Lietboeck inhoudende schriftuerlijcke vermaen liederen, claech liederen, gebeden, danck liederen, lofsanghen, psalmen, ende ander stichtelijcke liederen
(1582)–Hans de Ries– Auteursrechtvrij
[pagina XXV]
| |
Dat eerste deel deses Liedeboecks.Inhoudende Leerachtige vermaenliederen inde welcke int ghemeen ende een yder bysonder vermaent wert, tot afstant van sonden, bekeeringhe tot Godt, oprechte boete, beteringe des leuens, ende en Godtsalige wandelinghe.
Joel. 2. b, 12.
Ende nu spreeckt de Heere, bekeert v tot my wt gantscher herten, met vasten, weenen ende clagen, verschuert uwe herten ende niet uwe cleederen, bekeert u totten Heere uwen Godt, want hy is genadich ende bermhertich, lanckmoedich ende van grooter goetheydt, hy vergeeft de sonden ende boosheyt. | |
[pagina 1.r]
| |
Leerachtighe vermaenliederen, inde welcke int gemeen ende een yder bysonder vermaent wert, tot afstant van sonden, bekeeringhe tot Godt, oprechte boete, beteringe des leuens, ende een Godtsalighe wandelinghe. | |
Dat eerste vermaen Liedt.DINHOVT.
In desen Liede, werden die sondaren int gemeen vermaent tot boete ende beteringhe des leuens, tot een oprechte behinderinghe haerder sonden voor Godt, ende het waernemen vanden tijt der ghenaden. Voorder werdt verclaerdt dat den bekeerden sondaer sal vinden ghenade, maer dat den onboetveerdighen eewighe straffe sal ontmoeten ende oueruallen. | |
Naer de Voyse. Ick wil singhen een nieuwe Liet tot lof en prijs des Heeren.Singt met aendacht.TIs meer dan tijt, tis meer dan tijt
O menschen wilt op waken Ga naar margenoot+
En neemt niet langher respijt
Keert v seer haest tot Godt met vlijt Ga naar margenoot+
Naer zijn ghenade wilt haken Ga naar margenoot+
Doet van v misdaet belydt
Ghy sondaers breedt ende wijdt
| |
[pagina 1.v]
| |
O menschen wie ghy toch zijt
Die in sondt ouervloedich
Met lust zijt leuende spoedich
Ga naar margenoot+Waeckt op en treedt tot den Heere dijn
Beschreydt al dijne sonden
Ga naar margenoot+Begheert die ghenaed zijn.
Sijt op die wacht, zijt op die wacht
Ga naar margenoot+O ghy sondaers al tsamen
Want als een Dief in der nacht
Ga naar margenoot+Sal die Heere sterck met macht
Tot v comen bequame
Hebt op zijn comste wel acht
Den Heere niet en verwacht
In uwe sonden onsacht
Beclaecht beweent v misdaden
Ga naar margenoot+Gaet tot Godt met rouw beladen
Blyft niet langher in sonden doot
Bekeert v totten Heere
Ga naar margenoot+Eer wtbreeckt zijn gramschap groot.
Scheyt van tquaet, ende doet het goet
Ga naar margenoot+Wilt Godt gheheel aencleuen
Ga naar margenoot+En bewijst oprechte boet
Heb lief en dient den Heere soet
Wilt in Godts vreese leuen
Ga naar margenoot+V totten Heere spoet
Ga naar margenoot+Volghet synen raedt seer vroet
Ga naar margenoot+Gheeft v al in syn behoet
Ga naar margenoot+Des vlees lust wilt verachten
Gods wil te doen wilt betrachten
| |
[pagina 2.r]
| |
Christus het lam wilt volghen naer
Den wyden wech wilt mijden Ga naar margenoot+
Anders naeckt v lijden swaer.
Versmaet niet Gods goetheyt reyn Ga naar margenoot+
Neemt waer den tijt der ghenaden
Betert v groot ende cleen Ga naar margenoot+
Hoort Gods woort al int ghemeen
Sijn stem wilt niet versmaden Ga naar margenoot+
Doet open den Heere met een Ga naar margenoot+
Ontfangt hem v Godt alleen
V siele wilt hem bereen
Laet ingaen den Heere goedich Ga naar margenoot+
Seer vriendelyck en lanckmoedich
Ontsluyt ontsluyt het herte dijn
Den Heer wilt ghehoor gheuen Ga naar margenoot+
Vliet die eewighe pijn.
Wie zijn sondich leuen verlaet
En hem tquaet laet berouwen Ga naar margenoot+
Met gheloof totten Heere gaet Ga naar margenoot+
Wie dese werelt hier versmaet
Die wilt die Heer bedouwen
Met ghenaden vroech ende laet Ga naar margenoot+
Maer wie in sonden staet Ga naar margenoot+
Ende volghet des vlees raet Ga naar margenoot+
Eewighe straf vervaerlijck Ga naar margenoot+
Sal hem ontmoeten swaerlyck
Daerom o menschen tsamen al
Wilt tot Godt bekeeren
Want sHeeren dach comen sal. Ga naar margenoot+
| |
[pagina 2.v]
| |
FINIS. |
|