Lietboeck inhoudende schriftuerlijcke vermaen liederen, claech liederen, gebeden, danck liederen, lofsanghen, psalmen, ende ander stichtelijcke liederen
(1582)–Hans de Ries– AuteursrechtvrijHans de Ries, Lietboeck inhoudende schriftuerlijcke vermaen liederen, claech liederen, gebeden, danck liederen, lofsanghen, psalmen, ende ander stichtelijcke liederen. Dierick Mullem, Rotterdam 1582
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 7 D 17
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Lietboeck inhoudende schriftuerlijcke vermaen liederen, claech liederen, gebeden, danck liederen, lofsanghen, psalmen, ende ander stichtelijcke liederen van Hans de Ries in de eerste druk uit 1582.
redactionele ingrepen
p. I: ‘M.C.LXXXII’ → ‘M.D.LXXXII’: ‘Anno. M.D.LXXXII’.
p. III: ‘Vooreden’ → ‘Voorreden’: ‘Voorreden’.
p. VII: Tussen vierkante haken is een kop toegevoegd.
fol. 56.v: In het origineel zijn de noten aan de linkerkant van de tekst slecht leesbaar. In deze digitale editie is ‘[...]’ geplaatst.
fol. 82.r: ‘eeer’ → ‘eer’: ‘Eewigen prijs glory en eer’.
fol. 99.r: Het foutieve folionummer ‘95’ is gewijzigd in ‘99’.
fol. 119.r: ‘Phlippus’ → ‘Philippus’: ‘Wilt ooc mercken op Philippus vroom’.
fol. 127.v: In het origineel is een gedeelte van de tekst slecht leesbaar. In deze digitale editie is ‘[...]’ geplaatst.
fol. 155.r: ‘xxxx.’ → ‘cxxx.’: ‘Den cxxx. psalm’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, XXVI, fol. 37.v, 72.v, 92.v, 114.v, 139.v) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
LIETBOECK
Inhoudende
Schriftuerlijcke Vermaen Liederen, Claech Liederen, Gebeden, Danck Liederen, Lofsanghen, Psalmen, ende ander stichtelijcke Liederen, de welcke gheoeffent ende ghesonghen worden, onder de medeleden der ghemeenten Christi.
Die ordinantie van desen Lietboeck, met een corte onderrechtinghe hoe die Liederen ende Psalmen behooren ghesongen te werden vint ghy hier naer beschreuen.
Ephe. 5. veers 19.
Spreeckt met malcanderen van Psalmen ende gheestelijcke liedekens, singhet ende speelt den Heere in uwer herten, ende segghet danck alle tijt voor alle Menschen Godt den Vader onses Heeren Jesu Christi.
TOT ROTTERDAM.
By Dierick Mullem.
Anno. M.D.LXXXII.