Japanse verzen(1903)–J.K. Rensburg– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] XXXIV. Rijk van de Zon.... Rijk van de Zon met huizen als waranden, - Waarheen de kroon der palmen luisterend zinkt, Als van 't balkon getonk der semsinGa naar eind1) dringt Door gloejend-blauw gesnoerde foedzji-wanden, Waar om de parasols in moesmé's handen, De vlinder als om aardse zonnen zwingt, Waar 't schijnt of de vulkaan slechts wirook slingt Om in d'azuren hemel-zaal te branden, En waar de geisha luwten, bloem-aroom Wuift naar den zwier van liefde's wajertale, - 't Is of licht heel Uw leven zwind, een droom, Langs luchtweg, dien kapellen spoorloos dwalen... Wi naar Uw kust van Altijd-Lente vaart, Vind in Japan het Paradijs op aard! eind1) Semsin: samisen. Vorige Volgende