen van d'Amerikaanse Indianen, die veranderlijk zijn, gelijk de Cameleoenen. Onder de Francoysche Bewoonderen der Voor-eylanden, zijn van dese Negers die de Vasten, en alle andere Vasten-dagen die haar toe-geschikt zijn, naaupuntelijk onderhouden, niet tegenstaande haren gewoonlijken en geduerigen arbeyd.
Sy zijn gemeenlijk hoogh-aardigh en trots: en in plaatse dat d'lndianen met sachtigheyt willen gehandelt wesen, en dat sy haar laten sterven van droefheyt, alsmen haar een weynigh hart valt; dese in het tegendeel moeten tot haren plicht gebracht worden door de dreygementen en door de slagen. Want indien men sich een weynigh met haar gemeen maakt, terstont mis-bruyken sy het. Maar soomen haar straft met bezadichtheyt als sy haar mis-grepen hebben, worden sy beter, buyghsamer, en gehoorsamer, en bedanken haar van hare Meesteren. Indien men ook tegens haar t'overmatigh gestreng is, nemen sy de vlucht, en schuylen haar tusschen de bergen, alwaar sy, gelijk de beesten, een ongelukkigh en wild leven leyden, en men noemt haar alsdan Maronsche Negers dat is te seggen Wilde: of sy worgen haar, door wanhope. Men moet dan in hare bestiering acht nemen op een middel tusschen d'uyterste strengheyt, en d'al te groote goedwilligheyt, soomen haar in hare behoorlijkheyt wil houden, en'er eenen goeden dienst af trekken.
Sy beminnen haar onder elkander seer heftigh, en hoewel sy in een onderscheyde land zijn geboren, en somtijds vyanden den eenen van den anderen, soo verdragen sy haar onderling en helpen elkander ter nood, gelijk of sy alle | |
| |
broederen waren. En als hare Meesteren haar de vryheyt geven van haar te verlustigen, besoeken sy haar wederzijdigh, en brengen gantsche nachten door in spel, in danseryen, en in andere tijd-verdrijven en verheugingen, en self in kleyne gast-malen, yeder van haar versparende het gene hy kan, om tot de gemeene maaltijd toe te brengen.
Sy scheppen behagen in de Musijke, en in de Speel-tuygen die eenigh aangenaam geluyt en eene soorte van gelijk-luydenden klank konnen maken, dewelke sy vergeselschappen met hare stemmen. Ten anderen tijde hadden sy op St. Christoffel eene sekere versamel-plaatse in het midden van het bosch, daar sy alle Sondagen by-een vergaderden, en ook alle Vyer-dagen na den dienst van de Kerke, om eenige uyt-spanning aan haar lichaam te geven. Sy brachten daar somtijds het overige van den dagh door, en de volgende nacht, in danseryen, en in aangename koosingen, sonder nádeel van het gewoonlijk werk haar'er Meesteren. Self men bespeurde dat sy na haar op dese wijse vermaakt te hebben, met veel beter moed arbeydden, sonder eenige vermoeydheyt te betuygen, en beter dan als sy in hare hutten de gantsche nacht over hadden gerust. Maar om dat sy om dese openbare vreughde-feesten t'onderhouden, dikwils ontstalen het gevogelte, en de vruchten van hare gebueren, en somtijds van hare Meesteren, heeft haar de naauw-toesiende wijsheyt van mijnen Heere den Generaal, die de minste dingen sijne sorge niet onwaardigh acht, dese nachtelijke vergaderingen verboden: en tegenwoordigh soo sy haar willen verlustigen, doen sy het alleenlijk in hare gebuerschap, met toelating van hare Meesteren, die haar dese eerlijke vryheyt gewilligh mede-stemmen.
Voorts den genen die een dosijn van dese Slaven heeft, mach rijk geacht worden. Want boven dat die lieden alle de noodsakelijke leeftochten voor hare Meesteren en voor haar self bouwen en onderhouden, wel bestiert zijnde doen sy veel koopmanschap met den Tabak, met Suyker, met Gember, en met Indigo, die eene groote winste aan brengen. En hare dienstbaarheyt eeuwigh zijnde, soo groeyd haar getal aan van tijd tot tijd door de kinderen die haar geboren worden; de welke voor alle erffenis volgen in de dienstbaarheyt en in de onderdanigheyt van hare Ouderen.
Alle d'Uytheemsche Bewoonderen die hare huysinge in dese Eylanden hebben, worden bestiert na de Wetten en de gewoonten van haar land.
Onder de Francoyschen van St. Christoffel, word het Recht bedient door een Raad bestaande uyt de voornaamste Bevel-hebberen van de Krijghs-saken des Eylands, in de welke mijn Heer de Generaal de voorsitting heeft. En hoewel dat'er huysen zijn bequaam en geschikt tot dit werk, gelijk die Raad-kamer die wy in hare plaatse hebben beschreven, niettemin dese Raad versamelt som- | |
| |
tijds, na de tijden en de saken sulkx vereyschen mogen, en dat mijn Heer de Generaal sulkx bequaam vind tot sijn gemak, onder eene soorte van grooten Vijgen-boom, die soo dik is als d'allerdikste Olm, dicht by het Wacht-huys van het Lage-land, en naast aan de rheede.
In dese Raad is het dat sonder soo vele plechtighen te gebruyken, diemen uyt-gevonden heeft om de Gedingen onsterffelijk te maken, alle de geschillen die tusschen d'lnwoonderen mogen ontstaan, minnelijk worden geëffent, en dikwils op d'eerste sitting ter neder geleght, sonder dat het aan de partyen yets kost, als alleen het gene dat die bevonden is ongelijk te hebben, betalen moet, achtervolgens de gewoonte, tot winste van den armen, en het onderhoud van de Kerke, en tot de voldoening van de partie die belêdight was. Dese veroordeelt ook ter dood, sonder weder-roeping.
De Gouverneurs van d'andere Eylanden, bedienen ook het Recht, yeder in sijn Gouvernement. In-voegen datmen sich niet moet diets maken datmen in dese landen leeft sonder geschiktheyt en sonder regel, gelijk vele haar inbeelden. En het is verwonderlijk dat daar soo veel op-geraapt volk van soo vele landen zijnde, en van verschillende sinnen, de wan-schikkelijkheyt onder haar niet is in-geslopen, en datmen haar in haren plicht en onder bedwang van de Wetten kan houden.
Siet daar wat belangt d'Uytheemsche Bewoonderen der Voor-eylanden.
|
|