Lauwer-stryt(1665)–Catharina Questiers, Cornelia van der Veer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 192] [p. 192] Mejuffr. Catharina Questiers. O Catharyn, soo loffelijk bekroont Met Palm, en Lauwertrossen, Op Parnas kruin gewossen, O eel gemoet, dat niet dan deugt vertoont; O wakkre Nimf, die vroeg vol zugts bestont Aan d'Hengstebron te kloppen, En lepte hoeve-droppen, Tot gy u vol van 't pittigh nat bevont; Vernuftigh brein, vol van gesoute reen, Ree soo veel kunst doorlopen, Soo veel geheyms doorkropen, Met wie Apoll zijn gaven maakt gemeen; My treft door u geluk, en ongeluk; Geluk, door 't Rijm te lesen, U werk, noit regt volpresen, Soo wijt vermaart, soo rugtbaar door den druk: En onluk, nu mijn digtkunst zit berooft Van al haar glans, en luister, Gedoodt-verft in het duister, En dat door uw haar lof wort uitgedooft. Lieft Stantvastigh. Vorige Volgende