Japanse verzen(1903)–J.K. Rensburg– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] XX. Strafplaats. Op stenig veldGa naar eind1) waar vroeger moordenaars rilden In blauwe schandekielGa naar eind2) voor hun geleide Met vreselik masker, aan den helm ter zijde Horens als duivels, die hen grijpen wilden Tot prooj nog voor een houw hun lijf verkilde Door 't zwaard en op den mutserd 't kruis zich spreide, Waaraan brandstichters eens den vuurdood beidden Vergeefs om Boeddha, di daar zetelt, gilden, Daar ijlen tans kaal met dri dotten haren Aan 't voorhoofd moesko'sGa naar eind3) met een zorgeloos kijken Naar vligersGa naar eind4) di met srik-profiel neerstaren En hier, nu vroegere moordlust er moest wijken Voor beter Recht, speelt kind van niwer Tijd Nog met een beeld van d'oude Gruwzaamheid. eind1) Dit veld bevind zich in Yeddo (Tokio). Onder een banaanboom staat er een Boeddhabeeld. eind2) De misdadigers droegen en dragen misschien nog alleen een kiel van blauwe boomwol en loshangende haren. eind3) Moesko: knaap, moesmé: meisje. eind4) De japanse kinderen spelen met vligers van allerlei fantastise vormen met maskers er op, in de gedaanten van boeddha's met dikke buik, vampirs, enz. Vorige Volgende