Daghregister. Deel 2. 1656-1658
(1955)–Jan van Riebeeck– Auteursrechtelijk beschermdDecember anno 1657Adij, primo dito, nat ende vuyl, windrich weer van den N.Westen als voren.Ga naar margenoot+ 's Middaghs quam den Chaynouqua weder aen 't fort met 53 koebeesten, daeronder 6 redelijcke ossen, die hem in corten stondt altemalen wierden affgehandelt; had oock onsen geleenden os mede wederom gebracht ende gerestitueert, belovende over eenige dagen noch meer aff te brengen. 'T schijnt dat de vrije luyden hun hadden laten ontvallen, dat se voornemens waren geweest bij haer in 't landt te comen, vermits ons desen Chaynouqua waerschouwden ende genoechsaem bad emmers te willen maecken dat niemandt uytgingh, soo wij niet wilden dat sijn vrunden haer op de vlucht begaven ende weder terughweecken, welcke met veele troupen quamen affsacken, gelijck oock de Cochoquas van de noortcandt 3 man heden hier hadden ende seyden over eenige dagen oock met veel bestiael souden affcomen, als sijnde al tot omtrent de Groote-Berghrevier affgecomen; alle welcke luyden weder lustich getracteert ende goet onthael aengedaen wierden, etc. Sondach, den 2 dito, nat weer en de wint als vooren, bleeff den capiteyn van de Chaynouquas noch bij 't fort, daer in des Commandeurs huys met eeten ende drincken wel versorght ende getracteert wierdt, van meeninge sijnde morgen weder <te> vertrecken om meer beesten aff te halen. Heden hadden de vrije luyden aen Jan Reynierss. wooninge gereuylt 3 koeyen, 1 os ende 2 kalffjes, soodat deselve mede allenskens fray in 't bestiael geraecken. Ende nademael wij nu wat ossen beginnen te crijgen om de ploegh te trecken, soo hebben haer weder een geselschap van 3 persoonen tot vrijdom aengepresenteert, om onder hun dryen, neffensGa naar voetnoot1. haer te huyren dienaers, een parckGa naar voetnoot2. van 45 margen landts, (sijnde voor elcq 15) aen te slaen, 't welcke haer toegeseyt is, mitsgaders gelicentieert uyt te gaen sien off haer 't landt aen d' oversijde der reviere naest den laest geworden vrijman, Caspar Brinckman, is aenstaendeGa naar voetnoot3. omme 'tselve dan doorGa naar margenoot+ den landtmeter te laten affbaeckenen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 204]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3 ende 4 dito, noch al doncker, nevelich, vochtGa naar voetnoot1. weer ende wint als voren. Sijn de voorhaelde persoonen, genaempt Jacob Theunisz. van CooltjesplaetGa naar eind(a), Pieter VisagieGa naar eind(b) van Antwerpen ende Symon Jansz. in 't Velt van Dordrecht haer vrijdom vergundt voor 20 jaren ende op de plaetse hierboven gemelt affgemeten voor elcq 15, sijnde samen 45 mergen landts aen de Oostsijde van de reviere LiesbeecqGa naar voetnoot2., achter beneden de Taeffel- ende Bosbergen, volgens de vrij- ende erffbrieven hun daervan gepasseertGa naar eind(c). N. maen, den 5 dito, nat weer en de wint als voren. 6 dito, idem, nat weer ende wint ut supra. Hebben d' opperhooffden van 't Engels jachjen, den Vergulden Dolphijn, haer affscheyt wesen nemen om morgen metten dagh (de wint eenichsints dienende) te vertrecken ende haer reyse na Bantam te vervorderen, versoeckende d' eere te mogen hebben om een cleyn letterken aen d' Ed. Heeren Gouverneur-Generael ende Raden van India te bestellen, 'twelcke haer medegaven, van cleyne substantie ende inhoude, als onder dato deser in 't copieboucqGa naar voetnoot3. na te lesenGa naar eind(d). 7 dito, 's morgens fray, liefflijck sonneschijn-weer ende 't luchjen slap westelijcq, is verhaelde Engels jachtjen daermede vertrocken ende al laverende de bay uytgeraeckt. 8 dito, idem, fray weer als vooren. ‘Op dato de vrije luyden gecommuniceertGa naar eind(e) onse resolutie van den laesten November verleden om geen soute vleys off speck meer aen deselve te vercoopen, om redenen bij dito resolutie largo vervaet, ende daerop bij deselve tegemoet gevoert dat den handel van bestiael noch wat slapjes voortgaet, vermits die sedert weder wat gestut is ende sijluyden noch weynich schapen sijn hebbende om te strecken tot haer toespijs, derhalven versoeckende haer voor noch een wijle met vlees ende speck teGa naar margenoot+ willen blijven accommoderen; soo is hun sulcx vooreerst noch toegestaen ter tijt men sien sal hoe <het> sich met den handel vorder sal willen toedragen. Wijders bij de gesamentlijcke vrije luyden geremonstreert sijnde dat haer netten alle nachten in de reviere worden opgehaelt ende aen stuck gesneden (apparent door de Hottentoos), sulcx sijluyden jegenwoordich daeromme heel verlegen vallen ende gans geen vis tot toespijs cunnen vangen; soo is na overlegh van saken goetgevonden voor haerluyder gesamentlijcq te geven ende altijt te versorgen een goede segen van d' E. Compagnie ende toebehooren van loot, lijnen ende seylgaren, tot onderhoudinge van deselve, om daermede gesamenderhandt te vissen, soowel binnen als buyten de reviere, daer 't best gelegen compt, onder die conditie, dat d' E. Compagnie van al de vis die se daermede vangen, sal trecken een gerechte derde paertGa naar voetnoot4., tot spijsinge des guarnisoens, etc., waertegen haer weder voor niet sal uytgereyckt worden sooveel Caeps soudt als sijluyden sullen nodich hebben, tot in- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 205]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
soutinge van al de vis die sij met de verhaelde Compagnies zegen voor haer ⅔ sullen comen te vangen, vermits dito sout, van de Hottentoos aengebracht wordende, doch gansch weynich is costende ende volgens 'twelcke dan haer ten dien fine voorsz. gemelte zegen ende tonGa naar voetnoot1. heden oock is ter handen gestelt, sijnde nieuw ende costende incoops f 40.-.-, neffens twee witte lijnen van 9eGa naar voetnoot2., 2 strengh seylgaren ende 16 lb. loot tot de stocken, mitsgaders 1 smalton Caeps sout, costende f -.18.-, als wijders onder dato deser na te sien in 't specificatieboucq op reecqueninge van extraordinaris oncosten goetgevonden te brengen. Blijvende den vrijborger Steven Janss. van Wageningen (eerste raatspersoonGa naar voetnoot3. wegen de vrije luyden in onsen Raedt)Ga naar eind(f) cum suis bevolen de sorge over gemelte segen ende toebehooren, om in sijn huys bewaert ende versorght te worden, ten eynde telckens alsser gevist is, de zegen met een wagen off andersints datelijck weder aen sijn huys gebracht worde om aen stocken hangende te drogen ende voor te comen deselve bij de reviere niet gelaten ende, gelijck aen hare netten geschiet sijn, oock mede niet aen stuck gesneden ende bedorven, maer 'tgene daeraen door 't vissen breeckt telckens ten eersten met seylgaren weder ter degen geboetGa naar voetnoot4. endeGa naar margenoot+ onderhouden worde. Aldus gedaen ende geresolveert in 't fort de Goede Hoope, ten daege ende jare als boven. (Was geteyckent:) Jan van Riebeeck Roeloff de Man Jan van Harwarden ende Abraham Gabbema, secretaris.’
Sondagh, den 9e dito, moy sonneschijn-weer ende 't luchjen westelijcq, hebben de vrije luyden aenGa naar voetnoot5. hare huysen van de Charingurinars gereuylt 19 schapen ende een koe. 10 dito, idem, warm weer en de wint als vooren. Is den Commandeur eens gegaen na 't bos van den vrijman Leendert Corneliss. van Sevenhuysen, stijff drie uyren gaens van 't fort, om aff te speculeeren off er niet een beter wagenpadt na 'tselve soude op te vinden wesen, vermits de passagie die de vrije luyden derwaerts gebruycken soo clippich ende met sulcke diepe ende oneffen dellenGa naar voetnoot6. is, dat derselver wagens alle dagen gebroocken worden ende alhier met twee wagemaeckers (tot groote costen van de Compagnie) daeraen geduyrich werck sij te repareren. Is derhalven na veel omsoeckens een seer bequame effen wegh (doch wel een uyr gaens om) gevonden aen d' oversijde van de reviere Liesbeecq, boven ofte beoosten de landerijen van de vrije luyden die aen dito oversijde woonen ende uytgegeven sijn, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 206]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
over de harde sandt offte onbequaeme bougrondenGa naar voetnoot1. onderlanghs de Noord- offte deessijde van den bosheuvel heenGa naar eind(g); welcke wegh den vrije luyden met eenen aengewesen ende geseght is die ende geen andre na voorsz. vrijmansbos te gebruycken, offte dat, andre passagies nemende ende hunne wagens daer breeckende, deselve van Compagnies wagemaeckers niet meer op Compagnies costen sullen vermaeckt worden, etc. 11 ende 12 dito, noch al warm, droog, sonneschijn-weer, doch de wint dagelijcx tegen den nacht hard Z.Z.Oost. Is veele van Compagnies volcx op derselver corenlandtGa naar margenoot+ besich om te maeyen, affgevallen garstairen op te lesen ende wes meer aen den oogst te doen sij, waerin de vrije luyden niet veel naersticheyt gebruycken, maer hun meesten tijt ende sinnen aen den veehandel te werck leggen, 'twelcke doch soo weynich noch beschiet, dat se in haer corenbouw grooten intrestGa naar voetnoot2. lijden ende weynich vorderingh maecken. 13 dito, weer ende wint als vooren. Waren weder eenige Saldanhars van een ander trop (mede onderhorige van de Chaynouquas) aen 't fort gecomen met 12 jongh ende oude koebeesten, die haer ten eersten wierden affgehandelt, hebbende den capiteyn van desen (bij ons den Resoluten genaempt) in 2 jaren niet hier geweest, welcke siende (nadat met den boechouder Roeloff de Man in onderhandelinge was) den Commandeur buyten comen dat het noch denselven offte voorigen man was, scheen heel verheught ende als dapper in sijn schick te wesen, wetende qualijck wat mynenGa naar voetnoot3. van blijschap te thoonen met lachen, singen, etc., vattende deselve om de hals ende de handen, sulcx hem van den Commandeur weder bethoondt ende te verstaen gegeven wierd sijn compste hem mede op 't hoochste aengenaem was, tot teycken van 'twelcke met al sijn volcq lustich met brandewijn, broot ende craelen, etc., onthaelt ende vereert wierd, waernae, ende eenige wedersijtse bethoonde vrundelijcheden, denselven is vertrocken met beloffte van nu ende dan veel bestiael aff te brengen, gelijck oock binnen weynich dagen te verwachten waren sijn confrater offte vrindt (wesende den capiteyn van de gemelte Chaynouquas) daer de laeste 2 à 3 groote parthijen van gehandelt sijn ende hiervooren veel van geschreven is. De vrije luyden aen Jan Reyniersz. wooninge hadden gister mede 2 ossen ende een koe gehandelt, soodat het met den veehandel, Gode loff, noch al fraeytjens toegaet. 14 ende 15 <dito>, idem, droogh, warm weer en de wint als boven. Heefft den Commandeur uytgeweest ende de laeste drie vrij geworden luyden (waerbij noch een sich in haer geselschap begeven had) tot 60 morgen landts toe, sijnde voor elck 15, affgemeten conform de erffbrieven onder dato deses haer daervan gepasseert. Ga naar margenoot+ Heden heefft Herry als maeckelaer van andre inwoonders uyt 't landt aen de vrije luyden vercocht 8 stucx jongh ende oude koebeesten, onder welcke eenige ossen, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 207]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
seggende tegen den Commandeur, soo haest <dese> hem daer vernam (uyt vreese van misdaen te hebben) dat haest ander volcq met groote partije beesten affbrengen soude, brengende dese cleyne partijtjes maer aen de vrije borgers; doch dit sijn maer blaeuwe blomtjesGa naar voetnoot1. van desen gastGa naar voetnoot2.. Sondagh, den 16en <dito>, 's morgens harde Z.Z.Oostewinden ende drooghte, wierden 2 schepen onder de wal gesien, waervan 't eene noch goet stuck in de bay, doch niet ter rechter reede, ten ancker quam ende den andren (door de gemelte harde winden soo hoogh niet cunnende opcomen) na 't Robben-eylandt afflensten ende aldaer ten ancker liep. Op dato hadden de vrije luyden aen Jan Reyniersz. huysinge weder gereuylt 1 koe met een kalff, waertoe recht op de passagie van de Hottentoos, bij de verse revier, fray gelegen tot den handel, omtrent een uyr gaens van 't fort, is wonendeGa naar voetnoot3.Ga naar eind(h). 's Middaegs wierden oock aen 't fort gehandelt 1 os ende 3 koeyen met een schaep van de tabacqdieven (Gorachouqua genaempt) offte Charingurinars. Item tegen den avondt noch 7 schapen van de Charingurinars offte Charinguriquas, waerbij oock drie persoonen waren (soo sij te verstaen gaven) van de Cochoquas, geen van allen nooytGa naar voetnoot4. aen 't fort geweest maer heel vreempt, ende gecomen sijnde om eens mede te sien wat volcq de Hollanders waren. Des deselve te beter onthaelt ende getracteert wierden, om haer te meer tot ons genegen te maecken, etc. Seyden oock dat veel bestiael soude affbrengen; 't succes leert den tijt. Wierd oock een sloep gesonden na verhaelde schip om te vernemen vanwaer quam, etc. 17 dito, 's morgens de wint wat slapper doch niet geheel noch ophoudende, is gemelte sloep wederom gecomen met tijdinge dat het was 't Slot van Honingen ende 't ander Arnhem, achtervolgende onderstaende brieffken 'twelck d' onse medebrachten, van d' opperhooffden des verhaelden schips Honingen geschreven ende luydende als te weten:
‘Aen den Commandeur deser fortresse,Ga naar margenoot+ Dese jegenwoordige sich alhier verthoonende schepen sijn 't Slodt van Hooningen ende Arnhem, den 4en February jongstleden nevens de schepen Henriette Louyse ende Avonstar onder de vlagh van den E. Volcquerus Westerwolt van Batavia na 't Patria affgedespecheert, hebbende in May daeraenGa naar voetnoot5. hier omtrent 't landt van de Caep soodanige contrarie, vehemente, harde westelijcke winden ende stormen gerescontreert dat, sonder te moeten vergaen, het onmogelijck ware langer bij te houden, sulcx wij met Slodt van Honingen den 21 derselver maendt (God beter 't) genootsaeckt wierden de Vaderlantse reyse voor die tijt te staecken ende om noch 't leven met schip ende goet te salveren 't roer op te douwen ende onsen coers na | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 207]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mauritius, om aldaer in de Noordwester haven t' overwinteren, aen te stellen; alwaer den 2 July (Gode sij loff) alhoewel seer desolaet ende ten eynde drinckwaterGa naar voetnoot1., met veel sieck, swack ende affgematteert volcq, noch behouden parresseerden, sonder 'tsedert dat buyten ZondasenckteGa naar eind(i) waren geraeckt, d' andre drie voorgemelte schepen meer gesien offte vernomen te hebben als eenelijcq Arnhem, die nu jonghst, sijnde den 13 deser, weynich beoosten Caep de Aguilhas rescontreerden, die verstonden oock als niet beter dan wij gevaren was ende sijn retretGa naar voetnoot2. na Madagascar genomen hadde, clagende van sober gestalteGa naar voetnoot3., soo wegens victualien als zeyl, treylGa naar voetnoot4. ende andre nodige scheepsbehoeffte, uytgesondert rijs, waervan sich aldaer tot nootdrufft hadde versien. Het soude met ons mede al vrij soo slecht bevallen sijn, ten ware dat (door de sonderlinge bestieringe Godes) 't schip 't Hoff van Zeelandt, comende vol ende soetGa naar voetnoot5. uyt 't Vaderlant, aldaer daer bij ons aen 't eylandt niet was verschenen, waeruyt meest van alle nodige behoeffticheden sijn versien ende g'adsisteert geworden, behalven van broot ende rijs, daer het seer sober mede gestelt is, gelijck oock met de zeylen; dierhalven gedienstelijcq versoecke, off het gebeurde dat wij ter rheede niet conden comen ende d' anckers ons quame te begeven ende door 't harde weder, gelijck nu Arnhem reets al uyt gesicht geraeckt sijnde, quamen te verdrijven ende alsoo dat Godt verhoede van dese plaetse versteecken wierden, UE. voor gerecommandeert geliefft te houden 't voorgemelte benodichde van bey dese schepen uyt alhier aencomende baresenGa naar voetnoot6. te lichten, opdat ons 'tselve met de volgende retourvloote aen St. Helena mochte geworden, want anders tot vorderGa naar margenoot+ voltreckingh van de Vaderlantse reyse niet bestandt soude sijn, ende wijders in noch elendiger ende desolater staedt als reets geweest sijn, comen te vervallen, waervoor ons den Almogende wil bewaren, ende eyndelinghGa naar voetnoot7. eens behouden in 't gewenste Vaderlandt helpen, dien wij UE. tot besluyt, etc.
(Ter sijden stondt:) In 't Slodt van Honingen, den 17 December anno 1657. (Ende was geteyckent:) Johan Goosens Claes Speelman’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 209]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op welck schrijvens datelijck de sloep neffens een schaep ende partije thuyn- endeGa naar margenoot+ aertvruchten weder is affgesonden met navolgende brieffken geschreven, luydende als te weten: ‘Aen d' E. Heer Johan Goosens. Onder anderen uyt UE. schrijvens, neffens 't wedervaren van derselver penible reyse, verstaen hebbende dat het ander schip is Arnhem, slecht gestelt van veelderley nootwendicheden, voornamentlijcq anckers ende touwen, doch wel versien van rijs ende montcosten, ende dat UE. van beduchtinge sijt (met onse vreese accorderende) 'tselve gister een off 2 anckers sal verlooren hebben ende licht laten deurstaen na St. Helena, wijders oock bespeurende UE. vreese van mede dese rheede wel niet te sullen crijgen, ingevalle de Z.Z.O.winden dus stijff blijven aenhouden, 'twelcq wij niet willen hopen, soo dient tot advys dat in soodanich cas, volgens de memorie van d' Heeren Meesters, alle schepen, in de dooseGa naar voetnoot1. bij haer hebbende, altijt de rheede van 't Robben- ende Dassen-eylandt, offte ten minsten in de Saldanhabay, cunnen becomen worden, gelijck schipper Jan Symonss.Ga naar voetnoot2. op UE. schip sijnde, wel bekent is, als wesende dito memorie ende caerten uyt sijn eygen ondervindinge gemaeckt ende bij ons uyt sijnen monde aengeteyckent, doch willen niet twijffelen off UE. sult met Honingen wel nader op de rheede comen ende niet genootsaeckt sijn de bay te verlaten, dewijle rede voor 2 anckers sijt leggende, alsoo 't staende onsen tijt noch nooyt gebeurt is dat schepen hier g'anckert van de Z.Z.Oostewinden uyt de bay sijn verdreven, alsoo die over 't landt waeyen ende geen slachGa naar voetnoot3. van water maer een opperwal maken. Soo willen wij oock hopen dat Arnhem noch wel weder opcomen, offte altoosGa naar margenoot+ ten minsten de voorsz. Saldanha-bay sal inlopen, om van hier door UE. noch met soo veel wij cunnen, insonderheyt van een ancker ende touw g'adsisteert te worden, ende waeromme UE. nootwendich alle debvoiren gelieven te blijven contribueren, ten eynde dito schip van gemelte adsistentie doch niet gefrustreert blijve ende UE. dienthalven niet souden behoeve juyst de retourvlote in te wachten, maer te eerder hunne vojagie na 't Patria spoedigen, offte soodanich anders als met goet overlegh ten meesten dienste van d' E. Compagnie ende behoudenis der gemelte schepen sal cunnen ofte mogen overleyt ende goetgevonden worden. In allen gevalle UE. van hier verdrijvendeGa naar voetnoot4. offte na genoten verversinge vertreckende, sal 't nodich wesen voorhaelde bay aen te doen om te sien off Arnhem aldaer mochte wesen, als wanneer wij oock versoecken d' inhebbende 20 platen geel coper ende 5 rollen plat loot, beneffens oock de 20 gelijcke platen coper in Arnhem, aldaer geliefft te laten overgeven in ons Robbejachtjen, in dito bay om traen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 210]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te branden ende vogels te vangen nu wesende, offte, bij desselffs vertreck, te begraven in dito selve bay op het Schapen-eylandt, schipper Jan Symonss. bekendt, met een teycken ende brieffken waer wij 't sullen cunnen laten opvinden om hiernaer dan van daer aff te halen; doch off 't gebeurde dat Arnhem mochte heel na St.Helena gelopen wesen, soo geliefft sijn inhebbende coper daerGa naar voetnoot1. te begraven, vermits nu haest een van onse jachten, die op de custe van Angola cruyssen, St. Helena aendoen sal, ten eynde wij het vandaer noch becomen mochten, als sijnde ons hier op 't hoogste nodich. Per memorie. Hiermede, etc. (Tersijde stondt:) In 't fort de Goede Hoope, den 17 December anno 1657. (Was geteyckent:) Jan van Riebeeck.’
's Namiddags cregen tijdinge van d' uytkijckers dat 't ander schip Arnhem van onder beneden 't Robben-eylandt t'zeewaerts om met een fraye Noordwestelijcke zeewindt quam opseylen. Ende nademael andre wederom seyden dat geen schip costen sien, soo is den Commandeur selffs voor den avondt noch op den Leeuwenbergh gegaen om emmers rechte seeckerheyt te hebben, die 't van dito bergh, beneden 't Robben-eylandt onder seyl sagh laveren, vermits de Z.Z.Oostewindt weder wat stijff begond op te steecken. Ga naar margenoot+ Tusschenwijle is 't sloepjen wederom gecomen van 't schip Honingen met onderstaende brieffken geschreven, van inhouden als te weten:
‘Aen den Commandeur voornoempt, Met het retourneren van 't chaloupjen is ons U.E. schrijven nevens de bijgevoegde ververssinge wel geworden ende met het inleggende memoriken accorderende bevonden, blijven ten hoogsten danckbaer voor UE. goede genegentheyt en gedragen sorge. De gevorderde 20 plaeten cooper siet UE. nevens in 't gemoet; de 5 rollen plat loot sijn hier in 't schip niet te vinden. Met de andre 20 plaeten in Arnhem, bijaldien oock comen te verdrijven (dat niet willen hoopen) sullen handelen gelijck UE. ons hebt gelieven te recommanderen. Wijders Mijn Heere, soo moet onder correctie de gestaltenisse van beyde de schepen door ons niet wel uytgedruckt offte UE. de meeninge daeruyt qualijck begrepen hebben, alsoo Arnhem niet alleen van ancker, touwen ende andre nootwendicheden gebreck heefft, maer oock van montcosten gans ontbloot is, uytgesondert rijs, waervan sich eenlijcq aen Madagascar heefft kennen versien; ende wederom ter contrarie dat wíj redelijcq van montcosten sijn geprovideert, maer van rijs ende | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 211]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
broot destituyt, weshalven, sonder becominge van 'tselve, de reyse wijders na 't Vaderlandt geen van beyden bestandt sijn t' ondernemen; oock sijn daerenboven noch benodicht vanGa naar voetnoot1. 20 à 30 waterleggersGa naar voetnoot2., alsoo de meeste pardt van die <wij> noch in wesen hebben, verrot ende langer tot gebruyck onbequaem sijn, sulcx dat vertrouwen door UE. van hier voor dese twee schepen soodanich nietGa naar voetnoot3. sullen kennen versien werden, offte sullen nootsaackelijck een schip uyt 't Vaderlandt offte anders de retourvloote van Batavia inwachten, etc. (Ter sijden stondt:) 't Slot van Honingen, den 17 December anno 1657. (Was geteyckent:) Johan Goosens Claes Speelman.’
Bij twee distincte brieffkens van d' opperhooffden des schips Slot van Honingen in dese bay buyten de rheede g'anckert, vernomen hebbende de bysondere benodicheden derselver, alsoock 't schip Arnhem, van veele scheepsbehoeffticheden ende victualiën, etc., vermits derselver lange ende penible reyse sedert haer vertreck van Batavia in dato 4 February passado tot heden, ende dat deselve daeromme wel souden genootsaecktGa naar margenoot+ wesen hier eenige Vaderlantse schepen in te wachten omme daeruyt geprovideert ende van alles na vereysch g'accommodeert te worden, doordien oock Arnhem om anckers ende touwen benodicht was, offte verdrijvende aen St.-Helena de retourvloote affwachten, allen 'twelcke bij ons overwogen sijnde als oock <de> nootsaeckelijckheyt van de tijdelijcke overcompste deser 2 costelijcke retourschepen (waerna onse Heeren Meesters in 't Vaderlandt al langh hebben uytgesien ende seer verlangende sullen wesen); item oock dat het langer achterblijven derselver d' E. Compagnie seer costelijck sal vallen ende tot grooten ondienst staet te gedijen, - Soo is bij den Raedt goetgevonden ende geresolveert alles wat <wij> bij 't magasijn hebben, soo van provisie als andersints, de gemelte 2 schepen bij te setten ende alsoo ons selven alhier voor een wijle, tot de compste van de Vaderlantse ofte Indische schepen, in nessessiteyt te stellen, liever als deselve tot grooten ondienst ende belastinge van d' E. Compagnie daerna op te houden, ten eynde sijluyden te eerder mochten in 't lieve Vaderlandt aenlangen, te meer wij oock voor Arnhem een goet, nieuw touw ende ancker sijn hebbende, etc., welckenvolgende dan oock verstaen is d' opperhooffden des voorsz. schips dese onse resolutie met een letterken aen te cundigen, om hun daerna te mogen richten ende te beter gemoetGa naar voetnoot4. te sijn. Staende dese vergaderinge is oock navolgende request ingegeven door Mr. Jan | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 212]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vetteman, opperchirurgijn deser fortresse, waerbij versoeckt sigh alhier in vrijdom te mogen erneren, onder de conditien bij 'tselve hier onder g'insereert na te lesen, luydende als te weten: Aen d' E. Heer Jan van Riebeeck, Commandeur van 't fort de Goede Hope ende sijn bijhebbende Raadt: ‘Geefft reverentlijck te kennen Mr. Jan Vetteman, opperchirurgijn, als dat hij gaerne wilde vrijman wesen op volgende conditien: voor eerst, dat hij sal wesen vrij chirurgijn van alle de vrije luyden, dat deselve niet sullen offte mogen eenigeGa naar margenoot+ andre meesters employere tot haren dienst als de voorsz. Mr. Jan Vetteman; vorders als dat ick sal mogen de vrije tapneringe doen ende daerbeneffens vrije taeffel houden voor alle hooge ende lage staetspersoonen, niemandt uytgesondert, ende vorders alle negotie drijven, koopen ende vercoopen, alles tot mijne welgevallen, uytgesondert Compagnie's provisie ende stercken dranck van de schepen te copen; sal oock mogen reuylen van de Hottentoos alles, beneffens de andre vrijeluyden, oock mede een stuck landts om tot thuynen te gebruycken, als oock mede dat ick alderhande stercken dranck ende Compagnie's provisien van de Compagnie sal cunnen crijgen voor contant gelt, sooveel als ick van noden hebben; vorders datter niet meer als twee herbergiers omtrent het fort sullen mogen tappen offte droogh gasterijeGa naar voetnoot1. houden; vorders verbinde ick mij voor den tijt van drie jaren tot een proeve. Soo het mij dan na de verloopen drie jaren wel aenstaedt, soo sal ick op deselve conditien noch twaelff achtereenvolgende jaren vrijman blijven ende dan geen tijt na mijn vrouws 15 jarenGa naar voetnoot2. meer na te dienen, maer in voorgaende opperchirurgijnsplaetse na 't Patria gesonden worden. Maer soo ter contrarie, nae het expireeren van mijn drie proeffjaren, het vrijdom mij niet meer aenstaedt, dat dan de Compagnie sal gehouden wesen mij in mijn voorgaende qualiteyt en deselffde gagie naer Batavia te senden, doch dat mijn drie proeffjaren oock meede tot offcortinge van mijn tijt sal sijn. Dit doende, etc. (Was geteyckent:) Mr. Jan Vetteman.’
Welck request geresumeert sijnde, ‘is goetgevonden den suppliant sijn vrijdom toe te staen, item dat alvooren sich 15 jaren verbindt, eerst drie jaren sal mogen besoeckenGa naar voetnoot3., ende de vrijdom hem dan langer aenstaende, de vordere 12 jaren hier continueren, doch binnen de gemelte drie proeffjaren niet toegelaten offte vergundt worden tot eenigen handel van bestiael, etc., met de Hottentoos, noch oock gelijck d' andre vrije luyden eenich landt in eygendom, maer wel in leeninge om thuyn ende boomvruchten, etc., aen te teelen, welck landt na de drie proeffjaren (niet goetvindende langer in vrijdom te leven) weder aen d' E. Compagnie sal moeten over- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 213]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geven, ende staende de voorsz. drie jaren sich vorders maer alleen erneeren op sijn gast- ende tapneringe voor de gaende ende comende man der passerende schepen, beneffens desselffs chirurgijnshantwerck onder de vrijborgers alhier, sonder datGa naar margenoot+ vooreerst meer vrije chirurgijns beneffens hem hier sullen toegelaten worden, soolange gesien ende gemerckt wort dat hij 't alleen onder de vrije luyden sal cunnen blijven waernemen. Aengaende des suppliants versoeck om na de gemelte drie proeffjaren tot sijn jegenwoordige opperchirurgijns qualité in Compagnie's dienst weder aengenomen te worden, is hem mede toegestaen, edoch niet om dan juyst na Batavia te gaen, maer gebruyckt te worden daer d' E. Compagnie t' haren believen best gelegen sal comen, mits oock de manquerende tijt aen sijn jegenwoordich verbandt t' eenemael mede sal gehouden blijven vol uyt te dienen voor deselve gagie, daervan nu is affstaendeGa naar voetnoot1., doch sijn vrouws verbandt van 15 jaren, hier in vrijdom blijvende woonen, sal hem 't mancquement sijnes voorgemelten tijts niet gereeckendt worden, maer als dan toegestaen in sijn opperchirurgijns qualité na huys off India te varen. Ende wat hij staende sijn vrijdom uyt Compagnie's magasijn van noden heefft tot de ordinaris taeffel ende herberginge der luyden, sal hem na den gestelden prijs ende regel contant worden vercocht, ende wijders onderworpen wesen alle soodanige ordonnantien als rede voor de vrije luyden sijn gestelt ende namaels door ons ofte onse hooge overicheyt ende Heeren Principalen noch souden mogen gestelt offte beraempt ende uytgegeven worden. Aldus gedaen ende geresolveert in 't fort de Goede Hoope ten dage ende jaere als boven.
(Was geteyckent:) Jan van Riebeeck Roeloff de Man Jan van Harwarden Abraham Gabbema, secretaris.’
Tegen den nacht begonden meergemelte Z.Z.Oostewinden noch veel harder op te steecken, welcke den 18 dito, 's morgens noch al aenhielden tot omtrent halff voor middagh, als wanneer 't wat begond te bedaren ende navolgende brieffken gereedt gemaeckt wierd omGa naar margenoot+ met de sloep weder aen 't Slodt van Honingen te stuyren, neffens wederom wat ververssinge, etc.
‘Aen d' E. Johan Goosens, Wij hebben met de wederomcompste van ons sloepjen UE. 2e brieffken gisteravondt ontfangen ende derselver nessessiteyt daeruyt volcomentlijck cunnen be- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 214]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
grijpen: dient tot antwoort, dat wij geresolveert sijn ende dierhalven oock hopen dese 2 costelijcke schepen uyt onse soberheyt alhier soodanich noch wel te versien, dat deselve na Vaderlantse offte d' Indische retourvloote niet sullen behoeven blijven wachten, al souden wij ons selven voor een wijl in nessessiteyt stellen, vermits d' E. Compagnie aen de spoedige overcompste te veel gelegen is. UE. gelieven derhalven, tegen dat op de rheede arriveert, eens per notitie aen te teyckenen ende ons op te brengen de quantité ende qualiteyt van alle derselver benodicheden, ende wat belanght de watervaten, hopen wij UE. oock te sullen cunnen helpen, als maer de ijsere hoepen uwer oude vaten wel bewaert sijn. 't Schip Arnhem heb ickGa naar voetnoot1., gister voor den avondt op den Leeuwenbergh gegaen wesende, noch selffs onderseyl gesien even beneden 't Robben-eylandt, hopen derhalven dat noch wel opcomen sal ende mede versien sal cunnen worden vermits van Madagascar rijs genoech sal hebben gecregen, ende UE. volgens derselver tweede brieffken van ander toespijs redelijcq versien zijt. 'T sal aen ons niet manqueren al souden wij, gelijck voorseyt, ons selffs t' eenemael voor een wijl ontblooten ende tot de compste van Vaderlantse schepen wat verlegen stellen, liever als UE. tot groot costen ende ondienst van de Compagnie daerna op te houden. Indien wij de vlagh ophalen, sal een teycken wesen dat het schip Arnhem van hier wederom gesien is. UE. geliefft ingelijcx te doen soo <UE.> het voor ons compt te vernemen. Hierneffens gaet weder wat ververssinge voor 't volck ende oock wat fijn warmoes, etc., voor UE. cajuyt, sooveel met cleyne sloepjen can overgebracht worden; item drie versse brooden voor UE. en de vroutjesGa naar voetnoot2.. Melcq is te verde ende wel 1½ uyr gaens van 't fort bij de vrije boeren te halen, cunnende oock in dit windrich weer met ons cleyn sloepjen niet overgebracht worden. Hiermede, etc.
In 't fort de Goede Hoope, adij 18en December anno 1657.
(Was geteyckent:) Jan van Riebeeck.’
Ga naar margenoot+ Met welck brieffken ende ververssinge 't sloepjen dan ten eersten is affgesonden, steeckende alvooren aen boort was, de wint weder heel hard op, sulcx ter naeuwernoot het schip noch coste crijgen, als wanneer deselve haer vlagh van achter lieten waeyen; 'twelck volgens bovengeschreven brieffken het teycken offte seyn is, dat sijluyden het schip Arnhem noch sagen, maer cost hier van landt niet gesien worden. 19 <dito>, 's morgens noch al even harde Z.Z.Oostewinde met hitGa naar voetnoot3. ende drooghte | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tot tegen de middagh, begond wat te stillen, als wanneer 't sloepjen weder aen landt quam met onderstaende brieffken van d' opperhooffden des schips Hooningen geschreven, van inhoude als te weten: ‘Aen den Commandeur deser fortresse, Wij hebben met groot aengenaemheyt ende verlichtingh van gemoveerde swaricheytGa naar voetnoot1. uyt UE. tweede brieffken, van desen morgen met het chaloupjen ontfangen, beooghtGa naar voetnoot2. dat UE. moet heefft ons ende Arnhem van het benodichste tot spoedige bevorderingh der reyse te sullen kennen versien, sulcx dat niet nae de Vaderlantse off Indische schepen behoeven te blijven wachten, dat een gewenschte saecke voor ons is ende door UE. een treffelijck werck ten dienste van de Generale Compagnie daermede sal uytgevrochtGa naar voetnoot3. worden, ende wanneer, Godt de voorste, met lieff ter rheede comen, sullen UE. een memoricken van 't benodichde overhandigen ende oock wijders mondelingh van alles na vereysch van saecken cundtschap doen. Voor de wederom becomen groente, alsmede de gesondene verse brooden, blijven danckbaer. 't Schip Arnhem wort hierboven van de stengh noch gesien, doch is soo verde als 't zeewaert in beoogen cunnen. 'T schijndt dat het alsoo onder seyl bijhoudt op hope van 't hantsamer weer ende bequamer windt. Vertrouwe nevens UE. dat noch wel opcomen sal. Hiermede, etc. In 't Slot van Honingen, den 18en December anno 1657. (Lager stond:) Nota. E. Heer, wij sijn gans benodicht om een groot marseyl, sulcx wanneer hetGa naar voetnoot4., dat jegenwoordich aen de rhee hebben, ons quame te begeven, souden grootelijcx verlegen sijn. Dierhalven wel wenschte dat UE. ons per eerste gelegentheyt met het schuytjen een bael Hollandts doeck condet beschicken, souden de seylmaeckers datelijcq aen 't werck kennen gestelt worden; als mede oock wat teer om de woelinghGa naar voetnoot5. aen de fockemast te leggen, daer sich een breuck aen begindt te verthoonen, alsoo daervan mede gants ontbloot sijn.
(Was geteyckent:) Johan Goosens’.
's Namiddaeghs is 't sloepjen weder met ververssinge ende wat teer, etc., aenGa naar margenoot+ boort gesonden ende eenige versnaperingen, nadat den Commandeur was thuysgecomen van de corenlanden, die heden had wesen besichtigen ende op 't een ende 't ander wat ordre gestelt. Welck sloepjen soo haest niet aen 't schip was, off begond al weder even hard te waeyen; sulcx 'tselve wederom verweerden, ende dito wint tot omtrent midnacht aenhield, als wanneer 't stil wierd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Volle maen, den 20e dito, 's morgens 't luchjen variabel, quam gemelte sloepjen wederom met navolgende brieffken, luydende als te weten: ‘Aen den Commandeur, Volgens UE. memoriken is ons alles door den quartiermeester wel overhandicht, UE. wederom van herten bedanckende. Wij hadden gehoopt dat de wint ons vandaegh wat geslachboechtGa naar voetnoot1. soude hebben, maer is weder naer sijn oude gatGa naar voetnoot2. gekeert. Doch als UE. ons soo bedenckt, is het beter hier te leggen als in zee te swerven; ende moeten vorders op de hulpe Godes wachten, ende blijfft ondertusschen, etc. In 't Slot Honingen, den 19en December anno 1657,
(Was geteyckent:) Jan Goosens.’
Omtrent 8 uyren heefft sigh voorsz. schip Honingen met dit variabel luchtjen onder seyl begeven, comende daermede 's middaegs fray ter rheede, ende wierd met arentsoogen uytgesien na 't ander schip, Arnhem, doch is sedert eergisteren niet meer vernomen, echter hopen <wij> dat noch wel weder te voorschijn comen sal. 's Namiddaghs quam den oppercoopman Johan Goosens en de schipper van Honingen aen landt, ons haeren desolaten staet, etc., mondelingh vorder verhalende ende per notitie opbrengende hunne bysonderste nodicheden, bestaende volgens derselver overgegeven notitie in 't navolgende, te weten: ‘1 swaer ancker, 1 swaer touw, 2 anckerstockenGa naar voetnoot3., 1 stuck staende wantGa naar voetnoot4., 6 puddinghsGa naar voetnoot5.,Ga naar margenoot+ beslagen tot het groote wandt met 6 joffersGa naar voetnoot6., 1 ijsere trosGa naar voetnoot7. tot taely-reepsGa naar voetnoot8., 1 dito tot giensGa naar voetnoot9. ende taeckels, 2 wieltrossen tot lopendt wandtGa naar voetnoot10., 12 lijnen, in soorten van 9, 12 ende 15Ga naar voetnoot11., 12 bos huysinghGa naar voetnoot12., 12 bos marlinghGa naar voetnoot12., 3 à 4 groote haecken met coussenGa naar voetnoot13. voor giens ende taeckel, 6 puddingh-bouts, 25 waterleggers. Montcost: 6½ last rijs, 2 amen oly van olijven, 1 legger asijn, 1 aem traen, 2 vaten teer, 1½ vat peck, 3 groote schraeppers om het schip schoon te maecken, 1 stuck out kavelGa naar voetnoot14. om werckGa naar voetnoot15. te pluysen, 6 rollen Hollants doeck voor het groot marsseyl, offte is daer geen Hollants, soo moet daer wesen 325@Ga naar voetnoot16. Frans doeck voor de besaen, 220@ Hollants doeck voor de fock, 430 ellen Hollants doeck, 25 strengen seylgaren, 8 à 10 bos rottingh. Actum in 't Sloth van Honingen, adij 20 deser.
(Was geteyckent:) Claes Speelman.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Waerop haer is ter antwoorde gedient omme tegen morgen met haerluyden tesamen een vergaderinge te leggenGa naar voetnoot1. ende in deselve alles te overwegen, mitsgaders soodanige besluyten op 't een ende 't ander te maken als ten meesten dienste van d' E. Compagnie sal mogen goetgevonden worden te behooren, nevens recommandatie aen deselve wegen hare benodicheden niet anders in quantité ende qualiteyt op te brengen als waermede sijluyden de reyse van hier tot het Vaterlandt, op 't naeuwste genomen, souden cunnen erlangen, etc. 21 dito, 's morgens betogen lucht ende 't coeltjen N.westelijck met jagende motregen,Ga naar margenoot+ waermede 't schip Arnhem noch voor den avondt fray ter rheede quam, hebbende 2 dagen onder 't Dassen-eylandt ten ancker gelegen ende goet weer gehadt, tot heden morgen dat met dese Noordtwestelijcke coelte van daer gescheyden was ende eenige groente, eyeren, etc., daer becomen voor sijn siecken, die seer veele ende niet boven 10 gesonde mannen op had, mitsgaders 37 coppen van sijn volcq overleden, sulcx dat seer desolaet gestelt was. Wes ten eersten ververssinge aen boort gesonden ende, om de luyden soo haest mogelijck weder op de been te helpen, partije schapen geslacht wierden voor deselve ende oock 't Slot van Honingen, wiens volcq redelijcq gedisponeert waren. Voorsz. Arnhem had verleden Maendagh hier aen d' oversijde een ancker verlooren, soodat met noch maer 3 versien was ende nootsaeckelijck een sal moeten bijgeset worden. 22 dito, 's morgens nat, regenachtich weer en de wint Noord-West. Quamen d' opperhooffden van verhaelde schip Arnhem aen landt, ons haren gemelten desolaten staet bij monde nader openende, voornamentlijck van seyl ende treyl, lopende wandt ende provisien, uytgenomen rijs, die aen Madagascar tot 14 lasten becomen hadden, wesende al 't volcq met 't waterGa naar voetnoot2. gequelt ende al 37 overleden, daeronder 2 schippers, sulcx jegenwoordich den opperstuyrman de plaets provisioneel becleeden. Sondagh, den 23en dito, betrocken lucht met een variabel luchjen meest van den Westen, waermede 't Robbejacht ende sloep Peguyn uyt de Bay Saldanha hier ter rheede retourneerden met 31 halff amen ingesoute vogels ende 17 dito robbetraen, hebbende in dito bay geen handel met Hottentoos altoos gehadt ende de 2 Engelse stucken van 't Dassen- aen 't Robben-eylandt gebracht, mitsgaders op de g'ordonneerde plaetsen Compagnie's merck op clippen ende palen gehouwen ende geplandt, medebrengende oock onderstaende brieffken van die van 't Robben-eylandt, van inhoude als te weten:
‘Aen den Commandeur ende Raedt alhier, 't Getal der schapen is jegenwoordich, soo oude als meest jonge, 400 stucx, ende is op 't eylandt met de drooge tijt weynich groente voor de beestenGa naar voetnoot3.. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
't Zeyl bij ons op den 23en October hier gesien, leeck als een cloeck schip te zijn.Ga naar margenoot+ Hebben op den 16 derselver maendt noch een seyl in 't Noorden gesien, maer conden met sonondergangh niet meer sien, 'twelck een jacht leeck te sijn. Wat aengaet de mieredickwortelen, schieten redelijck, maer wat daer van worden sal, weten niet off deselve in de dickte sullen setten. Daer sijn der oock veele verrot. VertrouwGa naar voetnoot1. al te vroegh in den regentijt geplandt te sijn. Alsoock de pattattissen sijn ál vergaen, uytgenomen die nu jongst met JorisGa naar eind(j) hebben becomen. Die comen wel op, maer gaen <na> 5 à 6 dagen weder uyt, ende vertrouwen dat wij daer 't recht verstandt niet aff hebben om mede om te gaen, alsoo hier niet een is die daermede heefft omgegaen noch bij der handt heefft gevadt. 'T beste dat hier wil groeien off aerden is rapen, salada, radijs, cool ende crulcool, maer geen wortelen. Hebben nu in 4 maenden tijts oock niet vernomen als 2 conijnen; vertrouw dat d' ander doot sijn. D' aenteelt van dassen cunnen niet bemercken. Versoecke mede aen UE. als dat ons tot crael noch geliefft 200 stocken te senden, alsoo het aen d' een sijde maer de hoochte heefft van een verckensduyghGa naar voetnoot2.; oock om 15 à 20 bos oudt riet om een wachthuysken te maecken als men vuyrt, voor regen, douw ende windt. Dienen hier noch wel een man te hebben, alsoo de schapen niet meer in 't crael cunnen crijgen om te snijden, alsoo 't meest jonck goet is, ende een man geduyrich in de thuyn moet sijn, off de gansen ende vogels vernielen 't anders al. Hebben hier 2 stucken van Dassen-eylandt gecregen sonder roopaerdenGa naar voetnoot3., alsooGa naar voetnoot4. deselve niet en deugen. Op 't Robben-eylandt, desen 21 December anno 1657.
Hiermede, etc. (Was geteyckent:) Jan Woutersz.’
24 dito, betogen lucht ende stil weer als gister. ‘Bij den Commandeur ende Raedt deser fortresse gecommuniceert sijnde aen den Breeden Raedt van de retourschepen Arnhem ende Slot van Hooningen derselver resolutie van den 17 deser verleden alhier genomen, namentlijcq van selver dese residentie voor een wijle in necessiteyt te willen stellen liever als voorsz. costelijcke retourschepen tot grooten ondienst ende schade van de generale Compagnie op teGa naar margenoot+ houden tot eenige Vaderlantse offte Indische retourschepen, omme daar wegen veele benodicheden daeruyt te versien, etc.; ende volgens dien oock claer ende resoluytGa naar voetnoot5. opgegeven alles wat bij Compagnie's magasijn soo van provisien, anckers, touwen, pompen, pick, teer, harpeuys, traen, etc., is berustende, omme te overleggen off tselve sal cunnen helpen, ten eynde de meergemelte costelijcke schepen (sonder | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
daeromme te behouven leggen langer als op 't hooghste nodich) te eerder na 't Patria mogen werden gedespecheert; Wijders bij de principale opperhooffden offte Breeden Raedt der voorsz. schepen, in rade presendt ende tot versterckinge des forts raedt mede geroepen, per notitie opgebracht derselver meeste nootwendicheden, ten principalen ende meest wesende aen zeylen ende eenich lopend wandt, daermede deselve van hier niet wel schijnen te sullen cunnen werden versien, vermits dienaengaende bij 't magasijn niets en is; - Soo is na goet overlegh verstaen op overmorgen den 2 Kersdagh te laten doen een naeuwe visite op beyde de schepen, soo wegen de provisien als alle benodichtheden in de voorsz. 2 retourschepen sijnde, ende dat door de navolgende gecommitteerdens namentlijcq:Omme als dan op 't raport van de voorsz. gecommitteerdens een naeuwer overlegh te maecken ende te sien off deselve schepen met de aengebode adsistentie soo verde sullen cunnen werden geholpen dat sijluyden haer reyse daermede na 't Vaderlandt souden cunnen op 't spoedichste vervolgen, sonder als voorsz. tot meerder intrestGa naar voetnoot1. van d' E.Compagnie hier juyst daeromme na schepen uyt 't Vaderlandt off India te blijven leggen vertoeven; Vorders oock door monsieur Wijnandt van CatersveltGa naar eind(k), opperhoofft des voorsz. schips Arnhem, in rade verthooght het overlijden van de 2 schippers, Jan Rotgans ende Pieter Jansz de Vries, ende dat sijluyden derhalven bij mancquemendt van bequamerGa naar margenoot+ stoffe provisionelijck die plaetse sedert hadden laten becleden door den stuyrman Michiel Jacobsz. van BergenGa naar eind(l), in de Straedt Sunda uyt schip Louyse op Arnhem overgeset om de opperstuyrmansplaetse te bedienen, volgens ordonnantie dato 17 February passado bij den equipagie-meester Symon den Danser gepasseert, ende dat denselven in sijn regeringe ende commando soo wat te slap is vallende, als niet wel dervende 't scheepsvolck na behooren resoluytGa naar voetnoot2. genoegh commandeeren, etc.; ende volgens 'twelcke van opinie soude wesen dito costelijcq schip wel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 220]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van een habilderGa naar voetnoot1. hoofft over de scheepsregeringe mochte werden versorcht, waertoe in consideratie wert gebracht den 2<den> schipper Jan Symonsz. Clos, bescheyden beneffens den regerende schipper, Claes Speelman, op 't Slodt van Honingen, soo is na veele overweginge 'tselve niet alleene genomen in goede consideratie maer oock vastgestelt die plaetse met een habilder man te laten becleden; Doch wijders gesien op 't meeste voordeel ende den hoogsten dienst van de Compagnie in 't generael, namentlijck dat meergemelte schip Arnhem het costelijckste ende ter montureGa naar voetnoot2. wel van omtrent 8 tonnen gouts incoopsGa naar voetnoot3. geladen is ende Slot van Honingen ter contrarie niet hooger als met een carge van ongeveer drie tonnen, soo is na wel genomen deliberatie ende veele overlegginge (onse hoochste sorge na schuldige plicht latende gaen over 't grootste capitael onser Heeren Meesters) bij eenparicheyt van stemmen niet alleene als voorsz. goet gevonden dito costelijcke retourschip te versien van een beqaumer, maer oock daertoe te verkiesen den outsten ende ervarentsten schipper, Claes Speelman voorsz., welcke d' E. Compagnie niet alleen lange jaren voor schipper gediendt, maer oock diverse malen met Compagnie's schepen uyt- ende thuysgevaren heefft, ende in sijn plaetse op 't Slot van Honingen weder 't schippersgesach te deffererenGa naar voetnoot4. aen den 2<den> schipper Jan Symonsz. Clos voorsz., waermede vertrouwt wordt beyde de schepen dan van seer goede ende bequame schippers sullen wesen versien; Item oock dat niet alleen ten respecte ende om de costelijckheyt des schips Arnhem voorsz. den oudsten schipper Claes Speelman nodich is geacht over te gaen, maer oock dat het, vermits men tot veranderinge genootsaeckt is, alsoo wel sal comen om de meeste ruste onder 't gemeene volcq van beyde de gemelte schepen, welcke haer te gerustiger sullen houden wanneer de consideratie van de meerder waerdeGa naar margenoot+ des schip Arnhem comen te verstaen, sonder in eeniger manieren yets te laten verluyden van d' insuffichantieGa naar voetnoot5. des voornoemden gesurrogeerden provisioneelen schippers Michiel Jacobsz. van Bergen, maer sulcx voor den gemeenen volcq stil te houden ende denselven als 2<de> schipperpassagierGa naar voetnoot6. op 't Slot van Honingen weder over te laten gaen, om emmers alle tumulte ende misnoegen, etc., onder den gemeenen man sooveel mogelijck te prevenieren, mitsgaders Michiel Jacobsz.’ ‘pretentieGa naar voetnoot7. wegen sijne provisionele surrogatieGa naar voetnoot8., gedaen bij den scheepsraedt van Arnhem voorsz., gereserveert te laten aen onse Heeren Principalen in 't Vaderlandt. Aldus gedaen ende geresolveert in 't fort de Goede Hoope ten dage ende jare als vooren.
(Was geteyckent): Jan van RiebeecqGa naar voetnoot9.. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(In margine van desen stondt:) Dese resolutie wort bij mij aengaende de drie eerste articulen geconfirmeert, doch belangende de 2 laetste, wert bij mij versocht nader te mogen interpreteren ten aensien mijne meyninge daerinne niet en is na behooren gevatGa naar voetnoot1., 'twelck de vordere leden deses Raedts, soo nevens mij hebbende verstaen te behooren, hierop dan in dier vougen deselve teyckene.
(Ende was geteyckendt:) Wijnant van Catersvelt Jan Goosens Claes Speelman Roeloff de Man Abraham Gabbema, secretaris.’
Declaratie op mijn gegeven advys van de twee laeste articulen in de resolutie dato 24 December 1657 getrocken. -
‘Aengaende het vierde articul van het begin tot het woort “commanderen”, etc. incluys, wert bij mij g'affirmeert nochtans met alsulcke verstande dat hetgeene aldaer wort verhaelt, is geschiet op het affvragen van den heer Commandeur Jan van Rietbeeck, soo in als buyten rade, niet adviserender maer discourerender wijse; wijders belangende de woorden in 'tselve articul, waer geseght wort ende volgens 't welcke <ick> van opinie soude wesen dito costelijcq schip wel van een habilder hoofft over de scheepsregeringe mochte werden versorght, die woorden, segge ick, dat bij mij in rade (onder correctie) soodanich niet en sijn geventileert, veel min alsulcke opinie te hebben gehadt, maer wel is waer dewijle de slapheyt van onsen schipper door onderlinge discoursen bij eenige leden deses Raets, als insonderheyt bij den schipper Speelman, soo hoogh ende swaer gewoogen ende oversulcx naer voorgaende debatten daerop echter de veranderinge wierden vastgestelt, dat alsdoen mijselven, als siende meer op 't gemeenebest en meesten dienste ende welvaren van d' E. Compagnie als wel op een singelier persoon, ingelijcx met de veranderinge conform de resolutie hebbe geconfirmeert, gelijck mij in dier vougen vooralsnoch daermede confirmere ende deselve approbere mits desen. (Was geteyckent:) Wijnandt van Catersvelt.’
‘Bij den Raedt gesien de hierboven gestaendeGa naar voetnoot2. nader interpretatie, g'intituleert:Ga naar margenoot+ Declaratie, etc., bij monsieur Wijnandt van Catersvelt, in rade eerste versocht te mogen doen ende daeromme als boven nu gedaen, over sijne meeninge wegen 't vertoogh des gesurrogeerden schipper Michiel Jacobsz. van Bergen ende 't stellen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van een ander in plaetse van denselven omme redenen bij de 2 laetste articuls der resolutie op den 24 deser verleden daerover specialijcken genomen, vermits dito sinjeurGa naar voetnoot1. Catersvelt, als in margine boven sijne onderteyckeninge der voorsz. resolutie schrifftelijcq gestelt is, allegerende dat desselffs meeninge daerinne niet nae behooren soude wesen gevadt, ende volgensdien de vordere leden deses Raedts neffens hem souden hebben goetgevonden te behooren, hoewel het maer is toegestaenGa naar voetnoot2. tegen behooren ende gebruyck sijne meyninge nader te mogen interpreteeren. Ende nochtans alle de raetspersoonen haer verseeckert houden de meyninge niet alleen wel gevadt, maer die oock daerinne soo civil ende sacht beneffensGa naar voetnoot3. de natuyre der saecken is uytgedruckt als mogelijck was te doen, als hebbende niet alleen gehoort uyt de monde van sinjeur Catersvelt de slappicheyt van meergemelten gesurrogeerden schipper, etc., in vollen rade, maer oock volgens de verclaringe van den Commandeur Riebeecq buyten deselveGa naar voetnoot4., daar monsieur Catersvelt voorsz. Riebeecq in sijn camer, alleen, voor 't aenvangen van de voorgeseyde vergaderinge, heefft verhaelt eenige exempelen van sijne slappicheyt in 't commanderen, etc., ende dat oock al wat soet op den dranckGa naar voetnoot5. soude wesen, sulcx door andre van ter sijden mede getuycht ende genoechsaem geconfirmeert wordt, ende volgens 'twelcke monsieur Catersvelt de veranderinge t' eenemael ende genoechsaem aen den Commandeur voorsz. selffs voorstelde ende in de plaetse weder recommandeerden sijnen gesurrogeerden opperstuyrman Andries Blaeuw, 'twelck een fray nuchter en bequaem man was; waerop hem door den Commandeur alsdoen wierde g'antwoort dat alle 't verhaelde van sijn gesurrogeerden schipper oock door andre mede al hadden gehoort, maer dat de sake, tot veranderinge pregnerendeGa naar voetnoot6., dan den 2<den> schipper Jan Symonss. Clos, bescheyden op Honingen, voor denselven (als maer provisioneel tot stuyrman gesurrogeert wesende) souden behooren geprefereert te worden, vermits langh over sijn tijt d' E. Compagnie voor schipper hadde gedient ende met niet minder maer alGa naar voetnoot7. sooveel gequaemheyt begaefft was, volgens preuve in verscheyde gelegentheden volcomen bethoont, mitsgaders Sijn E. ende vordere leden des Raedts bekendt, doch dat in rade daerover nader soude cunnen werden gedelibereert ende de sake na behooren geventileert, verclarende den Commandeur voorsz. dit aldus in sijn camer gepasseert te sijn, ende wij onderschrevenen dat in rade deGa naar margenoot+ sake op de getuygenisse van sinjeur Catersvelt voorsz. vorders gedelibereert ende geventileert sijnde, met goede uytdruckinge ende overweginge van alles, de resolutie eenparich tot de veranderinge is gevallen, mitsgaders oock om de consideratie in 't laetste articul desselven resolutie vervaet (als latende onse hooghste sorge | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gaen over 't costelijckste capitael geladen in 't schip Arnhem voorsz.), dat daerop niet alleen een ander bequamer, maer selffs den alderoutsten ende ervarentsten, schipper Claes Speelman soude overgaen, etc., over 'twelcke monsieur Catersvelt mede niet alleene sonder eenige de minste deffilculteytGa naar voetnoot1. wegen de diensten van d' E. Compagnie d' aldereerste sijn stemme heefft gegeven, als hebbende sitplaets aenGa naar voetnoot2. den Commandeur, maer na de eenparige ende ongediffulculteerdeGa naar voetnoot3. conclusie oock mondelinge g'allegeert dat sulcx seer bequaem was gevallen, vermits om de consideratie van 't grootste capitael den outsten schipper op Arnhem soude overgaen, als breeder naect ende claer in de meergemelte resolutie genarreert, ende volgens allen 'twelcke wij ondergeschrevenen, oock bij deselve genootsaeckt, blijven persisteren ende niet cunnen goetvinden daerinne eenige alteratie te doen, ten ware daertoe wichtiger oorsaecken pregneerden als voor jegenwoordich noch can bespeurt worden bij de bovenstaende nader gedaene interpretatie van monsieur Catersvelt voorsz. hem (behoudens desselffs respect) te doen (niet verstaen te behoorenGa naar voetnoot4., als denselven boven sijne teyckeninge onder de resolutie voorsz. is allegerende), maer ten overvloede willich toegestaen tegen behooren ende rechtgebruyck om hem (difficulterendeGa naar voetnoot5. dito resolutie te teyckenen) emmers vol ende in alles contentement te doen sonder dat den Raedt, offte ymandt van dien, als voorsz. eenichsints in twijffelinge maer ten vollen verseeckert waren alles na de waerheyt ende natuyre der sake in de voorsz. resolutie naeckt ende claer is uytgedruckt, mitsgaders sonder eenige difficulteyt het besluyt soo eenparich genomen als oyt in eenigen raedt soude kunnen geschieden, ende welckenvolgende als voorsz. oock niet cunnen goetvinden van dito besluyt te desisteren maer, tot de executie incluys, daerbij te blijven, ten ware om pregnanter oorsaecke als voormelt. Aldus geresolveert ende andermael gearresteert in 't fort de Goede Hoope, datum ut supra.
(Was geteyckent:) Jan van Riebeeck Johan Goosens Roeloff de Man Abraham Gabbema, secretaris.’ Eerste ende 2<de> Karsdagen, 25 ende 26 dito, moy sonneschijn-weer sijnde,Ga naar margenoot+ heden voorhaelde visite gedaen ende bevonden dat het met de seylen ter naeuwer noot noch souden cunnen eenichsints gestelt worden, doch omme te comen tot finael besluyt is de saecke den schippers (hun des best verstaende) tot overmorgen nader te overleggen noch in bedencken gegeven, omme dan op derselver raport sodanige vordere ende vaste resolutie te nemen als ten meesten dienste van de generale Compagnie met goet overlegh sal bevonden worden te behooren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ondertusschen sijn op dato al de siecken van 't schip Arnhem hier aen landt in 't sieckenhuys gebracht om weder opgequeeckt te worden, waertoe dan oock de behoorlijcke ordre is gestelt. 27 ende 28 dito, idem moy weer, 't luchjen Noordwestelijcq als vooren. Ende vermits sommige aen de bequaemheyt der seylen voorsz. noch eenichsints waren twijfelende ende swaricheyt maeckende om het daermede tot het Vaterlandt te wagen, is ordre gestelt op morgen door de schippers van beyde de schepen g'adsisteert met de stuyrluyden, hoochbootsmans ende seylmackers al deselve sooals van de rhaesGa naar voetnoot1. nochmael ter degen te besien, om na 't gehoorde rapordt alsdan tot nader ende finaelder resolutieGa naar eind(m) te comen. Sijn heden navolgende jongeluyden voor den Raedt ondertrouw gedaen volgens resolutie hier onder g'insereert: Elbert Dircxsz van Emmerick, burger alhier, sich in trouwbeloffte begeven hebbende met d' eerbare jonge dochter Christina Does van DoesburchGa naar eind(n), dochter van Zr.Ga naar voetnoot2. Velten Does ende Jannetgè Boddis, getrouwt met Jan van Harwarden, sargeandt deser fortresse, versoeckende met consendt ende van deselve haer ouders voorsz. om metten andren wettelijck in den H. echten staedt te mogen laten bevestigen, soo is bij den Raedt deser fortresse, niet anders hebbende cunnen vernemen als dat beyde liber ende vrije persoonen waren, welcke met niemandt ter werelt, volgens oock haerGa naar voetnoot3., als derselver voorsz. ouders eygen verclaringe, yetswes dienaengaende uytstaende hadden, <besloten> deselve jongeluyden haer billick versoeck toe te staen, mitsgaders ten dien eynde op Sondagh eerstcomende na 't Christelijck sermoen haer eerste affcundinge te laten doen ende alsoo vervolgens alle Sondaghen tot deGa naar margenoot+ derde incluys, omme alsdan op Sondagh over 14 dagen na de laetste affroepinge ende gedaen sermoen, geen wettige oorsaecke van verhinderinge voorcomende, door den secretaris van onsen Raedt (vermits geen predicandt hebben) de solcmnisatie voor allen den volcque in openen Raedtcamere te laten geschieden ende met de trouw publiecq voort te varen. Aldus gedaen ende geresolveert in 't fort de Goede Hoope ten dage ende jaere als boven.
(Was geteyckent:) Jan van Riebeeck Johan Goosens Roeloff de Man ende Abraham Gabbema, secretaris.’ | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29 dito, goet weer ende wint als vooren, is de voorhaelde nader visite ende rapordt door de persoonen bovengenoempt gedaen, mitsgaders daerop bij den Raedt geresolveert als de volgende resolutie hier onder g'insereert is dicterendeGa naar eind(o): ‘Conform de genomen resolutie van den 24 passado door gecommitteerdens op den 26 daeraen, gedaen sijnde een naeuwe ende oock gister in 't bijwesen van de opperstuyrluyden, hoochbootsmans ende seylmaeckers noch een nader visite, voornamentlijck aen de zeylen ende vorders van alle behoeffticheden in de schepen Arnhem ende Hooningen, 20 ende 21 courandtGa naar voetnoot1. alhier van Batavia over Mauritius ende Madagascar, na een lange penible reyse, gansch soberGa naar voetnoot2., desolaet ende met veel siecken aengelandt. Ende door deselve committentenGa naar voetnoot3., etc., mitsgaders oock de schippers respective na noch 2 dagen bedenckens ende overleggens van alles haer gegeven, gerapporteert dat het aengaende seyl ende treyl, touw ende anckers, als de provisien ende montcosten uyt de magasijnen deser fortresse aengeboden met 'tgeene aen boort is, ten naeuwste genomen, sal cunnen gestreckt ende gestelt worden omme dito costelijcke schepen daermede thuys te brengen sonder juyst na meerder adsistentie van ander schepen uyt 't Vaderlandt off India genootsaeckt te wachten, vermits bevonden is deselve versien sijn, ende wegen seyl ende treyl verdeelinge gedaen can worden als te weten, namentlijcq:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2 strengen seylgaren van sichselffs, 5 streng seylgaren van 't fort, 1 lijcqGa naar voetnoot3. van een groot marseyl van Arnhem.
Uyt 't fort's magasijn:
alle welcke verdeelinge ende adsistentie voorsz. gecommitteerdens, schippers, stuyrluyden,Ga naar margenoot+ hoochbootsmans ende seylmaeckers distinctelijcq ten anderGa naar voetnoot5. ende derde malen voorgelesen sijnde, ende beneffens dien bij den Commandeur ende Raedt deser | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
fortresse deselve oock voorgehouden, dat wegen de montcosten haer verseeckert uyt 't magasijn voor de reyse van hier tot 't Vaderlandt genoechsaem sullen cunnen worden versien, ende op 'twelcke deselve persoonen dan g'antwoordt ende verclaert hebbende dat het (merckelijcq ongeval buytenGa naar voetnoot1.) daermede wel sal cunnen affgesienGa naar voetnoot2. worden, - Soo is goetgevonden elck volgens voorhaelde verdeelinge 't sijne tegen Maendagh aenstaende ten eersten aen boort te laten halen. Doch aengaende de provisiën is verstaen mede te supercederenGa naar voetnoot3. ter tijt de gemelte schepen bijna tot vertreck (na desen over te delibereren) weder sullen seylvaerdich wesen, offGa naar voetnoot4. misschien tusschenwijle eenich schip uyt 't Patria off India niet nader onsetGa naar voetnoot5. parresseerden, daer men deselve dan uyt soude cunnen provideeren sonder dese residentie dienaengaende verder te ontblooten offte onnodich in verlegentheyt te stellen. Sulcx dan oock verstaen is de respective opperhooffden voorsz., beneffens haer waterhalen, dagelijcx haer best sullen doen met vissen, om hare noch hebbende provisien daermede, neffens de dagelijcxsz ververssinge, sooveel mogelijck te sparen, ende waertoe die van Arnhem een zegen (alsoo selffs geen sijn hebbende) uyt 't fort sal geleendt worden. Blijvende, vermits 't volcq van dito schip gansch sieck ende swack is als voorsz., de nader deliberatie over den vasten tijt van 't vertreck deser gemelte schepen noch suspens, ende de opperhooffden van Arhem aenbevolen tegen Maendagh aenstaende met éénen mede rapordt te doen hoedanich het met haer volcq dienaengaende gelegen is, omme alsdan op de nader deliberatie ten eynde voorsz. te mogen letten, etc. Ende opdat de siecken van Arnhem (meest watersuchtige ende berberyGa naar voetnoot6. sijnde) te beter ende eerder mochte tot reconvalisatie comen, soo is oock goetgevonden uyt Hooningen (sonder rijs versien) 1800 lb. broot (redelijcq van geprovideert) over te geven aen Arnhem tegen 3600 lb. rijs uyt Arnhem weder aen Honingen, om voorsz. sieck volcq oock dagelijcx broot te laten genieten neffens de ververssinge, etc., die van landt aen boort geschickt wordt. Aldus gedaen ende geresolveert in 't fort de Goede Hoope, datum ut supra. (Was geteyckendt:) Jan van Riebeeck Wijnant van Catersvelt Johan Gosens Clas Speelman Roelof de Man Abraham Gabbema, secretaris.’Ga naar margenoot+ Sondagh, den 30 ende ultimo dito, fray weer ende windt als vooren. Is meest al 't graen van de Compagnie affgemaeyt, excepto weynich taruw, die wat laedt gesaeyt was tot preuve, etc. |
|