Daghregister. Deel 2. 1656-1658
(1955)–Jan van Riebeeck– Auteursrechtelijk beschermdJuny anno 1656Adij, primo ditto, 's morgens betogen lucht ende N.Weste-coelte, met wat regen op den dagh. 2 dito, meest weer ende wint als vooren. 3 dito, 't luchjen wat comende van den Z.Z.Oosten, is 't Robbejachjen ende de Peguyn met den adsistent Jan Woutersz., ten eynde ende na de plaetsen voornoemt, onder seyl gegaen ende den Commandeur eens na 't ronde bosjen achter den Taffel- | |
[pagina 42]
| |
bergh nae 't nieuw beboude landtGa naar voetnoot1., daer den taruw, garst ende haver seer treffelijck staet aen 't wassen, omtrent 1½ mergen tesamen, tot een preuve gesayt. Ondertusschen compt hier t' arriveren een Engels scheepjen genaempt de Goed WilGa naar eind(a), 'twelck den 26 January passato van MasulpatuamGa naar voetnoot2. vertrocken ende geladen is (soo sij seggen) principalijck met salpeter, custcledenGa naar voetnoot3.. Den capiteyn, genaemt Steven Witchel ende coopman Cristoffel AccindenGa naar eind(b), hadden een lange, penible reyse endeGa naar margenoot+ groote storme tusschen Terre di Natal ende dese Caep gehadt, ende wel 40 dagen over die distantie toegebracht met de meeste tormenten van de werelt. Hadden oock over 25 dagen gesien 2 schepen, 't eene clijn ende 't ander wat grooter, wesende in een seer groote viamentenGa naar voetnoot4. storm, meest beoosten Caep d'Aguilles, haer beste doende om oock hier te coomen, maer 't grootste cort daerna vermist ende 't cleyne sien opdouwenGa naar voetnoot5. ende weder voor de wint terughkeren, als niet cunnende harde tempeesten wederstaen. Off dit cleyne nu niet en sal geweest sijn het Tulpjen, dat van Madagascar al over langh verwacht hebben ende boven alle vermoeden ende expectatie tot dato noch achterblijfft, staet na desen vernomen te worden. Altoos begint ons sijn al te lange tardanceGa naar voetnoot6. al wat bedughtinghGa naar voetnoot7. te geven. Dese gemelte Engelsche versochten wat water ende ververssinge, welck eerstGa naar voetnoot8. haer liberael is toegestaen ende aengaende thuynvruchten vrijigheyt om die van de particuliere te moogen coopen, maer 't beestiael gelietenGa naar voetnoot9. ons schrael versien ende selffs benoodight te weesen voor Compagnies schepen. Echter hebben hun op hare instantie niet cunnen weygeren te accommoderen met 2 koebeesten ende 3 à 4 schapen, omdat sij oock sagen dat wij redelijck daervan versien waren, etc. Ga naar margenoot+ Van Ceylon hadden geen nader tijdinge als met de vloot van d' E. Sarcerius na 't patria is gegaen. 5 dito,Ga naar eind(c) mooy, stil weer. Wierd tegen den avondt een van Compagnies paerden thuysgebracht, dat omtrent 2 mijlen van hier boven 't ronde bosjen, daer de wagen ordinaris rustplaets hout, gaende weyden, van een wilt gedierte, leeuw off tijger, aen 't hoofft ende hals wel met tusschen de 20 ende 30 wonden dapper gequest ende soodanigh gemartilaseertGa naar voetnoot10. was, dat apparant al sijn leven onbequam blijven offtewel comen te sterven sal. 6 dito, mooy weer ende 't luchjen westelijck als voren. Gisteren hadden de Hottentoos de kettingh ende eenigh meer ijserwerck van de ploegh (voor de smitswinckel leggende om wat aen te verstellen) gestolen, waerover wij (ons vee dight bij 't hare latende drijven) drie van haer koebeesten onder d' onse lieten drijven, over 'twelcke | |
[pagina 43]
| |
Herry datelijck aen de Commandeur quam clagen; die tot antwoort gaff sulx gelast te hebben omdat sijn Hottentoos 't gemelte ijser gestolen hadden. Herry repliceerden als wij den dieff costen aenwijsen, hij wilde hem doen straffen ende 't eyser wederom brengen. Waerop hem geantwoort wierdt dat hij den dieff onder sijn volcq beter cost vinden als wij, ende dierhalven niet voornemens waren de beesten te restitueren voor 't ijser wederom gebracht ende den dieff ons verthoont wierd, om denselven aen een pael door sijn volcq wat met roeden te laten strijckenGa naar voetnoot1., gelijck men alle dievenGa naar margenoot+ gewoon is te doen, etc. Maer dat scheen hem niet te behagen, versoeckende voor dese mael denselven noch van slagen mochte g'excuseert blijven. Hij wilde maken, dat het ijser ten eersten weder in 't fort gebracht wierde, gelijck hij oock binnen een halff uyr tijts deede, ende hen in reciprocque oock de 3 koebeesten wederom gegeven wierd. Maer is besproockenGa naar voetnoot2., ende heeft oock beloofft, soo ymandt van sijn volcq na desen yts meer comen te steelen, dat den Commandeur daertegen (gelijck nu geschiet was) weder eenige van haer beesten sal mogen in plaets nemen ende soo langh houden tot het gestolen goet sal wederom gegeven ende den dieff voort gebracht ende gestrafft sijn door sijn eygen natie als voorsz. Ondertusschen met Herry in gebreeckGa naar voetnoot3. vallende, dat hij vast met dus veel beestiael op onse weyden quam wonen ende 't gras affeeten, sonder ons yts te verruylen ende dat ons sulx niet wel aen enGa naar voetnoot4. stont, etc., is eyntelijck met denselven versproockenGa naar voetnoot5., dat hij hier sal mogen onder Compagnies beschuttinge blijven, mits voor elck groot schip, dat hier comt 10 koebeesten te leveren, ende voor elck jacht off cleyn schip 5 stucx, doch voor wat meer coper ende tabacq als andere Hottentoos genieten, om wat te mogen proffiteren, ende wanneer sijn beesten dan bijna altemael aen d' E.Ga naar margenoot+ Compagnie gelevert had, weder andre uyt 't landt te gaen negotieren ende ondertusschen sijn vrouw ende kinderen met desselffs melckoeyen hier onder onse hoede te laten blijven; waervan heden met 5 beesten, vermits de compste van 't Engels scheepjen (dat wij hem wijsmaeckten mede moste versien) d' eerste intréGa naar voetnoot6. is geschiet, te hopen sijnde dese 2 gemaeckte conditien sullen mogen duyren, om wat vaster staet te cunnen maken de schepen treffelijck te ververssen ende dit fort daermede te spijsen in plaetse van soute vleys en speck, etc. Herry wilde bedingen oock dat men hem altijt soude manctenerenGa naar voetnoot7. ende houden voor d' opperste van dese Caepse troupen, ende dat niemant anders als hij ende den Hollantsche Commandeur mochte wesen, offte worde erkent voor, meesters van dit landt. Waerop hemGa naar voetnoot8. gedient wierdt: als men vooreerst sagh de blijcken van onderhoudinge deser eerst begonnen conditien, dat hemGa naar voetnoot8. dan wel contentement geschieden ende aen sijn begeeren weynigh manquementGa naar voetnoot9. soude vallen, hemGa naar voetnoot8. scheen te laten | |
[pagina 44]
| |
behagen, met beloften van 't voorige onveranderlijck te onderhouden - waervan den tijt leermeester worden sal. Volle maen, den 7en dito, moy weer ende wint als voren. 8, 9 ende 10 dito, al fray weer ende wint ut supra, maer tegen den avondt begond al wat te wayen uytten N.Westen met swaren regen, den ganschen nacht meest duyrende. Ga naar margenoot+ Sondagh, den 11en dito, 's morgens noch al nat, onstuymigh ende stormigh weder als gisteravondt. Desen nacht hadden de leeuwen een van de Hottentoos hare koebeesten dichte bij 't fort verscheurtGa naar voetnoot1., item oock rontsom Compagnies crael (met een walletjen opgehaelt ende ingeleyt met doorn in plaetse van stormpalen) lustigh gebrul ende geraes gemaeckt, maer condenGa naar voetnoot2., vermits voorsz. walletjen ende datselve met een goet stercke staketsel offte slaghboom gesloten was, daer niet bijcomen; des sigh begaff na 't voorste hoornwerck, ontrent 't schapenstal, daer al medeGa naar voetnoot3. smitsdochterGa naar voetnoot4. vondt, doch vermits de poort van 't fort jegenwoordigh van steen opgemetselt wordt ende dierhalven deselve open vondt, dochten wij halffGa naar voetnoot5. dat de schiltwachten in de open poort souden aengerant ende alsoo in 't fort gecomen hebben, maer ginghenGa naar voetnoot6. vermits 't flickeren der lonten ende eenigh geraes weder wegh. Adij, 12 dito, noch al onstuymigh weer ende wint als voren. 13 dito, 's morgens stil, mistigh weer ende waren d' Engelse noch besigh met nat geworden kustlinnenGa naar voetnoot7. te wasschen, bleycken ende droogen, waervan haer goet natellende op den avondt, bevonden 7 stucx ontstoolen te weesen, 'twelck aen de Commandeur quamen clagen, die derhalven ondersoeck latende doen, bevond dat sommige van ons eygen volcq door den Hottentoos voor wat tabacq deselven hadden laten steelen; sulcx wijderGa naar voetnoot8. van avondt uyt ons volcq noch wederom cregen 5 stucx ende ordre gestelt wierdt morgen eenige van der Hottentoos beesten te nemen, omGa naar margenoot+ alsoo, gelijck jeegenwoordigh in observanceGa naar voetnoot9. is gebracht, de resterende op te vinden ende de Engelse in dat cas contentement te doen, etc., 'twelck Herry gecommuniceert wordende voor goet advoyeerdenGa naar voetnoot10. ende d' Engelsche, wegen d' aenwendende devoiren, haer dapper danckbaar ende obligent thoonden. 14 dito, 's morgens fray, stil sonneschijn-weder als gister. Hebben de Engelse affscheyt genomen om te vertrecken, mitsgaders betaelt voor 3 genoote koebeesten 30 ende 4 schapen 8ra. van 8en, wesende wel tevreeden, nietjegenstaende ons heel importuyn waren gevallen om meer. Hadden wij oock door voorsz. middel haer resterende linnen oock wederom besteltGa naar voetnoot11. tot derselver bysonder goet genoegen, etc. 15 dito, stil weer als gister. Verleden nacht is een slaeff overleden die den Comman- | |
[pagina 45]
| |
deur vereertGa naar voetnoot1. was van den Francen admirael, in Maert hier jonghst aengeweestGa naar eind(d). Tegen den middagh een Z.Oost-luchjen comende, is den Engelsman vertrocken na Londen, neffensGa naar voetnoot2. ons schrijvens aen de Heeren Meesters ter Camer AmsterdamGa naar eind(e). Op den derden deser is te lesen hoe met Herry is geconditioneert, dat hij sal leeveren voor yder groot schip dat hier aencompt 10 ende voor een jacht 5 koebeesten, mits genietende daervoor wat meer als andre, etc. Nu is sedert met denselven noch verder geconditioneert dat hij oock sal leeveren alle 4 dagen een koebeest om te slachten voor 't gemeene forts volcq ende 1 schaep, quansuys voor den Commandeur teGa naar margenoot+ eeten, waervan oock de 2e intree op heden gedaen is, mitsgaders hemGa naar voetnoot3. beloofft gelijck voorsz. in reciproqueGa naar voetnoot4. gerustigh te sullen onder Compagnies bescherminge mogen wonen; wijders oock aen weercanten sorghe te dragen dat d' onse niet van haer natie, ende sijluyden niet van d' onse, meer bestoolen enGa naar voetnoot5. worden, op pene dat men de dieven in 't openbaar voor malcanders oogen (edoch elck ijn eygen natie selfs) sal laten straffen aen een pael binnen 't hoornwerck voor 't fort ten dien eynde gestelt. Indien dit can onderhouden worden, soo soud men mettertijt de saken tot redelijcke apparentien cunnen brengen ende hem wel mogen mainteneren als opperste van de Hottentoos, als men daerdoor conde vaste conditien maken ende onderhouden, 'twelck noch te meer staet te augmenterenGa naar voetnoot6., als wij malcanderen in tijt ende wijle wat beter sullen beginnen te verstaen, gelijck alreede begint te blijcken, vermits sij de Duytsche tale al redelijck fray begunnenGa naar voetnoot7. te leeren spreecken, insonderheyt de jonge kinderen; maer willen niet bij ons in huys inwoonen, slaghten de vogels die liever in 't wilt vliegen als de beste coninghszalen bewoonen. Oock is 't haer groote penitentie wanneer se niet als de verckens mogen morssen ende wentelen in alle vuyligheyt ende smeerderije. 't Branthout halen voor de cocq ende andre gaet meede fray in ordre door de Hottentoos voor tabacq ende den buyck vol eetens, mitsgaders altemet een arackjen, etc., waerdoor wij hier al grootelijx sijn geaccommodeert. 16 dito, stil, warm sonneschijn-weer. Desen morgen door den stalknecht deGa naar margenoot+ paerden wat vroegh uytgelaeten sijnde om te weyen, is een van deselve (den cloecksten henghst) van 't wilt gedierte totaliter verscheurt geworden, waerbij wij al groote incommodatie comen te lijden, vermits den grooten dienst die deselve elck voor sijn hoofftGa naar voetnoot8. meer als voor 10 man cunnen doen in 't ploeghtrecken, cley, steen ende timmerhoudt halen uyt 't bos, als andersints. Schijnt in 't natte saysoen 't wilt gedierte hier omtrent principaelst te regnerenGa naar voetnoot9. ende dierhalven al stercker ende hechter stalling voor de paerden ende schapen, etc., sullen moeten maken om voor dat wilt gediert bewaert te mogen wesen. Omtrent halff voormiddagh den Commandeur, wandelende in de thuynen, bevond deselve overal door wiltspoor dapper betreden ende weynigh daernae, niet boven | |
[pagina 46]
| |
40 à 50 treden schuyns voor hem, even buyten de thuynen, een wackeren leeuw opspringen ende sijn loop (maer al sachjens) na den Taeffelbergh nemen. Derhalven hem door den sergiant ende wiltschut, neffens noch 4 à 5 andre soldaten met snaphanen liet vervolgen, waerop oock datelijck wel omtrent een paer hondert Hottentoos met al haer schapen ende koebeesten denselven oock naedreven ende tegen 't hangen van den Taeffelbergh in een diepe clooff sulx besettedenGa naar voetnoot1., dat sijGa naar voetnoot2. nergens als voorwarts door de schapen moest breecken, welcke de Hottentoos gestelt hadden als haer borstweer recht voor den leeuw daer hij onder een struyck verholen lagh, ende bleven sij staen buyten de schapen, tusschen deselve ende haer koebeesten. AlsGa naar margenoot+ den leeuw dan sigh blootgaff ende al brullende wilde uytbreecken ende na een schaep grijpen, schoten sij met haer hasegayen telckensGa naar voetnoot3. over de schapen na hem toe met een groot gebaer van schreeuwen, daerover den leeuw dan weder terughdeynsden, seer speculatyff om sien. Doch dewijle deselve hem niet wel costen raecken, soo deed vooreerst de sergeant (beneffens onse wiltschut ende andre daeromtrent 8 à 10 treden mede dicht bij de leeuw weesende) een mis- ende den wiltschut een treffelijcke wisschoot, met 3 kogels recht in sijn hoofft, dat hij datelijck doot ter neder viel, als wanneer de Hottentoos lustige mannen schenen ende hem met de hasegayen sochten voorts hondert steecken nae sijn doot te geven. Doch wierdt haer, nadat noch al 3 à 4 haysegayen in 't lijff gecreegen had, belet om 't vel niet te schennen ende fray opgebult in de groote sael (tot de kerck g'approprieertGa naar voetnoot4.) op te hangen, ten welcken eynde met een kar thuysgebracht ende aldaer gewoogen sijnde, bevonden wierd swaer te sijn 426 ponden Hollants, langh behalven den staert (die 3½ voet Rijnlants lang was) 5½ ende bij de billen offte over 't lijff hoogh op sijn voeten staende 3½ idem voeten, sulx wel soo cloeck was als een gemeen Engels off Javaens paertje. Opgesneeden sijnde, wierd in den maegh bevonden noch veel van 't paerdenvleys dat desen nacht verscheurt hadt, ende eenige egelverckenspennen ende poten, etc. 17 dito, moy weer ende wint ut supra. Is op dato, ten aensienGa naar voetnoot5. het wilt gediert aen Compagnies vee dus veel schade doet, bij resolutieGa naar eind(f) goetgevonden tot premie te stellen:Ga naar margenoot+ voor een leeuw die gevangen off geschoten wordt 6, een tijger off wolff 4, ende een lupert 3 ra. van 8en, sijnde den wiltschut voor eerst betaelt 2 cannen Spaense wijn, 3 lb. tabacq ende 2 realen van 8en. Tegen den nacht begondt hard te wayen uytten Z.Z.Oosten. Ende alsoo bevonden is dat naGa naar voetnoot6. de romp van voorsz. leeuw, buyten voor de poort van 't hoorenwerck leggende, den verleden nacht 't wijffjen was comen ruycken ende soecken, mitsgaders daervan oock had gegeten, wierdt er desen nacht verholen wacht omtrent gehouden om 'tselve, mogelijck sijnde, oock te attrapperen, maer is niet weder vernoomen. Voorts is dese weeck meest doorgebracht met wacker te sayen, planten ende metselen aen den nieuwen poort, etc. | |
[pagina 47]
| |
Sondagh, den 18en dito, 's morgens noch al droge, stijve Z.Z.Oostenwinden. 19 dito, fray, stil, warm sonneschijn-weer. 20 en 21 dito, idem. Nieuwen maen, den 22 dito, noch al schoon, stil, warm sonneschijn-weer als vooren. Den verleden nacht hadden de Hottentoos, Caepmans volckjen sijnde, 12 van Compagnies huyden weghgenomen die buyten 't fort om te droogen met pennen uytgestreckt laeggen. Derhalven den sargiant gesonden na Herry om te maken dat wij se wederom creegen, off datter van haer beesten voor in plaets souden genomen worden, volgens de gepasseerde bespreckenGa naar voetnoot1., etc., op 'twelcke de beesteGa naar voetnoot2. datelijck voor den dagh quamen; doch waren al aen stucken gesneden ende liet Herry weeten, dat tegenGa naar margenoot+ den middagh met de dieven bij den Commandeur soude comen om met hen te spreecken <ende> in presentie van ons volcq te laten straffen als (gelijck geseyt) besproocken is. Maer 't was sulcken draetjenGa naar voetnoot3. niet, alsoo Herry wel quam maer de dieven, seyden hij, waeren hem ontloopen, ende gelieffde den Commandeur het dese mael noch soo te laten heengaen, hij soude sorge draegen (soo veel hij coste) dat wij niet meer bestoolen wierden, 'twelck, om vooreerst geen al te strenge beginselen te maken nochte daerdoor oock ongenegentheyt te causeren, alsoo over 't hoofft gesien wierdt. 23 ende 24 dito, al schoon, droogh, warm sonneschijn-weer, als de vorige dagen, treffelijck te pas comende op 't metselwerck van de poort, 't luchtjen meest van de N.Westen sijnde. Ende alsoo 't jegenwoordigh wederom den dach was dat Herry 't forts volcq een beest, ende voor den Commandeurs taeffel een schaep, moste leveren naGa naar voetnoot4. de voorgaende besprecken met hem gedaen ende dat denselven in gebreeckighGa naar voetnoot5. bleeff, soo liet hem den Commandeur ontbieden ende, gecomen sijnde, seggen in gevalle de besproken conditien niet wilde maken dat onveranderlijck onderhouden wierdt, dan datelijck met Caepman ende consorten, neffens derselver huysen ende vee, wel mochten van hier vertrecken, alsoo 't gras deeser weyde hieromtrent voor ons eygen beestiael nodigh hadden ende van haer niet begeerden cael gemaeckt te hebben, tensij de gemaeckte conditien sonder eenige difficulteyt promptelijck wierdenGa naar margenoot+ achtervolchtGa naar voetnoot6., alles in 't aenhooren van de Caepmans ende consorten. Waerop Herry datelijck wegh gingh ende seyde dat morgen vroegh een beest ende schaep brengen, mitsgaders de uytspraeckenGa naar voetnoot7. onderhouden soude. Sondagh, den 25en dito, 's morgens weer ende wint als voren, waerGa naar voetnoot8. Herry, in plaetse van sijn belofften te voldoen, besigh met sijn leger op te breecken, ende 't Caepmans leger al voort; edoch quam van beoosten de Souterevier weder een ander groter leger | |
[pagina 48]
| |
aen, met veel vee. Willen hoope daer beeter deegh mede sal te doen wesen, alsoo doch langhs soo meer mercken, dat met Herry noch de Caepmans geen deegh sullen hebben, want nu se even 10 à 12 van hare magere, sleghste beesten aen ons op de conditien voorsz. hebben verhandelt, willen se van de rest niet meer missen. In den avont 2 van ons volcq uyt wesende bij de Souterevier om wat hoy, daer de bultsacken voor de siecken mede soude gevult worden, hadden deselve ontmoet ende geschoten een lustige, groote steenbocqGa naar voetnoot1., wel soo swaer als een Javaens off Engels paert ende gejaeght wordende van 4 wolven, waervan al 2 met hun tanden 't voorsz. steenbocq achter aen de billen hingen ende d' andre 2 'tselve van voren sochten 't lopen te beletten, welcke, siende ons volcq comen, 't beest datelijck verlieten - sulx dat wolvenGa naar voetnoot2. proy d' onse in de handen viel. Ga naar margenoot+ 26 dito, 's morgens noch al even schoon, stil, warm sonneschijn-weer ende liet ons Herry door een Hottentoo, die wat Duyts canGa naar voetnoot3., weten dat hij vertrocken was ende wij hem coper soude senden om voor ons van ander volcq beesten te gaen ruylen, daer dan mede weder hier comen ende ons overhandigen soude. Doch Herry, ons eens bedrogen hebbende, hadt daertoe bij ons geen crediet meer, alsoo wij dat daervoor houden, dat hij maer soeckt goede beesten ende schapen te crijgen ende ons met weynigh slecht goet te payen, mitsgaders sigh selffs rijck te maecken, gelijck van tijt tot tijt meer ende meer is blijckende. Aengesien ons Godt de Heere jegenwoordigh dapper is besoeckende met sieckte ende crancheden onder 't volcq, soodanigh dat qualijck ymandt vrij blijfft, soo is goetgevonden tegen Donderdagh aenstaende te houden een algemeenen vast- ende bededagh, 'twelcke den volcke na 't avondtgebet is bekent gemaeckt, met recommandatie dat deselve haer op dien dagh sullen hebben te vaceerenGa naar voetnoot4. tot alle christelijcke oeffeningen ende gebeden, mitsgaders aff te houden van alle ontught ende oneerlijckeGa naar voetnoot5. tijtcortinge, etc. Ende alsoo sommige soo godloos leeven, dat se gelijck als verckens aen de bacq gaen eeten ende wederom opstaen, sonder eens den Heere voor off nae te bidden off te dancken, soo is den geweldiger oock gelast daerop wat naeuw te letten, ende telckens als de cocq schafft, de ronden te doen omme den naelaetigenGa naar voetnoot6. van dat nodighGa naar margenoot+ christelijcke gebruyck attraperendeGa naar voetnoot7., te slaen in de boete van ¼ ra. voor de eerste reys, ende 2en male ½, mitsgaders ten derde male 4 dubbelt, beneffens arbitrale correctieGa naar voetnoot8., alles breeder bij resolutieGa naar eind(g) (heden daerover specialijck genomen) geënareertGa naar voetnoot9.. 27 dito, 's morgens goet weer met betrocken lucht ende 't luchjen westelijck, wierdt er volcq uytgestiert om te gaen sien waer Herry ende Caepman met consorten | |
[pagina 49]
| |
al heen dreeven, d' een den Leeuwenbergh achterom ende d' ander oostwaerts om na 't bos toe, van malcanderen aff. 's Middaghs d' eene van d' oostcant wederom comende, rapporteerden, dat den troup van beoosten over de revier gecomen, mede van Herry ende Caepmans consorten waren, redelijck sterck van volcq ende bestaende in 35 huysen ende veel koebeesten, welcke seyde dat se Herry ende Caepman van achterom daer verwachten, om dan gesamentlijck 't landt in te reysen, hebbende Herry niet derven met sijn vee van achter den Leeuwenbergh verbij 't fort drijven, uyt vreesen dat den Commandeur henGa naar voetnoot1. sijn beesten soude laeten affnemen, omdat in gebreecke was gebleeven de belooffden beesten ende schapen alle 4 dagen te leveren na de gedane besprecken, etc. Den andren t'huyscomende van achter den Taffelbergh, wiste te seggen, dat aldaer een leeger noch lagh van 13 huysen ende omtrent 200 koebeesten, mede van Caepmans volcq, welcke hadde geseyt dat Herry langhs de zeecant na 't houtbaytjenGa naar margenoot+ gedreven was ende vorder 't landt in wilde, mitsgaders daernae met veel beestiael wederom comen om aen ons te verhandelen - waervan den tijt de beste leermeester worden sal. 28 dito, fray sonneschijn-weer, ende lagen voorhaelde 2 legers Hottentoos noch op haer vorige plaetsen sonder een stuck vee te willen verhandelen, hoe vrundelijck daertoe oock versocht ende wat middelen aengewendt wierden. 29 dito is den bestemden vast- ende bededagh ter oorsake voorsz. gehouden, sijnde fray, stil, warm sonneschijn-weer. Ultimo dito, 's morgens regenachtigh weer ende 't luchjen N.westelijck, dat op den namiddagh al vrij stijff begond deur te coelen, doch tegen den nacht, wat opdrogende, weder affnam. |
|