Daghregister. Deel 1. 1651-1655
(1952)–Jan van Riebeeck– Auteursrecht onbekendMartio <anno> 1652Primo do., noch al meest Z.Z.oostelijcke winden tot den 9en incluijs met redelijcke spoet. Sondagh, 10en do., N.Ooste slappe coelte, schrapten heden de langhhalsenGa naar voetnoot1. van 't schip; smiddaghs geen hooghte gecregen ende na gissinge g'advanceert 16 mijlen Z.O. ten Z. Smiddaghs de wint somtijts wat noordelijcker. 11 do., wint variabel uijt alle hoecken, met regenbuijtjens, ende weijnigh coelte tot smiddaghs, dat wij nieuwe onderseijlen aensloegen. Ga naar margenoot+ 12 do., smorgens heel stil ende clam met heete sonneschijn. Omtrent 2 glasen in de daghwacht is denGa naar voetnoot2. opperchirurgijns jongste kint op een nae van 't scheurbuijck overledenGa naar eind(a), ende savonts volgens scheepsgebruijck over boort geseth; edoch, is tot op dato, Gode loff, niemant meer met die sieckte besmet. Heden ons bevindende niet meer als met noch 28 leggers water in 't schip versien, ende onse reyse door veele stilten vrij langer retarderende als wel gehoopt hadden, soo hebben goet gevonden, ende oock in 't werck doen stellen, omme 't rantsoen water voor 't volck te verminderen van 11 tot op 8 mutsjensGa naar voetnoot3. daeghs, alsoo wel soude cunnen gebeuren dat wij omtrent de Caep door storm off andersints noch meerder tegenspoet bequaemen; des, om niet verlegen te vallen van water, bijtijts hebben verstaen toe te sien omme op 't laetste niet al te schielijck ende veel te moeten verminderen. Dit etmael niet meer als 2 mijlen gevordert, wesende op de polushooghteGa naar voetnoot4. van 27 gr. 26 min. Zuijderbreete ende langhte 353 gr. 5 min. 13 do., den gansen dagh meest stil ende somtijts eenige weijnige variable luchtjens uijt verscheijden oorden, sulckx dat wij, hooghte crijgende op 27 gr. 45 min., niet boven 6 mijlen Z.O. ten Z. geseijlt hadden. | |
[pagina 15]
| |
Tegen den avont cregen den wint uijtte oostelijcken hant, die den ganschen nacht vrij deurcoelden, ende oock soo hard toenam dat wij tegens den 14 do., met den dagh, de marsseijls moesten in- ende de bramstengensGa naar voetnoot1. affnemen, mitsgaeders den ganschen dach met schoverseijls meest ruijmschoots suijtwaerts over houden, dat noch beter als stilte (gelijck eenige dagen gehadt hadden) voor ons was. Desen middagh geen hooghte gecregen, edoch nae gissinge geseijlt Z. ten W. 15 mylen. 15 do., smorgens in de daghwacht 't weer wat bedaert ende den wint meest N.-Ga naar margenoot+ Oosten gelopen sijnde, setten de marsseijls weder bij ende cregen smiddaghs hooghte op 30 gr. 28 min., langhte 353 gr. 6 min., cours Z. behouden, geseijlt 24 mijlen. 16 do., de wint heel noorlijck gelopen sijnde, stelden cours O. ten Z. ende O.Z.O. met fraije topseijlscoelte; smiddaghs bevonden hooghte op 31 gr. 41 min., langhte 354 gr. 59 min. ende geseijlt Z.O. ten oosten 29 mijlen. Sondagh, 17 do., wint heel aen 't noortwesten, fraij labber doorcoelende, cours als voren met schoon lieffelijck weder; smiddaghs hooghte 31 gr. 43 min., ende langte 357 gr. ende geseijlt recht oost 26 mijlen. Tegen den avont begondt vrij hard aen te waijen, 'twelck des nachts noch al meer toenam ende den 18 do. noch stijver aenhielt, uijtten N.W. ten westen ende W.N.W., sulcx dat met de marsseijls op de rantGa naar voetnoot2. oost ten Zuijen ende O.Z.O. heen lenstenGa naar voetnoot3., hebbende 't jachtjen soo veel te doen, als gaende houden conde, des wij te minder seijl op hem maeckten opdat niet achteruijt soude geraecken. Smiddaghs geen hooghte gecregen maer gisten te hebben de langhte van 16 min. ende geseijlt O. ten Z., behouden <cours> 42 mijlen. Smiddaghs stack de wint soodanigh op dat het met focq alleen lieten lensen, maer omtrent 4 glasen nae noen wiert botstilGa naar voetnoot4., ende terstont cregen den wint uijtten Zuijen ende Z.Z.westen, met frisse coelte ende harde stortregen, cours O.Z.O. 19 do., wint Zuijelijck ende Z.Z.W. als gister, cours oost ten Zuijen met fraije coelte ende hooge deijninghen uijt de Zuijelijcker hant; smiddaghs geen hooghte bevonden, maer gisten te hebben de lenghte van 2 gr. 47 min. ende O. ende ten Z. g'advanceert 32 mijlen. 20 do., variable Zuijelijcke winden; smiddaghs bevonden breete 31 gr. 56 min.,Ga naar margenoot+ lenghte 4 gr. 28 min. ende geseijlt O. ten N. behouden 22 mijlen. Tegen den avont comt Schipper TurverGa naar eind(b) van 't jacht aen boort, voordragende | |
[pagina 16]
| |
dat niet meer als noch een maent water en bier in 't schip had, ende alsoo van hem vernamen dat tot dato noch een heele flapkanGa naar voetnoot1. aen ijder man tot rantsoen gaff, ende driemael sdaeghs schafften, gaven hem ordre voortaen (gelijck wij al langh gedaen hadden) om 't water te mesnagierenGa naar voetnoot2., maer 2 mael sdaeghs schaffen, ende aen ijder man 8 mutsjens bier off water geven soude, met welcke ordre wederom na 't jacht is gevaren. 21 do., stil weder ende somtijts eenige variable luchtjens; smiddaghs geen hooghte gecregen maer geseijlt nae gissinge omtrent 7 mijlen ende te hebben de lenghte van stijff 5 graden. Savonts omtrent 6 glasen in d' eerste wacht begond de wint nae 't N.westen te lopen. 22 do., wint Noortwestelijck met fraije labbere coelte, cours Z.O. ten oosten, O.Z.O. ende O. ten Zuijen; smiddaghs geen hooghte, gisten g'advanceert te sijn omtrent 21 mijlen behouden hebbende Z.O. ten oosten, ende de lenghte van 6 gr. 24 min. 23 do., wint meest W.N.West, fris doorcoelende, cours O. ten Z. mot-Ga naar voetnoot3. ende regenachtigh weder gelijck gisteren, bevonden hooghte op 33 gr. 13 min. ende na gissingh geseijlt 35 mijlen, langhte 9 gr. 8 min. Sondagh, 24 do., wint N. West met fraije couweGa naar voetnoot4. ende voortgangh, sijnde dijsigh ende regenachtigh weder, cours O. ende O. ten Z., geseijlt omtrent 25 mijlen, langhte 11 gr. 6 min. Savonts begond den wint heel west te loopen die den Ga naar margenoot+ 25 do. alsoo met fraije coelte continueerden ende een streeckjen off twee aen 't noorden uijt- ende inschoot, crijgende smiddaghs hooghte op 33 gr. 43 min., sulcx dat wij gisten g'advanceert te sijn 35 mijlen, ende te hebben de langhte van schaers 14 graden. 26 do., de wint west ten Z. met stijve coelte, cours O. ten Z. ende smiddaghs hooghte gecregen hebbende op 33 gr. 50 min., stelden cours oost ende oost ten Z. Tusschen beijden dit etmael g'advanceert O. ten Z. 28 mijlen, gissende te hebben de middellanghte van schaers 17 gr. 27 do., de wint stijff topseijl als gister ende oock wat Zuijelijcker, meest Z.W. ende Z.Z.W. wesende, hebben dit etmael gevordert O. ten Z. ende O.Z.O. behouden 38 mijlen, ende geen bevonden breete gehadt maer gegiste langhte van 19 gr. 50 min. 28 do., met labber westewint geseylt 20 mijlen O. ten Z., langhte 21 gr. 6 min., liepen savonts wat Suijelijck om den Reijger ende Hope te gierenGa naar voetnoot5., die haer vrij te louffwaert om de suijt hielden. | |
[pagina t.o. 16]
| |
OOST-INDISCH HUYS
Lees noot 5, bls. 1. Ryksprentekabinet, Amsterdam. | |
[pagina 17]
| |
29 do., de wint Z.westelijck, cours recht oost; lieten smiddaghs (alhier gegiste hooghte hebbende van stijff 34 gr. Z.breete) de opperhooffden van den Reijger ende Hope aen boort comenGa naar eind(c) omme te vernemen, dewijle sijlieden eenige dagen herwaerts vrij suijelijker van ons te louffwaert op hadden geknepenGa naar voetnoot1. als wijlieden, wat differentie in de breete ende lenghte mochte wesen, opdat daeruijt besluijt ende vaste cours mochte gemaeckt ende gestelt worden. Deselve dan aen boort gecomen ende de breete ende lenghte de minste met de meeste gemiddeleertGa naar voetnoot2. sijnde, ende daerdoor bevonden hebbende schaers 34 gr. Zuijderbreete, mette schippers ende stuijrlieden van den Reijger ende Hoope haer bevonden hooghte accorderende, mitsgaders deGa naar margenoot+ middellenghte van 22½ gr. is verstaen, als bij resolutie van dato deser, dat men sal sien te crijgen de breete van 34 gr. 20 min., ende op die hooghte 1 minut <sic> 5 à 6 onbegrepenGa naar voetnoot3., 't lant van Cabo de Boä Esperance in Godes Name aen te doen, ende van nu tot morgen oost sien te behouden, omme dan te sien off wij hier aen Drommedaris mede goede hooghte connen becomen, die 'tsedert den 26 deser niet gehadt hebben. Dit etmael geseijlt O. ende O. ten Z. 31 mijlen. 30 do., weynigh ofte slappe coelte, uijtte Zuijelijcker hant uijt- ende inschietende; smiddaghs cregen hooghte op 33 gr. 42 min., sulcx dat de Schipper ende stuijrlieden hun bevonden, tegen hare gissinge, dapperGa naar voetnoot4. door stroom om de Noort gesethGa naar voetnoot5., ende dierhalven wegen de breete met die van den Reijger ende Hope in een verstantGa naar voetnoot6., omme wat meer Zuijd te gieren ende alsoo de hooghte van de Caep te becomen. Dit etmael geseijlt O.N.O. behouden <cours> 19 mijlen, langhte 25 gr. 22 min. Paesdagh, den 31 do., schoon sonneschijn-weer met slappe variable coelte; smiddaghs geen hooghte gecregen, maer giste te hebben de langhte van stijff 26 gr. ende geseijlt O.Z.O. 13 mijlen. Snamiddaghs cregen den wint Noortwestelijck, labber doorcoelende, cours S.O. ende S.O. ten oosten. |
|