Triomf van Nederlandt, of vervolg op het Eerste Tweede en Derde deel van het Geuse Liedboek
(1734)–Dirk Ravestein– AuteursrechtvrijStemme: De Herder Piramis.Treurt Engelandt, treurt nou wilt u in rou beklede,
Treurt Schot en Ier, treurt Nederlandt nou mede,
Over den Britschen Helt,
Die ter neder leyt gevelt,
Sijn onverwagte Doot:
Brengt ons in rouwe groot.
Yder gevoelt de smart, nu in zijn Boesem dringen,
Veel Tranen barsten uyt, niemant kan hem bedwinge,
Den druk in 't harte gaet,
Yder toont een droef gelaet,
om den Oranse Stam,
Die ons beschermen quam.
De weergadeloose smert, komt ons Hart beklemmen,
Het bloet door schrik in onse adere stremmen,
Daer leyt den Helt ach! ach!
Daer de Werelt gans op sag,
Leyt door de Doot ter neer,
En rust nu in den Heer.
O Doot! o felle Doot hoe dorst gy hem genaken,
Een Vorst die noyt en vreesde Oorlogs-Wapen,
Schroomde noyt Vyants gewelt:
Maer kloekmoedig in het Velt,
Hoe bitter dat het scheen,
Hy trok daer moedig heen.
Den Britsen Konink doot, wie kant vergeeten,
Den Oranje Stam eylaes om veer gesmeeten,
Waer door ons Neerlant schreyt,
Dat den Boom ten neder leyt,
Die voor ons Lant en staet,
Altijt waakten vroeg en laat.
| |
[pagina 16]
| |
Een beschermer vant Geloof en Protestantse Wette,
Een Gideon die hem in prijkel sette,
In het Opperste gevaar,
Tegen den Vyant zwaar,
Den onvermoeiden helt:
In prijckel hem heeft gestelt.
Ontroert ontroert zijn wy; om dat ons is ontvalle,
Ons borg en Barier: Beschermer van ons walle:
Ons Steunsel en ons hoop,
ons toevlugt ende loop:
Yder wou metten kloecken Helt:
Vrymoedig in het Velt.
Sugt en treurt over het verlies: en stort uyt u klagten,
Den Hemel hoop ik sal ons druck versagten:
Ons hulp is van den Heer:
Dit is dan zijn begeert:
Dat dierbaar pant gewis:
De doot gestorven is.
Als het God soo behaagt: hout op van klagte:
Hy kan ons druk in soetigheyt versagten:
Wiliam ons Konink vroom:
Die rust in Godes Troon:
In Abraham zijn schoot,
Geen vrees meer voor de doot.
|
|