Op d'afbeelding, Van Mejuffer Cornelia van der Veer.
ZO maalde Apelles handt die Fenixmaaght naar 't leeven,
Wiens grooten Naam en Faam de werelt door zal zweeven,
Ofschoon de blinde nijt haar in de hielen steekt,
Zo zal het gantsche gilt der Dichters en Poëeten
Haar onbepaalden lof met vollen monde uytmeeten;
Maar die 't eerbiedighst' zwijght op 't heerlijkst van haar spreekt.
UEd. Alleronderdaanighsten dienaar en leerzamen kunstgenoot,
H.F. Waterloos.