Dagelyckse huys-catechisatie(1700)–Franciscus Ridderus– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Middag-gesang op de vijfde dag van de maent. Stemme: Ps. 15. Wie is 't die sal woonen. 1. ACh! was mijn hert eens vast geset Ten dienst van God, met al mijn kragten: Ach! waer mijn lust soo in Gods Wet, Dat ik de deugt, sonder belet, Na wensch ten vollen mogt betragten. 2. Een ned'rig hert is wonder goet, En dat in ootmoed neer geslagen, De quade lusten niet en doet: Dat voor-neemt, in al wat het doet God op het hoogste te behagen. 3. Opregt is 't hert, als 't alle quaet, En minst en meest soekt te vermijden: Dat ook in tegenspoed vast staet; Dat 't quaed alleen om Gods wil laet, En 't ondersoek seer wel mag lijden. 4. Een ned'rig hert buygt voor sijn God; Het kan zijn eygen sin versaken; Het is vernoegt in al sijn lot, En 't draegt geduldig smaed en spot; [pagina 213] [p. 213] 't Derft anders 't feil niet scherp'lijk raken. 5. Een goede lust is al mijn lust, Ik stel my Jesum steeds te voren, Ik wensch maer na mijns Heeren rust; Ik heb mijn Bruydegom gekust, Ik wil de wereld niet meer hooren. Vorige Volgende