Japanse verzen(1903)–J.K. Rensburg– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 81] [p. 81] XXXIII. Licht. Hier - toen in 't Westen nog de dichters zegen Voor 't Kruis, hun heir in wolken wirook zonk, Hun in de Katedraal weer 't hoofd genegen, Van het Geloof slechts arm'lik kaarsgloed blonk, - Sloeg uit mijn borst een brand het Oosten tegen Als bloem van vuur, di open door den dronk Van zon met oog-, en hand-kelk - in een regen Van goud geheven - al zijn vlammen schonk Aan 't Licht der Wetenschap, dat uitgewajerd, Geweldig als in Japans oorlogsvlag,Ga naar eind1) Weer joeg door den eind-eewsen nevel-bajerd, Waar 'k de Chrysanth,Ga naar eind2) wit in den niwen dag, Door 't wapperend, vorstelik Violet omlajerd, Als 't Rad van den Vooruitgang stralen zag. eind1) De oorlogsvlag is wit met een hoogrode stralende zon en violetten rand, de naatsionale wit met een straalloze, hoogrode zonbal. eind2) De vlag van het keizerlik Huis van Japan is violet met een witte Chryzant, heraldiek gestileerd met zestien bladen. Vorige Volgende