| |
| |
| |
Voor-reden des Schryvers.
WY hebben het ongeluk in de Vertellingen diemen ons geeft van verre-gelegene Landen, dat dikwils sy geschreven zijn door persoonen die'er eenigh voordeel uyt konden trekken, en die door sekere beweegh-redenen, en sekere aanmerkingen, de waarheyt vermommen, en ons de dingen vertoonen met eenen anderen swier, en onder eene andere verwe, als sy in der daad niet zijn. Somtijds ook ontmoeten wy Schrijvers, die met koelen moede en uyt lichthertigheyt, ons yets doen gelooven, en scheppen vermaak in onse lightgeloovicheyt yets op te sadelen. D'eenen en d'anderen hebben de versekertheyt van te liegen, en gelooven dat zy het onstraffelijk mogen doen, om dat het verre is gebeurt, gelijk het spreekwoord seght. En somtijds, eyndelijk, sijn wy onderworpen om stukken van dese natuure t'ontfangen, uyt de hand van eenvoudige en botte lieden, die noch geleertheyt noch geest hebben, om ons yets naauw-keurichs noch versekerts te geven: en in de schriften van de welke men niets vind waar op men vastigheyt noch grond-vest soude mogen bouwen, om dat in verscheyde onderworpselen sy het wit voor het swart hebben genomen, en dat by gebrek van de dingen wel te hebben begrepen, of onthouden, zy die ons niet aanbrengen in hare levendige waarheyt, hoe-wel van elders hunne meyninge niet is om ons te bedriegen. Maar in het tegendeel soo is dit een groot voordeel, wanneer sulke Werken sijn te samen-gestelt door Schrijvers, waar in men te gelijk kan bespeuren dese drie Voorwaarden, dat zy daar geen bysonder insicht toe hebben, dat zy niet spelen met de waarheyt, en dat zy voorsien sijn met geheugenisse en verstant, om hunne Vertellingen te vormen.
De genen die de moeyte sullen nemen om hunne oogen te werpen op de Historie die wy haar vertoonen in dit Boek, mogen'er dit voordeel in verhopen: sonder te kanten tegens de Wetten van de wel-voeghlijk- | |
| |
heyt noch van d'ootmoedigheyt, soo sullen wy ons self vvel mogen toe-eygenen de tvvee eerste van dese voorvvaarden, die vvy terstont hebben gestelt, dat is te seggen in een vvoord, de puere suyverheyt; aangesien dat dit is een lof, die schijnt dat elk sich onnoosel mach geven, ten minste vvanneer sijn eyge gevvisse het niet verloochent. Maar betreffende de hoedanigheden van den geest, die vvy'er hebben by-gestelt, gelijk zijnde de derde Voorvvaarde, vvy en souden'er de lof-sprake niet van mogen aan-nemen sonder eenen trek van ydele glorye te betoonen. Even-vvel derven vvy dese History vvel in gebiedenisse brengen door dese laatste volmaaktheyt; vvant indien vvy ter zijde stellen het gene vvy hebben gesien met onse eygene oogen, en dat vvy hebben getast met onse eygene handen geduerende onse reysen in deselve Eylanden die vvy beschrijven, soo hebben vvy voor het overschot daar vveynige behulpsaamheyt toe-gebracht als de Vorm en de Versamelinge, ge-arbeyd hebbende op de getrouvve en keurlijke gedenkschriften, die ons sijn verschaft gevveest door Oogh-getuygen, on-ingevvikkelt en geloofvvaardigh, en vviens geheugenisse niet min sterk en gelukkigh is, noch haar oordeel min levendigh en verlicht, als hunne ziele is schoon en suyver.
Daarom is het dat vvy eene neerstige en beschroomde sorge hebben gedragen om niets van het onse by te voegen, in het gene vvesentlijk is, als de schikkinge en d'aan-een-bindingen, die niet gevonden vvorden in afgesnede stukken. En vvy hebben niets gedaan, om eygentlijk te spreken, als de hand geleent aan die brave Reysigers, om hunne Vertellingen te beschrijven en by-een te rijgen, sonder daar van den sin t'ontstellen, en om getrouvvelijk vast te setten en te vervverken, dese dierbare stoffen ons van hun toebetrouvvt. Ook sullen sy sijn, by alle gelegentheden, de genoechsame borgen en bevryders van onse Verhalen: niets in dit Werk sijnde dat sy niet hebben gesien, dat zy niet hebben ondersocht, dat sy self niet hebben verbetert indien het noodigh is gevveest, en vvaar van in een vvoord, sy geene volkome toe-stemminge hebben gegeven met de levendige stemme en by geschrifte.
| |
| |
Wy derven ons beloven dat de Tytel van Natuurlijke en Sedelijke Historie, die vvy stellen op het voor-hooft deses Werkx, in na-volginge van die d'uytmuntende Josef Akosta geeft aan sijne Historie, niet sal schijnen, noch al te vveyts, noch al te vvijt van uytbreyding aan de genen die hem sullen gevvaardigen te vergelijken met het lichaam van het stuk. Ten minsten hebben vvy getracht om eene gelijkmaticheyt te stellen tusschen de grootheyt des Gebouvvs met de defticheyt van de Voor-sale. Niet dat vvy hier roemen in dit Boek begrepen te hebben, alles vvat men soude konnen schrijven op het ondervvorpsel der Voor-eylanden: men soude stoffe genoech vinden, om'er mede te verbreeden in vele dingen de Natuurlijke Historie, en selfs de Zedelijke: maar vvat'er af zy, my dunkt dat in eenigerley vvyse vvy hebben voldaan, aan het gene de Voor-gével des Boekx aan de Lesers doet verhopen: en in dien yeder gedeelte der Nieuvve Werelt alsoo bysonderlijk vvas ondersocht door de Historie-schrijvers, d'Oude Werelt soude daar af beter onder-recht sijn, als zy tot noch toe niet en is gevveest.
Wy sijn verplicht gevveest om in eenige plaatsen aan te roeren ondervvorpselen die alreede sijn verhandelt by Doorluchtige Schrijvers, en bekent van oneyndige Persoonen: Seker niet in meyninge of om ons Boek te verdikken, of om ons te verheffen boven dese groote Mannen: maar om dat sonder dit onse Historie gebrekkelijk soude sijn gevveest. Even gelijk eene Kaarte van Vrankrijk onvolmaakt vvas, indien haar Maker daar hadde uyt-gelaten eenige aanmerkens-vvaardige Plaatsen, onder schijn dat andere Land-beschrijvers haar alreede hadden aan-geteykent in bysondere Kaarten van yedere Provincie des Koninkrijkx. En even-vvel vvy hebben af-gesneden van dese Stoffen, soo veel als ons mogelijk is gevveest: gelijk in de Beschrijvinge van den Cocos, den Annanas, en verscheyde andere dingen.
Na het Voorbeeld van De Lery en L'Escarbot, en andere Historie-schrijvers, en door den raad, en de noodigingen van eenige onser Vrienden, hebben vvy dit Werk door-saayt met gelijk-luydende en daar-tegen-strijdende gebruyken, ontleent uyt verscheyde Landen, en
| |
| |
van verscheyde Volkeren. Indien yemant bevind dat dit zy te door-breken den draad der Historie, het Parkement uyt te rekken, en de baan te vervullen, soo vleyen vvy ons in het geloove dat'er andere sullen sijn aan wien dese kleyne Verrykingen niet onaangenaam sullen wesen. En aanmerken sy haar niet gelijk trekken en streken die behooren aan de vvesentlijke schets des Tafereels, sy mogen haar aanschouvven met eenigh vermaak gelijk Lysten van bloemen, van vruchten, en van vogelen, tot de vercieringe van het Stuk.
Om den Leser niet al te veel te vermoeyen, hem al te groote teugen in eenen adem latende doen, en om d'oogen niet af te matten door eene al te lange, en al te eenparige aan-een-schakelinge van rust-klanken en van gesprekken, soo hebben vvy onse Historie gedeelt in soo vele Hooft-stukken en Leden, als vvy hebben geoordeelt het redelijkervvyse en met bevalligheyt te mogen doen. Maar d'achtervolging en de verbintenisse der stoffe in eenige Plaatsen ons niet hebbende vvillen geven de vryheyt om rustingen te maken, en ons verhaal af te snijden, gelijk vvy het vvel hadden gevvilt, soo sal dit bedvvang ons dienen tot eene voldoenende ontschuldiging.
Het gesprek is de beeltenisse van de gedachte: maar het Af-beeldsel vertoont het ding selve. Daarom is het dat in dese Historie vvy ons niet hebben genoeght met d'enkele vvoorden. Wy hebben'er by-gevoeght een groot getal van gedaantens, en kopere Platen, na d'ondervvorpselen die het ons hebben toegelaten, om daar van het denkbeeld machtiger te prenten in de geesten, door eene gevoelige en tastelijke betooninge. En vvy hebben niet gelooft dat de beroemde Schrijvers die een gedeelte der selver dingen uytmuntend hebben vertoont door het Graaf-yser van hunne Plaat-snijders, gelijk onder andere Charles de l'Escluse, en Jan de Laat, ons daar van behoorden af te vvenden: devvijl dat door dese behulp-middelden vvy de kennisse en het begrijp der stoffen gemakkelijk maken, en vvy verlustigen de Lesers ter selver-stond als vvy onse Historie verrijken. Indien de hand des Plaat-snijders, die getracht heeft om de teykeningen van den Schilder te volgen, alle sijne trekken niet vvel heeft beleyd, niet tegenstaande de
| |
[Folio ***1r]
[fol. ***1r]
| |
sorgen en de behendigheden der genen die'er de schetsen af hebben gemaakt, soo moet men alleenlijk beschuldigen sijne svvakheyt en onkundigheyt, en niet het gebrek vverpen op de Bestierders van het Werk.
Belangende de gebrekkelijkheden deses Boekx die van ons self mogen voortgesproten sijn, sonder dat d'Uytschrijver, noch de Drukker daar yets in behulpsaam sijn gevveest, vvy sullen niet beschaamt vvesen haar t'erkennen, en vvy sullen ons vvel vvachten haar te vervveeren, vvanneer-men haar aan ons heeft getoont, genoegh vvetende hoe svvak onse geheugenisse en ons oordeel is, en dat vvy ondervvorpen sijn ons te misgrijpen, en ons te bedriegen gelijk alle andere personen. Wy bidden dan onse minlijke en scherpsinnige Lesers, dat in plaatse van gestrengelijk en scherp te berispen, het gene sy in onse Historie niet sullen toe-stemmen, sy ons daar soetelijk en met liefde van vvaarschouvven, en vvy sullen hun oordeel aan-hangen, soo vele de reden ons het sal kunnen overtuygen. Aldus vvel verre van ons daar over te beklagen, sullen vvy'er ons voor verplicht houden, en het Openbaar sal'er nuttigheyt door ontfangen, indien dit Boek ten eenigen dage voor eene tvveede reyse in het licht gegeven vvord.
Wy bekennen alreede voor uyt, dat eene Historie die verciert is met verscheyde andere beeltenissen, min noodsakelijk tot het begrijpen der stoffen die'er in begrepen sijn, ook verrijkt moest vvesen, met de Kaarten der Voor-eylanden in het algemeen, en met die van d'aller-voornaamste Eylanden, die'er in het bysonder beschreven sijn. Maar om dat de Druk-perse niet lange konde vvachten, en de verre gelegentheyt deser plaatsen de middelen tot het bekomen van netter en juyster Kaarten, als tot noch toe in andere Schrijvers sijn gesien, ongemakkelijk maakt; soo sal de Leser sich met de klare Beschrijvinge der selve believen te genoegen.
Wy brengen somtijds by met eere verscheyde personen van verdiensten, van alle staten en hoedanigheden, die vvoonen in de Bevolkingen, gesticht en in-gestelt door d'uytheemsche Land-aarden op de Voor-eylanden, en in de Florides, en self vvy hebben in het gevolgh van dese Voor-reden by-gevoeght, d'uytstékende Brieven, vvaar mede
| |
[Folio ***1v]
[fol. ***1v]
| |
eenige van de Heeren de Gouverneurs en Bestierders van die Landen ons hebben ge-eert, na dat sy hadden gesien den Françoyschen Druk van dese Historie. Wy hebben gedacht dat vvy aldus behoorden te doen, devvijl die Heeren ons daar van de toelatinge gaven; om onse Vertellingen door dit middel gesach te geven, en haar meerder glants, en meerder versekertheyt te vervverven, Wy hebben dese doorluchtige en onberispelijke Getuygen ook voort-gebracht, om het mis-verstant t'ontnemen aan eenige Europeanen, die soo qualijk onderrecht sijn van dese Eylanden, en van d'andere Bevolkingen die sijn aan het Vastland van het Noorderlijk Amerika, dat sy hun overtuygen hoe sy ten meesten deele niet sijn als eene vertrek-plaatse der Bankeroutiers, en lieden van een quaad leven. Het tegendeelige niettemin seer-vvaarachtigh sijnde, te vveten dat alle dese Eylanden, en Vaste-landen, tegenvvoordigh bevvoont vvorden door een oneyndigh getal van Eerlijke Huys-gesinnen, die'er Borgerlijk leven, en in de vreese Gods, onder de verschillende opperste Machten, die haar beheerschen, na de verscheyde reglementen hun'er geboorte Landen.
|
|