Wat zei, wat zong 'dat Kwezeltje'(1898)–Hilda Ram– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 95] [p. 95] Vergankelijkheid Een straaltje zon komt ingeslopen, Valt op den kalmen, koelen brief... Waar zijn ze, ei! die eerste brieven, Zoo innig warm, zoo hartelijk lief! Heeft dan de vrienschap ook haar jaartij? Moet ze ook in 't herfstig wee vergaan? Zal licht de Winter haar doen sneven, In stilte, zonder zucht of traan? Wees kalm, mijn hart, treur niet om later, Geniet nog deze Octoberzon. Koom, ja, de Winter! Als, genadig, Hij overdekt de speelsche bron En in zijn sneeuw de botten wikkelt, Zoo gunt hij u der stroefheid schild, Waaronder 't diep gevoel kan schuilen, Waar vorst vergeefs zijn speer op drilt. Vorige Volgende