Japanse verzen(1903)–J.K. Rensburg– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 67] [p. 67] XIX. Straat bij avond. Nauw slaat de Zon zijn stralen-wajer dicht En snelt omhoog nog slechts één bundel licht Of reeds langs dubbele vuurgierlanden-lijn Der winkels schommelen bamboe-stengels schijn Van lampions om menig geel gezicht, Maar di langs d'ingekeepten haardos zwicht. In kraft-, peer-, bolvorm hangt als gouden wijn Hun brand, waarvan ze' als kleurig matglas zijn Doorgloejd, en waarom lakzwart randen staan. Dan in de huizen langs papierwand gaan Mens-schaduwen: een buigt, een ander wuift, Een - eerst slechts romp - stijgt, wijkt, strijkt nader, schuift Plots weg. En klimmend ziet het elpen manemom Chinese schimmen-mimen, druk en stom. Vorige Volgende