Brief die mijn Gebiedende Heer de Ridder van Lonvilliers Poincy, Ballieuw en Groot-Kruys der Ordre van Sint Jan van Jerusalem, Gebieder van Oysemont en Coulours, Hooft van het Esquater Schepen des Koninkx in Bretagne, Plaats-houder en Bestierder al-gemeen voor sijne Majesteyt in d'Eylanden van Amerika, en Heer van dat van Sint Christoffel, &c. Geschreven heeft aan den Schrijver deser Historie, na dat hy van hem hadde ontfangen een Exemplaar van den Françoyschen Druk, en hem sendende het Tafereel sijnes Huys, en het Landschap sijnes Eylands van Sint Christoffel.
MYN HEER.
IK hebbe niet overvallen geweest door de schoonheyt en d'uytmuntentheyt van Uw Boek, dat U belieft heeft my te seynden. Daar kan niets voort-komen uyt eenen braven geest, gelijk d'uwe is, als dat volmaaktelijk is af-gedaan; en my dunkt gy soo gelukkigh zijt geslaacht in dit Werk, dat ik my versekere dat uwe aansienlijkheyt daar door eenen grooten glants sal ontfangen. Uwe aanteykeningen sijn soo keurlijk en soo waarachtigh, en het gesprek soo net en effen, dat uwe vrienden daar aan niets meer mogen wenschen: my belangende, ik wil my alleenlijk met u verheugen over sulk eene goede uytkomste, en u duysentmalen bedanken, om dat gy aan my soo voordeeligh hebt gedacht. Ik seynde u in verwisseling het ontwerp van dit Huys dat gy hebt begeert. Ik heb'er by-gevoeght dat van het Landschap onses Eylands, het welke u niet on-aangenaam sal sijn. En hoewel d'afwêsicheyt van mijnen Heere Auber van Middelburgh, my wat moeyelijk is gevallen om te weten door wien ik dese geringe Keurlijkheden aan u soude konnen bestellen, soo hebbe ik gelooft dat M. Kerke Apoteker woonende tot Vlissinge van u bekent soude sijn, en dat hy sich gewilligh soude quyten van desen last, die ik hem op-legge door den Hooft-man Antonii d'Armoise. Ik wenschste gelukkigh genoegh te mogen wesen om in gewichtiger gelegentheyt mijne dankbaarheyt te betuygen voor soo vele andere Verplichtingen als ik u hebbe. Gy mooght wel gelooven, Mijn Heer, dat ik het altijd doen sal met vreughde in alle die haar sullen aanbieden, en dat ik ben van gantscher herten.
Myn Heer.
Uyt Sint Christoffel den 10. Decemb. 1658.
Uw Seer-ootmoedige Dienaar
De Ridder van Poincy.